Week 3 Flashcards

1
Q

Welk orgaan is het meest gevoelig voor stress?

A

De darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn 4 soorten risicofactoren op hart- en vaatziekten?

Geef ook 1 voorbeeld per soort

A
  1. Non-modifiable (genen)
  2. Modifiable (BMI)
  3. Lifestyle-associated (dieet)
  4. Sociaal (eenzaamheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zorgt stress voor een hoge bloeddruk?

A

Het sympathische systeem verhoogt je hartslag, maar laat ook de bloedvaten samentrekken. Hierdoor worden ze smaller en meer rigide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risico’s van een hoge bloeddruk?

A
  1. Bloed wordt harder het hart ingepompt en hierdoor kan de linkerventrikel door de impact extra dik worden, waardoor de pompfunctie slechter wordt
  2. Door de hoge bloeddruk kunnen er schuurtjes in het bloedvat komen te zitten, waar plaque zich in kan gaan ophopen. De hoge bloeddruk zorgt ook voor extra risico dat de plaque loskomt en ergens anders een heel bloedvat kan verstoppen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beenmergactivatie

A

Stress zorgt voor hogere activiteit van de amygdala, waardoor het beenmerg meer witte bloedcellen gaat produceren als voorbereiding op mogelijk gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het grootste risico van beenmergactivatie?

A

Dat de witte bloedcellen de plaque in de aderen laten ontsteken, waardoor het instabiel wordt, sneller scheurt en dus eerder een bloedpropje wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voor welke 3 cardiovasculaire ziekten is acute stress een belangrijke voorspeller?

A
  1. Ritmestoornissen
  2. Tako Tsubo (gebroken hart syndroom)
  3. Agina pectoris/pijn op de borst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor welke 3 cardiovasculaire ziekten is chronische stress een belangrijke voorspeller?

A
  1. Hoge bloeddruk
  2. Aneurisma (uitstulping van de aderwand, gevoeliger om te scheuren)
  3. Hartinfarct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan positieve opwinding ook zorgen voor dingen zoals een hartinfarct?

A

Positieve opwinding zorgt ook voor cardiovasculaire effecten, maar deze fysieke reactie duurt vaak minder lang en heeft dus geen langdurige negatieve effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 individuele verschillen kunnen als risicofactor voor hart- en vaatziekten worden aangewezen?

A

Type D persoonlijkheid
Sekse
Algemene gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zwangerschapsdiabetes

A

Lijkt op type 2 diabetes, dus resistentie voor insuline. Kan door een ongezonde leefstijl of stress veroorzaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Brain-gut connectie

A

Het idee dat het brein effect heeft op de darmen, en andersom de darmen ook effect hebben op neurotransmitters, angst, stemming, en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zou er gebeuren met ons lichaam als we geen cortisol zouden hebben?

A

Dan zou het immuunsysteem in overdrive gaan, en zouden we allemaal autoimmuunziekten hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cortisol onderdrukt autoimmuunziekten, waarom is stress dan toch gerelateerd aan autoimmuunziekten?

A

Omdat chronische/frequente stress ervoor zorgt dat er hele hoge levels glucocorticoïden in het bloed zitten en de receptoren minder gevoelig ervoor worden. Hierdoor is er meer nodig om in de herstelfase te komen (adrenaline hoog + cortisol laag = stressor aanwezig denkt het lichaam). Hierdoor ontstaat er een verstoorde ontstekingsregulatie en kan het immuunsysteem ook in overdrive gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke 2 manieren kan stress mogelijk kanker veroorzaken?

A
  1. Via ongezond gedrag zoals roken
  2. Glucocorticoïden stimuleren de groei van tumoren, omdat er meer suiker in het bloed komt (meer energie), het immuunsysteem beperkt wordt, en er meer aderen in de tumor gaan groeien (snellere groei)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bifurcation

A

Het proces waarin bloedvaten opsplitsen in kleinere haarvaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe ontstaat plaque in de aderen?

A

Door de hoge bloeddruk ontstaan er kleine kraters/scheurtjes in de wand, die beschadiging zorgt voor een ontstekingsreactie. Cellen met vettige voedingsstoffen gaan er ook verzamelen. Door stress krijg je ook meer bloedstolling, wat ook in de beschadigingen kan gaan hangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

C-reactive protein

A

Is een eiwit die door de lever wordt afgegeven wanneer er een ergens een verwonding is. Dit is een betere voorspeller van cardiovasculaire ziekten dan cholesterol omdat het afgegeven wordt als reactie op een beschadigd bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de oorzaak van angina pectoris?

A

Wanneer je een (gedeeltelijke) verstopping hebt in de bloedtoevoer naar het hart, en je hebt acute stress, dan vernauwen die aderen in plaats van dat ze verwijden. Hierdoor komen er niet genoeg voedingsstoffen naar het hart, wat pijn veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de oorzaak van fibrilatie (onregelmatige hartslag)?

A

Het sympathische systeem stuurt altijd 2 symmetrische zenuwimpulsen naar het hart, maar bij intense arousal kan dit ongecoördineerd raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom krijgen vrouwen gemiddeld op lagere leeftijd last van cardiovasculaire ziekten?

A

Omdat oestrogeen werkt als antioxidant en dus oxygen radicals beter kan bestrijden. Zij krijgen dus pas een hoger risico wanneer ze in menopauze raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is psychofysiologische sterfte?

A

Dat psychologische factoren de fysiologie zo beïnvloeden dat mensen ervan sterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is waarschijnlijk de oorzaak van voodoo-deaths?

A

Overactiviteit van het sympathische systeem omdat mensen zo bang zijn dat ze echt cursed zijn –> vasoconstrictie –> fatal drop in blood pressure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat doen monocyten/macrofagen?

A

Zij herkennen een infectie en brengen een partikel ervan naar de T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat doen T-cellen wanneer zij een infectiedeeltje “zien”?

A

Zij gaan zich vermenigvuldigen, waardoor cytotoxische killer cellen geactiveerd worden en zich ook gaan vermenigvuldigen. Ze stimuleren ook de vermenigvuldiging van B-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke cellen brengen cell-mediated immunity, en welke cellen brengen antibody-mediated immunity?

A

T-cellen: cell-mediated
B-cellen: antibody-mediated

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat doen B-cellen?

A

Zij maken antilichamen die zich kunnen binden aan de infectie, waardoor de infectie niet meer kan bewegen en vernield wordt

28
Q

Hoe heten de chemische messengers die communiceren tussen verschillende celtypes?

29
Q

Acquired immunity

A

Wanneer het lichaam een antilichaam voor een specifiek pathogeen heeft aangemaakt, en deze in de toekomst kan herkennen

30
Q

Innate immunity

A

Een non-specifiek immuunrespons tegen alle pathogenen die het lichaam binnenkomen

31
Q

Waar kom je innate immunity meestal tegen?

A

Op plekken waar de meeste pathogenen het lichaam binnenkomen, zoals in de mond

32
Q

Hoe kan stress immunosupressie veroorzaken?

Geef 4 manieren voor cell-mediated immunity, en 1 voor innate immunity

A

Stress onderdrukt de aanmaak en het loslaten van lymfocyten in het bloed, verkort de duur van circulatie van bestaande lymfocyten, inhibeert de aanmaak van antilichamen, en verstoort de communicatie tussen lymfocyten
Het inhibeert ook inflammatie, en dus de innate immunity

33
Q

Wat doen glucocorticoïden met de immuniteit?

A

Stopt de formatie van lymfocyten, vrijlating van messengers, en maakt lymfocyten minder gevoelig voor infectie
Het haalt ook lymfocyten uit de circulatie, of “vermoord” ze

34
Q

Waarom wordt het immuunsysteem na een tijdje (wanneer glucocorticoïden vrijkomen, ~1 uur) juist slechter?

A

Om te voorkomen dat je niet een overactief immuunsysteem krijgt, en een autoimmuunziekte ontwikkelt. Als je niet probeert te herstellen, en er komt nóg een stressor bij, dan wordt het immuunsysteem alleen maar actiever –> verhoogd risico
Lymfocyten worden omgeleid van uit het bloed naar de front lines zoals de huid, voor mogelijke wonden

35
Q

Wat voor impact heeft sociale isolatie op het immuunsysteem?

A

Mensen die sociaal geïsoleerd zijn hebben een minder heftige antilichaam reactie en minder natural killer cell activiteit

36
Q

Is rouw een risicofactor voor dood gaan?

A

Alleen als het in combinatie is met lage sociale steun

37
Q

Wat is de relatie tussen stress en HIV?

Noem 3 punten

A

Mensen met stress (specifiek glucocorticoïden) zijn gevoeliger voor een HIV infectie. Noradrenaline maakt het makkelijker voor HIV om een lymfocyt te invaden en dus zichzelf te vermenigvuldigen
Als mensen al HIV hebben, zorgt voor slechte coping, weinig sociale steun, inhibited temperament, en stressoren voor een hogere mortaliteit

38
Q

Hoe kan het zijn dat herpes omhoog komt wanneer mensen stress ervaren?
Geef 3 mogelijke redenen

A
  1. Het kan zijn dat herpes altijd omhoog probeert te komen, en wanneer het immuunsysteem laag is pakt het de kans
  2. Herpes DNA is gevoelig voor glucocorticoïden en wordt dus geactiveerd tijdens stress
  3. Herpes laat de hypothalamus CRH (en indirect dus ACTH) aanmaken, waardoor glucocorticoïden stijgen en je dus minder immuunrespons hebt tegen herpes
39
Q

Angiogenesis

A

Wanneer bloedvaten in een tumor groeien en die bloed en voedingsstoffen geven

40
Q

Wat stelde Siegel over kanker?

A

Dat het altijd te genezen is, zolang de persoon maar de juiste attributen heeft. Een ongeneeslijke ziekte is dus altijd de schuld van de persoon zelf

41
Q

Wat is de relatie tussen sociale interactie en stress?

A

Het kan leiden tot minder stress als je de interactie als positief ervaart, maar het kan ook leiden tot meer stress wanneer je de mensen bijvoorbeeld niet kent of de interactie onprettig is

42
Q

Hoe kun je voorspelbaarheid inzetten in medische behandelingen om stress te verminderen?

A
  1. Mensen veel informatie geven over de diagnose, mogelijke keuzes, en te toekomst via keuzehulpen.
  2. Het afstemmen van verwachtingen, omdat onrealistische en negatieve verwachtingen leiden tot risico op mentale problemen. Als ze weten wat ze kunnen verwachten (=voorspelbaarheid) is dat goed
43
Q

Wat is de impact van controle op stress?

A

Als mensen een GEVOEL van controle hebben, is de situatie minder stressvol dan wanneer ze het gevoel hebben dat ze geen controle hebben

44
Q

Hoe kan het gevoel van controle en/of voorspelbaarheid negatief zijn?

A

Het kan dingen saai maken
Een te sterke interne locus van controle hebben kan ook stressvol zijn, omdat iemand zichzelf dan bijvoorbeeld de schuld kan geven wanneer het niet goed gaat met hun gezondheid. Controle voelen over een mogelijk vreselijke uitkomst is ook kut

45
Q

Wat zijn voorwaarden van controle en voorspelbaarheid?

A

Informatie moet op het goede moment komen, informatief en accuraat zijn

46
Q

Learned helplessness

A

Het gevoel dat je niet kunt veranderen, waardoor je het ook niet eens probeert.

47
Q

Wat zijn 4 mogelijke fysieke klachten bij depressie?

A

Minder energie, langzamer praten, ander eetpatroon, hogere glucocorticoïden, etc.

48
Q

Wat zijn 3 mogelijke oorzaken van fysieke klachten bij depressie?

A
  1. Chronische activatie van het sympathische stelsel –> vermoeidheid
  2. Onderactieve stressrespons –> moeilijk energie kunnen mobiliseren –> vermoeidheid
  3. Negatieve effecten van glucocorticoïden op dopamine en serotonine
49
Q

Wat is de oorzaak van seasonal depression en de zelfmoordpiek?

A

Temperatuurverandering, want dat is een stressor op zichzelf. Dit kan symptomen van depressie nabootsen en dus de zelfmoordpiek verklaren

50
Q

Wat zijn 3 mogelijke biologische veranderingen die optreden bij PTSS?

A
  1. Hypersensitieve HPA-as
  2. Lagere cortisol (en dus langzamer herstel van stress)
  3. Kleinere amygdala
51
Q

Wat is de relatie tussen stress en eetstoornissen?

A

Over het algemeen kunnen negatieve ervaringen het risico op eetstoornissen hoger maken
Voor anorexia lijkt CRH hoger te zijn (CRH reguleert stress respons)
Voor bulimia kan eten coping tegen stress zijn, omdat hogere stress –> hogere cortisol –> honger en eten kan stressverlagend zijn. Maar na het eten ervaren zij ook meer stress

52
Q

Waarom werkt voorspelbaarheid als stressverlagend?

A

Omdat als je weet wat er zal komen, je impliciet ook weet welke enge dingen er niet zullen komen
Je kunt dan ook beter inschatten welke copingsstrategie waarschijnlijk het beste zal werken

53
Q

Welke specifieke perceptie is gelinkt aan meer stress ervaren?

A

De perceptie dat de situatie slechter zal worden

54
Q

Wanneer werken waarschuwingen juist niet goed?

A

Wanneer de stressors heel zeldzaam zijn of juist heel frequent zijn. Of wanneer de stressor echt vreselijk is (morgen gaat je moeder dood), of de informatie heel vaag is (morgen is er een bedreiging)

55
Q

Waarom hebben mensen met depressie een slechter geheugen?

A

Omdat mensen met depressie meer glucocorticoïden hebben –> dat inhibeert geheugen in de hippocampus
Het kan ook minder motivatie geven om dingen te leren

56
Q

Wat hebben serotonine, noradrenaline, en dopamine te maken met depressie symptomen?

A

Serotonine: met obsessieve gedachten
Noradrenaline: psychomotorische vertraging
Dopamine: genot

57
Q

Wat heeft de anterior cingulate cortex te maken met depressie?

A

De ACC is vooral bezig met negatieve emoties en zorgen
Mensen met depressie hebben vaak hogere baseline activiteit in hun ACC

58
Q

Wat doet de amygdala in mensen met depressie?

A

Die lijkt ook hyperactief te zijn. Er is ook een overdreven heftige activatie bij het zien van verdrietige gezichten (maar niet bij angstige gezichten, wat normaal wel is)

59
Q

Wat heeft de prefrontale cortex te maken met depressie?

A

De linkse helft is geassocieerd met positieve emoties, de rechtse helft met negatieve emoties.
Mensen met depressie hebben vaak een verminderde activiteit in de linkse helft, en een verhoogde activiteit in de rechtse helft

60
Q

Wat is de relatie tussen het immuunsysteem en depressie?

A

Een overactief immuunsysteem is geassocieerd met meer cytokines, die interactie hebben met serotonine, noradrenaline, en dopamine

61
Q

Wat heeft de schildklier te maken met depressie?

A

Mensen met te weinig schildklierhormonen kunnen depressie krijgen en atypisch ongevoelig zijn voor antidepressiva

62
Q

Wat zijn sekseverschillen bij depressie?

A

Mannen en vrouwen hebben even veel depressie, maar mannen maskeren het met verslaving.
Unipolaire depressie komt vaker voor bij vrouwen, en vrouwen zijn gevoeliger voor depressie rondom reproductie milestones (menstruatie, menopauze, etc.)

63
Q

Wat is het risico van bepaalde genen hebben bij depressie?

A

Genen kunnen een verhoogd risico veroorzaken, maar alleen in stressvolle omgevingen (gene-environment interaction)

64
Q

Wat is het cognitieve probleem van learned helplessness?

A

Mensen met learned helplessness hebben een andere perceptie van de wereld. Ze kunnen niet inschatten of hun coping wel of niet werkt omdat ze er geen aandacht aan besteden
Ze reageren op een vervelend ding, en overgeneralizeren dat vaak

65
Q

Wat is het effect van glucocorticoïden op serotonine?

A

Glucocorticoïden reguleren hoeveel 5-HTT gemaakt wordt, wat een serotonine transporter is. 5-HTT verhoogt waardoor serotonine sneller terug wordt opgenomen en er dus minder serotonine in de synaps is