Week 1 Flashcards

1
Q

Stress

A

Wat iemand ervaart wanneer de eisen van de omgeving als te groot worden geïnterpreteerd, waardoor deze meer persoonlijke en sociale resources vereisen dan iemand heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stress response

A

Een reeks aan fysiologische activatie die wordt geactiveerd als reactie op een stressor, met als doel om de homeostase te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de aard van stress veranderd van vroeger vergeleken met nu?

A

Vroeger waren stressoren acuut en fysiek
Tegenwoordig zijn ze meer mentaal en sociaal, en vaker geanticipeerd of chronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naast fysieke effecten, op welke andere manier kan stress een effect hebben op de gezondheid?

A

Het kan zorgen voor psychologische problemen, wat gedragsverandering teweeg brengt. Dit gedrag kan de gezondheid beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan stress mensen ziek maken zonder dat er lichamelijk iets mis met ze is?

Noem 3 dingen

A
  1. Negatieve invloed op herstel van ziekte
  2. Heeft effect op medicatietrouw
  3. Heeft effect op de relatie tussen arts en patiënt, omdat mensen die stress ervaren slechter communiceren en informatie minder goed onthouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stressor

A

Iets wat onze homeostase verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is stress per definitie slecht?

A

Nee. Het kan ook adaptief zijn, bijvoorbeeld in korte en acute situaties, en kan dus helpen bij het overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Disruptieve stress

Noem 3 kenmerken

A

Chronische stress waar je niet zo snel van herstelt na het verdwijnen van de stressor. Dit kan ook al optreden vóór de stressor er is, anticiperend. Het bereidt je lichaam voor op gevaar wat er niet komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom onderdrukt (disruptieve) stress de symptomen van auto-immuunziekten?

A

Stress onderdrukt het immuunsysteem. En bij auto-immuunziekten is het zo dat het immuunsysteem overgevoelig is. Het onderdrukt dus de symptomen van AIZ, omdat het AIZ zelf ook onderdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 4 negatieve consequenties van stress?

Emotioneel, cognitief, gedragsmatig, en biologisch

A
  1. Negatieve stemming
  2. Slechte concentratie en geheugen
  3. Sneller alcohol drinken en roken
  4. Verminderde endocrien en immuun functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 systemen leggen de basis van het stressrespons?

A
  1. Sympathisch. Zorgt voor actiemodus –> hoge hartslag, hoge bloeddruk, meer bloedtoevoer naar de spieren, inhiberen van spijsvertering. Fight or flight.
  2. Parasympatisch. Zorgt voor rust en herstel –> honger, lagere hartslag, lagere bloeddruk, stimulering van spijsvertering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt het autonome zenuwstelsel geactiveerd?

A

Door het centrale zenuwstelsel en endocrien systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rol spelen het centrale zenuwstelsel en endocriene systeem bij de stressrespons?

A

Het centrale zenuwstelsel zorgt voor een snelle respons en activeert het endocriene systeem, wat een langzamere respons heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie bedacht het fight-flight idee?

A

Cannon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet het SAM systeem bij stress?

Hoe lang is het systeem actief?

A

De hypothalamus stimuleert het sympathische systeem, dit stimuleert de bijnieren om (nor)adrenaline vrij te laten waardoor er een fight-flight reactie ontstaat. Dit is het snelle systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet de HPA-as bij stress?

Hoe lang is het systeem actief?

A

Het laat glucocorticoïden (cortisol) en steroïden (oestrogeen, testosteron, …) vrij. Deze duren wat langer voor ze opkomen, en blijven ook wat langer hangen na de stressor weg is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke twee andere delen van het lichaam maken stresshormonen aan, en welke hormonen zijn dit?

A

De pancreas laat glucagon vrij
De hypofyse laat prolactine en vasopressin vrij. De hypofyse samen met andere delen van het brein laat ook endorfinen en enkefalinen vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wie bedacht het General Adaptation Syndrome?

A

Selye

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat stelt het General Adaptation Syndrome?

A

Dat er 3 fasen van stress zijn:
1. Alarm fase
2. Resistance fase
3. Exhaustion fase
Dit proces is non-specific

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de kenmerken van de 3 fasen in het General Adaptation Syndrome?

A

Alarm fase: boost van adrenaline en energie, fight or flight wordt geactiveerd

Resistance fase: lichaam probeert zich te herstellen. Als dit niet lukt (omdat de stress er nog is) dan blijven stresshormonen en bloeddruk enzo hoog. Je kunt dan frustratie, hoofdpijn, veranderingen in eetlust, etc. krijgen

Exhaustion fase: het lichaam kan niet meer verzetten tegen de effecten van stress. Er is vermoeidheid, burn-out en fysieke effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat stelt het Prolonged Activation Model?

A

Dat stress alleen tot gezondheidsproblemen zal leiden wanneer deze langdurig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn 2 psychologische perspectieven op stress?

A

Mason zei: de stressrespons zal verschillen tussen personen, en ook binnen de persoon zelf
Burchfield zei: het onvermogen om te kunnen aanpassen aan chronische stress is geen lichamelijk gebrek, maar een psychologische

23
Q

Wat stelt het Michigan Stress Model?

A

De relatie tussen stressoren en gezondheid wordt gemedieerd door:
1. Subjectieve stressoren/gevoelens
2. Stress-reacties (bijvoorbeeld hormonen of gevoeligheid voor cortisol)
Dit wordt gemodereerd door:
1. Steun uit de sociale omgeving
2. Persoonlijkheid

24
Q

Response stereotypy

Geef 5 voorbeelden

A

Individuele verschillen in hoe je mensen reageren op stress
1. Perceptie
2. Processing
3. Appraisal
4. Coping
5. Genetica

25
Q

Situational stereotypy

A

Verschillen tussen situaties die andere biologische reacties oproepen, en dus ook een andere stress respons

26
Q

Hoe verschillen mannen en vrouwen in hun stress respons?

A

Mannen vertonen meer fight/flight/freeze, agressie, en hebben relatief meer activatie van het centrale zenuwstelsel en glucocorticoïden

Vrouwen vertonen meer tend&befriend, zoeken meer sociaal contact, verzorgen anderen, en hebben relatief meer oxytocine

27
Q

Wat stelt de Generalized Unsafety Theory?

A

Het gaat niet om de stressor zelf, maar om het gevoel van veiligheid.
Het stelt dat onze default stress is, maar wanneer wij ons veilig voelen zal dit minder worden. De perceptie van veiligheid verschilt per persoon en verklaart individuele stress respons verschillen

28
Q

Wat stelt het Dichotomie Model?

A

Onze reactie op een stressor hangt af van of wij het als een bedreiging of uitdaging zien.

29
Q

Wat stelt het Transactional Model?

A

Er is een situatie, er is dan een eerste appraisal. Als we dit zien als bedreiging, is er een tweede appraisal. We beoordelen of we er mee om kunnen gaan of niet, wanneer we vinden dat we dat niet kunnen dan is er negatieve stress. Als we er wel mee om kunnen gaan is het positieve stress.

30
Q

Waarom dacht Selye dat chronische stress ervoor zorgt dat we ziek worden?

A

Omdat het lichaam geen hormonen meer afscheidt

31
Q

Allostatic load

A

De slijtage in het lichaam door de stressreacties die plaatsvinden

32
Q

Welke stoffen die vrijkomen bij stress werken bijna meteen?

A

Adrenaline en noradrenaline

33
Q

Welk biologisch mechanisme zorgt ervoor dat de hypofyse de perifere klieren aanstuurt om hormonen af te scheiden?

A

De hypothalaus laat CRH vrij, waardoor de hypofyse ACTH vrijlaat. Hierdoor gaan de bijnieren glucocorticoïden vrijlaten

34
Q

Welke stoffen die vrijkomen bij stress duren iets langer voordat ze werken?

A

Glucocorticoïden zoals cortisol

35
Q

Wat is de functie van glucagon?

A

Het verhoogt de glucose levels, wat energie mobiliseert

36
Q

Wat is de functie van prolactin?

A

Het inhibeert reproductieve processen

37
Q

Wat is de functie van endorfinen en enkefalinen?

A

Ze verminderen de pijnervaring

38
Q

Wat is de functie van vasopressin?

A

Het zorgt ervoor dat er een cardiovasculaire respons komt

39
Q

Wie bedacht dat er sekseverschillen kunnen zijn in hoe mensen reageren op stress?

40
Q

Wat stelt het omgevingsperspectief?

A

Dingen in de omgeving hebben invloed op hoe mensen reageren op stress, bijvoorbeeld eerdere ervaringen

41
Q

Welke 2 ideeën/interventies/meetinstrumenten passen bij het omgevingsperspectief?

A

Life chart: stelt dat gezondheid ook beïnvloedt wordt door stress, en dat je bij mensen in het ziekenhuis ook moet vragen naar wat voor stressvolle levensgebeurtenissen ze hebben meegemaakt

Social Readjustment Rating Scale: een meetinstrument om omgevingsstressoren te meten, zowel positief als negatief. Hoe hoger de punten, hoe intenser en langer de stressor is en hoe meer risico iemand loopt

42
Q

Waarom zei Selye dat stress en non-specific reactie teweegbrengt?

A

Omdat hij zei dat de lichamelijke reactie op de trein missen hetzelfde is als wanneer je moeder overlijdt

43
Q

Wie bedacht het concept van allostatic load?

44
Q

Wat is het voor- en nadeel van assessment van omgevingsfactoren die stress beïnvloeden?

A

Voordeel: geeft meer informatie over omstandigheden en risicofactoren
Nadeel: mist informatie over subjectieve ervaring en hoe iemand erop reageert

45
Q

Wat is het voor- en nadeel van psychologische metingen van stress respons?

A

Voordeel: je krijgt meer informatie over hoe iemand is, hoe ze omgaan met stress, en of ze een stoornis hebben
Nadeel: geeft geen informatie over de omgeving of fysieke reacties

46
Q

Wat zijn positieve effecten van stress op de korte termijn?

A

Het zorgt voor betere immuunrespons en mentale prestaties

47
Q

Waarom hebben mensen met weinig sociale steun een sterkere immuunrespons als reactie op stress?

A

Omdat zij meer kans hebben om alleen te zijn en dus aangevallen of gewond te raken

48
Q

Waarom zorgt stress voor snellere biologische veroudering?

A

Lymfocyten en monocyten die vrij komen bij acute stress hebben kortere telomeren, en het lichaam kan deze minder goed herstellen. Dit heeft effecten op DNA replicatie

49
Q

Resilience

A

De capaciteit van psychofysiologische systemen om te kunnen herstellen van uitdagende condities

50
Q

Waarom kan chronische stress leiden tot chronische inflammatie?

A

Omdat chronische stress geassocieerd is met dysregulatie van het autonome zenuwstelsel, wat kan leiden tot verhoogde levels van pro-inflammatory cytokines –> inflammatie

51
Q

Hoe vergroot chronische stress het risico op het ontwikkelen van metabole ziekten?

A

Het kan glucose intolerantie veroorzaken

52
Q

Hoe vergroot chronische stress het risico op hart- en vaatziekten?

A

Door dysregulatie van het autonome zenuwstelsel, waardoor de bloeddruk en hartslag veranderen

53
Q

Wie hebben over het algemeen lagere stress resilience?

A

Ouderen, en mensen die op jonge leeftijd een trauma hebben gehad