week 3 Flashcards

1
Q

ordering

A

de zienswijze en denkwijze, hoe denken wij. hierin kunnen misvattingen ontstaan tussen twee personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Globe model

A

prestatiegerichtheid
toekomstorientatie
gelijke behandeling man vrouw
assertiviteit
collectivisme
machtafstand
oriëntatie op de humane
onzekerheidsmijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dimensies van hofstede

A

individualisme VS collectivisme
machtafstand
onzejkerheidsmijding
masculien vs feminien
lange vs kortetermijngerichtheid
toegefelijk vs terughoudend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oosters redeneren

A

holistisch: kijkend op het geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

westers redeneren

A

analytisch: afzonderlijke delen worden waargenomen en geredeneerd los van omgeving of context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

subjectieve verschillen in ordering: invloed

A

socialisatiegeschiedenis
machtverschillen
positieverschillen
loyaliteit
protoprofessionalisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

socialisatiegeschiedenis

A

hierdoor ontwikkel je je referentiekader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

machtverschillen

A

te maken met de meerderheid en minderheidspositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

positieverschillen

A

verwijst naar verschillen op basis van functies, verantwoordelijkheid, bevoegdheid, rechten, plichten etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

loyaliteit

A

interpersoonlijke loyaliteit tussen gelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

protoprofessionalisering

A

geestelijke gezondheidszorg biedt mensen zienswijze en taal om bepaalde ervaringen te beleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Axioma 1 (betrekkingsniveau

A

personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Topoi model (persoon)

A

gaat over de identiteit van mensen en hun onderlinge relatie. gaat over het uitwisselen van relationele boodschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Axioma 1 (inhoudsniveau)

A

Ordening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

recursiviteit van communicatie

A

de voortudurende wederzijdse persoonlijke beïnvloeding binnen de communicatie

15
Q

interpersoonlijke zienswijze

A

de zienswijze op jezelf en de ander

16
Q

voorkeur in omgang met elkaar

A

collectivistisch vs individualistisch
masculien vs feminien
verdeling mannen en vrouwen rollen
hierarchisch vs informeel
universalistisch vs partivularistisch
specifiek vs diffus

17
Q
A