Week 3 Flashcards
Wat is de bekkengordel?
- Os coxae bestaat uit os ilium, os ischium en os pubis
- Komen samen in acetabulum → kogelgewricht
- Art sarcoiliaca tussen os coxae en os sacrum
- Aan ventrale zijde symphysis pubica
Wat zijn de inclinatie- en anteversiehoek?
Inclinatiehoek= hoek tussen kop en schacht in frontale vlak, normaal 120; als groter coxa valga, als kleiner coxa vara
Anteversiehoek= hoek tussen lijn door knie en lijn femur en heupgewricht in transversaal vlak, normaal 40 graden
Welke spieren zijn er ventraal in het bovenbeen?
- M iliopsoas: van ledenwervels en binnenkant bekken, over pectum os pubis, naar trochanter minor → anteflexie
- Bursa iliopectina waar over bekken
- M quadriceps femoris: insertie tuberositas tibiae/patella -> extensie knie
- m rectus femoris: origo SIAI → anteflexie
- m vastus lateralis, intermedius en medialis: lopen als 1 pees
- M. Sartorius: origo op SIAS, insertie tuberositas tibiae → abductie, exorotatie en flexie(ook knie)
Welke spieren zijn er dorsaal in het bovenbeen?
- M gluteus maximus: van bekken naar femur → exorotatie
- Abductoren: m gluteus medius en minimus; van bekken naar trochanter major -> abductie, flexie en extesie
- M tensor fasciae latae: van SIAS naar tibia → abductie en in kom houden caput femur bij lopen
- Hamstrings: van tuber ischiadicum → extensie heup, flexie knie, rotatie
- Mediaal: m semimembranosus en semitenidonus(mediaal): insertie mediale condylus tibia
- m biceps femoris: insertie caput tibiae
- Exorotatoren: m piriformis(ook abductie), obturatorius en gemelli, insertie trochanet major
Welke spieren zijn er mediaal in het bovenbeen?
adductoren: os pubis naar mediale zijde femur → stabiliseren romp en kogelgewricht; adductie, flexie en exorotatie
M pectineus, adductor brevis/longus/magnus, gracilis
Hoe werkt de innervatie van het bovenbeen?
Plexus lumbo-sacralis
Plexus lumbalis
- n cutaneus femoralis lateralis
- n femoralis: ventrale bovenbeenspieren
- n obturatorius: adductoren
Plexus sacralis
- n gluteus superior(abductoren) en inferior(m gluteus maximus), m Piriformis scheidt
- N ischiadicus: bestaat uit n tibialis en peroneus communis, gaan uiteen thv knie
Hoe werkt de vascularisatie van het bovenbeen?
A iliaca → a femoralis
→ a profunda femoralis: heupgewricht
→ a circumflexa femoralis medialis(dorsaal), vorm anastomose met a circumflexa lateralis(ventraal)
Wat is artrose?
Pathofysiologie: disbalans slijtage en natuurlijk herstel gewrichtskraakbeen -> verlies GAG’s -> eburnatie(botvorming) en fissuren, synovitis, subchondrale cysten
Epidemiologie: meer bij vrouwen, 45-50jr
Oorzaak: idiopathisch; trauma, infectie, gewrichtsafwijking, jicht/RA, stollingsstoornis
Risicofactoren: overgewicht, trauma, hoge leeftijd
Kliniek: pijn(opstart, ochtend en na belasting), bewegingsbeperking
Lokatie: handen(mn vinger), knie, heup, lage rug, cervicaal
Diagnostiek: klinisch, meestal geen beeldvorming
Hoe werkt de behandeling van artrose?
Eerst conservatieve therapie
- voorlichten
- aanpassen belasting
- oefentherapie
- medicatie: start paracetamol
- hulpmiddelen
- injecties ondersteunend
Opereren
Welke radiologische afwijkingen horen bij artrose?
- gewrichtsspleetversmalling
- Osteofytvorming
- Subchondrale sclerose
- subchondrale cystevorming
- Deformatie
- Soms standsafwijking
Welke operatieve behandeling zijn er voor coxatrose?
- totale heupprothese: (on)gecementeerd of hybride
- Girdlestone: verwijderen heupkom en collum, bij onvoldoende bot of infectie
- osteotomie: corrigeren anatomische afwijking, jonge pt
- arthroscopie: herstellen heupvorm
- artrodese: zelden, bij jonge pt
Wat is osteonecrose v/d heupkop?
- necrose heupkop door ischemie
- Kraakbeen intact
- Oorzaak: traumatisch(mediale collum fractuur luxatiefractuur heup), niet-traumatisch(prednison, alcohol abuse, hyperlipoprtoeinemie, beroepsduikers)
Behandeling - Stadium I en II(pre-collaps): core decompressie= druk verminderen door opboren, revascularisatie → verbeter herstel en voorkomen collaps
- Collaps: heupprothese
- Osteotomie
- Conservatief: belasting verminderen, pijnstilling, klinisch en radiologisch evalueren
Wat is een totale heupprothese?
Indicatie: artrose of osteonecrose met pijn ondanks conservatieve behandeling
Benadering: voorste(min invasoef maar weinig zicht), anterolateraal(mank lopen door m gluteus medius los) of posterolateraal(groter beeld)
Complicaties: DVT, infectie, zenuwbeschadiging, luxaties, vaatletsel, fracturen, loslating((a)septisch), beelengteverschil, etopische botvorming, overlijden
Levensduur: idee dat 10-15jr, in praktijk langer; afhv leeftijd bij plaatsing
Wat is dysplastische heupontwikkeling?
- spectrum
- risicofactoren: stuitligging, + familie anamnese, afwijkende voetstand, meisjes
- symptomen: heupinstabiliteit, assymetrische huidplooi, abductiebeperking, later beenlengteverschil(Galeazzi= ongelijke kniehoogte in flexie, cave bilaterale luxatie)
Testen: Barlow(luxeren) of Ortolani(reponeren)
Diagnostiek: echo, >9mnd röntgenfoto
Behandeling: Pavlik bandage(<6mnd), gipsbroek, osteotomie
Wat zijn coxitis fugans en M. Perthes?
Presentatie: pijn, mank lopen, hydrops echo, beperkte abductie en endorotatie bij mn jongens van 3-10jr oud
Coxitis fugans(heupontsteking) gaat na aantal dg over
M. Perthes is infarct epifyse
- Oorzaak onbekend
- Complicatie: coxa plana door containment verlies en lateralisatie
- Zeldzaam, meestal jongens lage schoolleeftijd
- Prognose: leeftijd(hoe jonger hoe beter), grootte infarct, containment verlies, 20-30 actieve behandeling(opereren)
Wat is epifysiolysisch capitits femoris?
Afglijden femurkop door groeischijf heen
- (in)stabiele vorm, acuut of chronisch
- Vaker bij jongens, overgewicht en vertraagde puberteitsontwikkeling, 10-17jr
- teken van Drehmann= bij passieve flexie wil been in abductie en endorotatie
- Behandeling: fixatie, zn femurosteotomie
- verwijzen: direct bij verdenking(pijn, niet kunnen belasten)
- Rontgenfoto’s: X-bekken VA, heup in Lauenstein
Wat zijn heupfracturen?
Mn ouderen, vrouwen; na val of trauma; mortaliteit en morbiditeit
Diagnostiek: x-bekken, CT
Soorten en behandeling
- intracapsulair: collum femoris fractuur, cave kopnecrose(mn >75jr) -> DHS, gecannulairde schroeven(kinderen), prothese(Garden I/II, <75jr: kopsparend)
- extracapsulair: minder necrose maar instabieler
Behandeling: stabiel DHS, instabiel intramedullaire osteosynthese, subtrochantere fractuur intramedullaire pen
Bij ouderen evt niet opereren maar pijnstilling
Wat zijn de anamnese en LO bij mank lopende kinderen?
Anamnese: trauma, beloop, triggers, nachtpijn, uitstralende pijn, locatie, recente ziekte, tekenbeten, familiair, aangeboren afwijkingen
LO: looppatroon, zwelling, stand bekken en wervelkolom, test van Trendelenburg(abductoren zwak waardoor inzakken contralateraal been), inspectie, palpatie, functieonderzoek, neurologisch onderzoek, rotaties in buikligging
Wat zijn algehele anesthetica?
- functies: slaap, pijnstilling en spierverslapping
- effect op CZS: verlies bewustzijn en reflexen, korte termijn amnesie en analgesie
- effect op HVS: minder contractiliteit en dilatatie
Werking: - stimuleren remmende neurotransmitters → hyperpolarisatie
- remmen excitatoire neurotransmitters → minder depolarisatie
Inhalatie anesthetica: concentratie stijgt eerst in vaatrijke organen, hoe lager bloed:gas partitiecoefficient hoe sneller opgelost
IV anesthetica: propofol is erg lipofiel, hydrofieler met sojaolie/lechitine(risico contaminatie); eerst (her)distributie en eliminatie en daarna alleen eliminatie
Wat is de MAC/ED50?
MAC= maat potentie anestheticum
ED50= Concentratie nodig om in 50% pt geen respons op pijn
1,3MAC voorkomt in 95%
Afhv olie:gas partitiecoefficient: hoe hoger des te potenter
Wat zijn locoregionale anesthetica?
Schakelen pijn, motoriek, temperatuur- en tastzin uit
Werking: remmen Na+ instroom in zenuwcel
- esters
- amiden(2 I’s; minder allergie): lidocaine
Bovengrenzen om toxiciteit hersenen/hart te voorkomen
Wat doet anesthesist tijdens een operatie?
- bewaken en ondersteunen vitale functies
- Monitoring: ECG, O2 sat, relaxometrie, capnografie(CO2 meten) bij beademing, BD, temperatuur
- Vochtbeleid
- ingrijpen als nodig
Wat is de invloed v/d westerse medische traditie op omgang met pijn?
Kenmerken
- monotheisme: complexe pijn past niet in mechanistisch model
- disease without sufferig, treatment without healing: mismatch behoefte pt en medische behandeling, objectieve disease vs subjectieve illness
- idee van vooruitgang: activistische attitude, iatorgenese
Gevolg: over- en onderbehandeling(mn chronische pijn)
Hoe is de evolutie v/d pijngeneeskunde?
- jaren 50-60: probleemdefinitie: pijn gezien als symptoom onderliggende ziekte/letsel
- jaren 70-80: uitbinding pijngeneeskunde, interne definitie(pragmatisch, somatisch)
- jaren 90-nu: nieuwe inzichten en zorgen, externe definitie(ICD-11)
Hoe zijn patiënten overgevoelig voor pijn geworden?
Buytendijk: algofobie door
- veranderde mentale attitude: minder bereidheid om pijn te verdragen
Argumenten: moderne pijnstillers, culture verschillen, erosie metafysisca en religie, cartesiaan dualisme en mechanisch denken(pijn veroorzaakt door schade)
- toename pijnervaring: meer gevoeligheid voor pijn(als fysiologische eigenschap)
Wat is het verschil tussen excentrische en concentrische contractie?
Excentrische contractie= spier verlengt, kracht tegen zwaartekracht in leveren
Concentrische contractie= spier verkort, max 30% rustlengte
- hoe langer de spiervezels, des te minder kracht geleverd en meer verplaatsing
Statische contractie= spier geactiveerd, origo en insertie verplaatsen niet
Wat is een open/gesloten bewegingsketen?
- heup heeft gesloten bewegingsketen: insertie(been) zit vast, origo(romp) beweegt tov been
- Open bewegingsketen: origo vast, insertie beweegt → schouder
- Lopen: heup in zowel open als gesloten bewegingsketen: bewegend been veweegt tov romp terwijl romp tov standbeen beweegt
Wat is de pes anserinus?
Pezen m gracilus, sartorius en semitendinosus komen samen, waarna insertie op tibia -> ook meehelpen in flexie knie als knie al gebogen
Welke zones bevinden zich in een groeischijf?
Van ver van naar dichtbij boktern
- rustende zone
- proliferende zone
- hypertrofische zone
- gecalcificeerde zone
- ossificatie zone
Wat is hyalien kraakbeen?
- matrix: collageen type II, hyaluronzuur, GAG’s
- chondrocyten liggen soms in chondronen(groepje afkomstig uit 1 chondroblast) in basofiel hof(donker door GAG’s), randzone is lichter en iterterritoriale tussenstof is weer donkerder
- krijgen voeding en O2 door diffusie uit synoviaal vocht
Wat is kraakbeen? Welke soorten zijn er?
Type bindweefsel bestaande uit chondrocyten gelegen in ECM
- ECM: collageen type II, hyaluronzuur, proteoglycanen en glycoproteinen
- chondrocyten in lacunae maken componenten matrix
Soorten
- hyalien -> epifysairschijf, foetaal skelet
- collageen: ook elastine -> oorschelp
- vezelig: collageen type I, fibroblasten, geen perichondrium -> tussenwervelschijf, symphysis pubica, meniscus
Wat is het trigonum femoralis?
Ruimte tussen m sartorius, m adductor longus en lig inguinale waar van mediaal naar lateraal de vena, arterie en nervus femoralis bovenbeen ingaan
Wat is het verschil tussen RA en artrose?
RA
- ontsteking synovium
- erosies
- perifeer
- vervorming botten
- pezen aangetast
- MCP en PIP
Artrose
- degeneratie kraakbeen
- geen ontsteking
- centraal
- CMC1 en DIP
Hoe groeit kraakbeen?
- appostionele groei: mesenchymale stamcellen uit perichondrium differentiëren tot chondroblasten en uiteindelijk chondrocyten
- intersitiele groei: delen chondrocyten
- productie kraakbeenmatrix
Wat is het perichondrium?
Bindweefsellaag om kraakbeen(muv gewrichtsvlak)
- bevat capillairen waaruit diffusie voeding en O2
- collageen type I
- fibroblasten
- mesenchymale stamcellen
Wat zijn NSAID’s?
- remmen synthese prostaglandinen via remming COX-1/2
- remmen ontsteking en koorts
- aspirine voorkomt in lage dosis HVZ: lager tromboxaan door remming COX-1 in bloedplaatjes
- bijwerking: maagproblemen(PGE2 werkt beschermend), bloedingsneiging, infarct
- selectieve COX-2 remmers(-coxib): minder maagproblemen, maar iets groter risico infarct(PGI2 daalt waardoor ongunstig ratio met tromboxaan)
Wat is fibromyalgie?
- aandoening waarbij meer en heftigere pijn gevoeld, veel bijkomende klachten
- oorzaak onbekend
- epidemiologie: 8x zoveel vrouwen, piek 30-50jr
- diagnostiek: sluit andere oorzaken uit, tender points scoren, sociale anamnese, functionele beperking
- behandeling: multidisciplinair, goed slapen, geen pijnstillers, antidepressiva?
- aandachtspunten: minder stress, acceptatie, evenwicht bewegen en rust, pijn onder controle
Hoe werkt paracetamol?
Zwakke remmer van COX-1 en 2
Wat is nociceptieve pijn?
- weefselschade geeft vrijkomen prostaglandines en activatie nocireceptoren
- A-delta vezels: gemyeliniseerd -> scherpe, directe en prikkelende pijn
- C-vezels: ongemyeliniseerd -> langdurige diepe en doffe pijn
Behandelen met paracetamol, NSAIDs of opioïden