Week 3 Flashcards

1
Q

Wat is het grootste kritiek op connectionisme, functionalisme en de identity theory?

A

Ze zijn te brein-centrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stelt de belichaamde geest theorie?

A

Dat het lichaam een rol speelt bij het werken van de geest: cognitieve toestanden worden beïnvloedt door het type lichaam wat een wezen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stelt de gesitueerde geest theorie?

A

Dat de omgeving een rol speelt bij het werken van de geest: cognitieve toestanden worden beïnvloedt door het type omgeving wat een wezen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is stigmergic routine?

A

Signalen uit de omgeving die zorgen voor bepaald gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stelt de belichaamd bewustzijn theorie?

A

Het lichaam beïnvloedt de bewuste toestand van een wezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat stelt de gesitueerde bewustzijn theorie?

A

De omgeving beïnvloedt de bewuste toestand van een wezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stelt de uitgebreide geest theorie?

A

Dat de geest zich uitstrekt tot in de omgeving, door bijvoorbeeld gebruik te maken van hulpmiddelen. Sommige cognitieve processen vinden buiten de geest plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 4 voorwaarden van de uitgebreide geest theorie?

A

Het moet parity hebben, het moet betrouwbaar en dichtbij zijn, het moet betrouwbaar zijn en je moet het makkelijk kunnen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 4 voorwaarden van de uitgebreide geest theorie?

A

Het moet parity hebben, het moet betrouwbaar en dichtbij zijn, het moet betrouwbaar zijn en je moet het makkelijk kunnen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het parity principe?

A

Als je iets doet met een hulpmiddel, behoort het alleen tot de extended mind als je het technisch gezien ook in je hoofd zou kunnen doen, of het zou kunnen herinneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is epistemische actie?

A

Een handeling die de omgeving verandert om zo cognitieve processen te helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is iets meervoudig realiseerbaar?

A

Wanneer het verschillende dingen kan betekenen, die niet hetzelfde zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelt het functionalisme?

A

Een mentale toestand is een combinatie van sensorische inputs, andere mentale toestanden en motorische outputs. Er is een causale relatie. De geest is meervoudig repliceerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een propositionele attitude?

A

Een mentale toestand met intentionaliteit, die onafhankelijk is van andere PA’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Turing Test?

A

Een machine die probeert om je te laten denken dat het een mens is, als hij daarin slaagt dan is dat bewijs dat de computer kan nadenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat stelt cognitivisme?

A

Cognitie is symbolische mentale staten, en die kunnen we manipuleren via regels en algoritmen. Computers kunnen nadenken.

17
Q

Wat stelt het Chinese room experiment?

A

Een computer die symbolen volgens de regels kan manipuleren, snapt het eigenlijk niet. Het volgt gewoon de regels

18
Q

Wat stelt het connectionisme?

A

Je brein is een neuron netwerk, die kun je nabouwen. Een unit krijgt input en geeft output, en je kan units onafhankelijk van elkaar aanpassen. Als het niet werkt, pas je het terug aan

19
Q

Wat is de Frankenstein hypothese?

A

Je hoeft alleen naar het brein te kijken om de plek van de geest in de wereld te begrijpen

20
Q

Wie bedacht het Zombie Experiment?

A

Chalmers

21
Q

Wat stelt het zombie gedachtenexperiment?

A

Er is een identieke kopie van de wereld, maar er zijn geen fenomenale ervaringen. De mensen zijn zombies. Als alle acties van de zombie in fysieke termen uitgelegd kunnen worden, dan zijn fenomenale ervaringen fysiek, en is fysicalisme/materialisme correct

22
Q

Wat zijn de 2 argumenten tegen het zombie gedachtenexperiment?

A

Zombies bestaan misschien helemaal niet.
Het experiment is zo opgezet dat als je er in gelooft dat je dualisme al geaccepteerd hebt

23
Q

Wat stelt epifenomenalisme?

A

Dat mentale staten geen causale reacties teweeg kunnen brengen