Consciousness H7 Flashcards

1
Q

Wat is het cocktailparty effect?

A

Je kan je focussen op 1 gesprek tijdens een feest. Of je aandacht wordt getrokken omdat iemand je naam zegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent het dat aandacht contrastief is?

A

Aandacht beïnvloedt je qualia of de inhoud van je bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het schijnwerper metafoor?

A

Dat je je aandacht richt op iets, en ervaringen structureert in voor- en achtergrond. Het beïnvloedt hoe de inhoud gerepresenteerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de highlight metafoor?

A

Als je je aandacht ergens op richt, en de kwalitatieve verandering ziet. Iets wordt scherper, feller, luider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is inattentional blindness zo sterk?

A

Aandacht wordt gestuurd door je verwachtingen, doelen en hoe je informatie selecteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het onbewuste aandachtsfenomeen?

A

Dat aandacht een rol speelt in onze ervaringen zonder dat we ons hiervan bewust zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt actieve aandacht?

A

Je richt je aandacht bewust ergens op. Het is top-down, en gaat via het dorsale systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt passieve aandacht?

A

Je aandacht wordt getrokken. Het is bottom-up en gaat via het ventrale systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn 3 tegenargumenten tegen: iedereen weet wat aandacht is

A

Onbewuste aandacht, de 2 neurale mechanismen en verschillende vormen van aandacht. Hoe kunnen we dan zeggen dat aandacht überhaupt 1 fenomeen is, en beschrijven hoe dat voelt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een reductionistische aanpak?

A

Aandacht verklaren door 1 neuraal mechanisme, een fundamenteel iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt het eliminativisme over aandacht?

A

Het idee van aandacht bestaat niet, we moeten aparte theorieën bedenken over elke vorm ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stelt de competitive bias theorie?

A

Je aandacht kiest welke prikkels uit de omgeving je verwerkt d.m.v. neurale competitie. Aandacht is biased omdat het gestuurd wordt door je doelen, verwachtingen, emoties, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is neurale competitie?

A

Verschillende processen en informatiebronnen concurreren voor controle over het brein, en de winnaar krijgt de aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met de theorie die stelt dat aandacht een informatiezender is naar het werkgeheugen?

A

Aandacht is een neuraal proces relevant voor handelingen of denken. Informatie wordt op verschillende niveaus verwerkt. Op een laag niveau heeft het invloed op ons, maar merken we het niet. Aandacht beslist of iets een hoger niveau krijgt, en zend het naar ons werkgeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar was Prinz een aanhanger van?

A

De theorie van informatiezender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de grootste kritiek op de reductionistische theorieën?

A

Ze nemen fenomenologie niet serieus

17
Q

Wat stellen niet-reductionistische theorieën?

A

Dat aandacht niet zomaar een neuraal mechanisme is, en dat je ook naar persoonlijke factoren moet kijken

18
Q

Wat stelt de theorie van het structurerend mechanisme?

A

Aandacht organiseert en structureert verschillende neurale processen tot 1 bewuste ervaring

19
Q

Waar was Watzl een aanhanger van?

A

De theorie van het structurerend mechanisme

20
Q

Waar was Block een aanhanger van?

A

De theorie van toegangsbewustzijn

21
Q

Wat stelt de theorie van het toegangsbewustzijn?

A

Aandacht = het toegangsbewustzijn. Het zorgt ervoor dat het fenomenale rapporteerbaar is, ons handelen kan sturen en te gebruiken is in redeneerprocessen

22
Q

Wat is de grootste kritiek op niet-reductionistische theorieën?

A

Zijn ze wel wetenschappelijk?