Week 3 Flashcards

1
Q

HR De Vries/gemeente Vorst

A

Is de rechter gebonden aan een eigen eerdere beslissing → ja als deze feitelijk of juridisch onjuist is, eisen van de goede procesorde in acht nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ciba Geigy/Voorbraak

A

Degene aan wie een verbod door de rechter in kort geding is opgelegd, behoort zich hieraan te houden zolang dat verbod van kracht is. Degene die door dreiging met executie de ander hee[ gedwongen zich aan het verbod te houden, is dan echter wel aansprakelijk voor de schade die de wederpartij als gevolg daarvan heeft geleden. Het tijdelijke karakter van een voorlopige voorziening brengt namelijk met zich mee dat, zodra in het bodemgeschil blijkt dat het verbod ten onrechte is gewezen, het afdwingen van het verbod uit de voorlopige voorziening als onrechtmatig kan worden gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

M’Barek/Van der Vloodt

A

Gee[ drie vereisten voor de toewijsbaarheid van een geldvordering in kort geding:
a) Er moet sprake zijn van een spoedeisend belang bij een onmiddellijke voorziening
b) Het bestaan van de vordering moet voldoende aannemelijk zijn
c) In de afweging van belangen moet het risico van onmogelijkheid van terugbetaling worden betrokken (restitutierisico, solvabiliteit eiser).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Staat/Van Galen

A

Artikel 128 lid 3 Rv: concentratie van verweer –> twee soorten verweren: exceptief en principaal. In dit arrest bepaalde de HR dat exceptief zijn de verweren die ertoe strekken dat de rechter op grond van regels van zuiver processuele aard niet tot een inhoudelijke beoordeling van de rechtsbetrekking in geschil kan komen (bv. nie;gheid dagvaarding etc.). Principale verweren zijn de overige verweren (verjaring, gezag van gewijsde etc.). NB: exceptieve verweren dienen bij de CvA naar voren gebracht te worden, daarna kan dat niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Janssen/Hobbelen

A

Op welke gronden mag de rechter aannemen dat een verweer er niet meer is –> door vermelding van feiten en omstandigheden waar hij die ondubbelzinnige prijsgave op baseert. Het enkele zonder bericht niet verschijnen ter comparitie is ontoereikend voor die aanname (dit is dus niet ondubbelzinnig).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly