Week 3 Flashcards
Klachten bij hartfalen
- kortademigheid
- oedeem
- orthopneu
- hartkloppingen
- moeheid
- inspanningstolerantie
Wet van Pascal
p = p (density) x g (9,81) x h (hoogte in meters) pbloed = 1,055*10^3 pwater = pspierweefsel = 1,0*10^3
Formule Flow bloedvat
F = v x A
Formule voor laminaire flow
Wet v. Poiseuille: p = F * R
Plasma-skimming effect
relatief minder erytrocyten in een aparte aftakking van bloedvat vergeleken met bloedvat zelf, komt door de laminaire flow
Laminaire vs. turbulente flow
Laminair: bloed in het centrum van het vat stroomt het snelst. Geen geruis waarneembaar.
Turbulent: werveling van de bloedflow, treedt op bij vernauwing, langzaam nauwer worden van het vat, systole of inspanning. Er is geruis waarneembaar. Consequenties hiervan zijn: optreden vaatgeruis, vaattrilling voelbaar, energieverlies, beschadigingen vaatwand en trombosevorming.
Formule voor turbulente flow
Getal van Reynolds: Re = 2 * r * Vgem * p (dichtheid)/ n (viscositeit)
Evenredig met:
- dichtheid vloeistof
- diameter vat
- gemiddelde stroomsnelheid
Omgekeerd evenredig met viscositeit.
Als Re kleiner is dan 2000 stroomt het bloed laminair, groter dan 3000 stroomt het turbulent.
Wat is de gemiddelde arteriële druk?
Twee keer diastolische druk, één keer de systolische druk
Formule Flow van een orgaan
F = bloeddruk * Rorgaan
Oorzaken pompfalen
Primair: aandoening aan het hart zoals myocarditis of MI.
Secundair: als gevolg van overbelasting hartspier zoals drukbelasting door hoge bloeddruk of volumebelasting door lekkende klep.
Welke factoren zorgen voor compensatie naar decompensatie bij hartfalen?
Neurohumorale activatie:
- Bèta-receptor, de gevoeligheid en dichtheid nemen af; b-remmers geven kan dit voorkomen.
- RAAS-activatie, zorgt voor hypertrofie; ACE-remmers remmen dit systeem en dan kunnen mensen langer leven.
Inflammatie:
- Cytokines, TNFa; apoptose.
Remodellering:
- veranderingen in ECM
- flow/metabole afwijkingen
- pathologische signaaltransductiepaden
- cardiomyocyt dysfunctie; ca huishouding verstoord, dysfunctie contractiele apparaat.
Systolisch en diastolisch hartfalen
systolisch: HFrEF
diastolisch: HFpEF
Bloed kan regelrecht van een arteriole naar een venule lopen, hoe kan dit?
Dit gebeurt met name wanneer de sphincters naar omliggende capillairen dicht zijn. Arteriolen en sphincters reguleren de bloedtoevoer naar de capillairen.
regulatie bloedflow per orgaan
Neuraal: constrictie naarmate de sympathicus meer wordt geactiveerd.
Lokaal:
- Rek leidt tot vasoconstrictie (myogeen mechanisme)
- Behoefte (metabool mechanisme)
- Flow (endotheel gemedieerd mechanisme) als de flow bijv. toeneemt vindt er dilatatie plaats met name in grote arteriolen
Activatie van RAAS vindt plaats bij
een laag bloedvolume en lage bloeddruk: dehydratie en bloeding
cardiovasculaire- en nierschade
Wat zie je bij een overactief RAAS systeem?
hypertensie, hartfalen, nierschade, fibrose
Wat voor werking heeft angiotensine II?
een antidiuretische werking
RAAS: 3 factoren van de nieren waardoor er renine wordt geproduceerd
- Bij laag natrium geven de macula densa cellen dat door aan de nieren.
- Bij een lage bloeddruk worden de juxtaglomerulere cellen geactiveerd, ze storen renine vanuit blaasjes in de bloedbaan.
- De sympathische vezels zorgen voor meer NA vanuit de bijnieren, bindt aan b1-receptor.