Week 2 - Emotieregulatie Flashcards

Lecture 2 + H6

1
Q

Wat is emotieregulatie?

A

Een proces waarbij je controle uitoefent op je emoties, en de intensiteit of duur verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn instrumentele emoties?

A

Emoties met een doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 5 stappen van het Procesmodel van emoties?

A
  1. Selecteren van een situatie
  2. Situatie modificatie
  3. Aandacht sturen
  4. Cognitive change
  5. Response modulation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is reappraisal?

A

Aanpassen hoe je een situatie interpreteert, en dus ook hoe het je raakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is expressive surpression?

A

Het niet uiten van een emotie, maladaptieve emotieregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn hedonische en instrumentele doelen van emotie?

A

Hedonisch: ik wil chocola eten om me beter te voelen
Instrumenteel: ik wil afvallen
Deze zijn vaak in strijd, en welke wint hangt af van je appraisal, regulatie, motivatie, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is downregulatie?

A

Het gevoel van de emotie onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is rumineren?

A

Wanneer je ergens aan blijft denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is oppeppen?

A

Proberen om positieve emoties te induceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is catastroferen?

A

De nadruk van je gedachten leggen op hoe erg iets is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is relativeren?

A

Vergelijken met slechtere situaties, want het kan altijd erger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is appraisal?

A

Hoe je een situatie evalueert, of we er meer aandacht aan moeten besteden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelde Lazarus over appraisal?

A

Ze gaan over hoe goed of slecht een situatie is voor een persoon, en hoe ze te maken hebben met je concerns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn concerns?

A

Iemands persoonlijke doelen en ambities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is primary appraisal?

A

De automatische evaluatie van een situatie, is het gevaarlijk of belonend?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is secundary appraisal?

A

Opzettelijke en bewuste evaluaties van een situatie, om te beslissen wat je moet denken en wat er gebeurd is

17
Q

Hoe is priming gerelateerd aan appraisal?

A

Wanneer we bewust zijn van emotionele priming, zijn we minder geneigd om dat onze evaluaties van andere dingen te laten beïnvloeden

18
Q

Wat zijn de 2 manieren om na te denken over appraisals?

A

Discreet en dimensioneel

19
Q

Wat is de discrete benadering van appraisal?

A

De benadering die stelt dat appraisals direct tot emoties leiden

20
Q

Wat is de dimensionele benadering van appraisal?

A

De benadering die stelt dat de secundaire appraisal sociaal geconstrueerd is, en meerdere dimensies kan hebben. Het kan ook leiden tot meer emoties dan de primaire appraisals

21
Q

Wat stelt de theorie van discrete emoties?

A

Tijdens de primaire appraisal wordt gegeken of een situatie belangrijk is voor jouw concerns. Als dat zo is, wordt er gekeken naar of het congruent of incongruent is ten opzichte van die concerns. Als het congruent is, komt er een positieve emotie. Anders een negatieve emotie

22
Q

Wat is de core relational theme?

A

De essentie van een emotie, komt voort uit de secundaire appraisal. Wanneer je hebt nagedacht over hoe je moet reageren op een event en wat daar de gevolgen van kunnen zijn

23
Q

Waarom is de theorie van discrete emoties niet helemaal goed?

A

Het houdt geen rekening mee met dat kenmerken van emoties heel erg overeen kunnen komen met elkaar, of dat we kunnen switchen van emoties

24
Q

Wat zijn de 8 dimensies van emoties volgens Smith en Ellsworth?

A
  1. Aandacht
  2. Zekerheid
  3. Controle/coping
  4. Aangenaamheid
  5. Ervaren obstakel
  6. Verantwoordelijkheid
  7. Legitimiteit
  8. Verwachte moeite
25
Q

Wat is een grote beïnvloeder van emoties?

A

Agency, hoeveel controle en verantwoordelijkheid je hebt over een situatie

26
Q

Wat stelt het Component Process Model?

A

We evalueren situaties in verschillende stages. Eerst of het nieuw en relevant is, daarna over hoe zeker we dat weten, hoe het relevant is voor onze doelen, hoeveel controle we hebben en daarna hoe normaal het is.

27
Q

Wat is tertiare appraisal?

A

Een reflectieve fase van evaluatie, vaak door het erover te hebben met anderen

28
Q

Wat is een subordinate (ondergeschikt) level van emotie?

A

Emotionele staten die vallen onder een basisemotie (verdriet –> depressie, teleurstelling)

29
Q

Wat is alexithymia?

A

Wanneer een taal weinig woorden heeft voor emoties, waardoor het moeilijk is om emoties onder woorden te brengen

30
Q

Wat is het constructivist perspectief van emoties?

A

Het idee dat emoties voortkomen uit fysiologische processen