WEEK 2 Flashcards
Verschillen in ER: gender verschillen bij EQR
mannen scoren hoger op suppression
Verschillen in ER: habitual use of reappraisal and suppression
- habitual use van reappraisal heeft meer positieve effecten
- habitual use van suppression heeft meer negatieve effecten
Meetinstrument ER waarbij het doel is: to understand the reflective or meta processes that accompany many mood states
TMMS
Meetinstrument ER waarbij doel is: meten van een set van skills involved in processing van emotion relevant information
MSCEIT
Meetinstrument ER voor meten van lack of emotional awareness
DERS
… emotions zijn essentieel voor emotional wellbeing (gebruikt bij LR-method)
Target emotions
Mate waarin je het idee hebt dat je zelf iets kan veranderen (aan emoties):
self efficacy
dagelijkse routine, organisatorische structuren, reward structures, social expectancies
‘Cultural in the world’
internalized goals, values, meaning, representations, behavioral repertoires
‘cultural in the head’
emotional states that are most adaptive, desirable and valued in a specific sociocultural context:
Endpoints van ER (gedefinieerd door culturele modellen)
Verschillen in motivational focus to reach goals
Individuele culturele verschillen
Verschillen in sociale realiteiten die individuen encountered, sociale rules about injunctive norms (‘ought’), ideal emotions or descriptive norms
Sociale culturele verschillen
iemand gelooft dat diegene een vaststaande ability heeft voor iets, verlies van motivatie door challenges/setbacks
entity beliefs
iemand heeft idee dat hij invloed kan uitoefenen op hoe goed hij ergens in is
incremental beliefs
Bedreigingen van iemand’s abilities
ego threats