Week 2 Flashcards

1
Q

Wat is nociceptieve pijn?

A

Nocisensoren worden geprikkeld. De pijn ontstaat in de hersenen. Er is hier sprake van schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is niet-nociceptieve pijn?

A

Het ontstaat niet in de nocisensoren. iedere vorm van neuropatische pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de pijnneuromatrix?

A

Verschillende gebieden in de hersenen die wanneer zij gecombineerd geactiveerd worden het gevoel van pijn geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie bepaald waar de pijn gevoeld wordt?

A

Gyrus postcentralis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie geeft betekenis aan wat de pijn precies is?

A

De Prefrontale cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat geeft de posterieure parietale cortex aan?

A

In wat voor situatie ben je en ben je hier eerder geweest?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de neurotransmitter van de C vezel?

A

Substance P.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de neurotransmitter van de A delta vezel?

A

Glutamaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar zit de centrale sensitisatie?

A

In de synaps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan centrale sensitisatie ontstaan?

A

In de hersenen hebben wij een gebied, het PAG en NRM, deze gebieden kunnen ervoor zorgen dat de synapsen van de c vezel in het ruggenmerg minder gevoelig worden. Als er herhaling is van een bepaalde schade of hevige pijn dan kan er meer gevoeligheid optreden. De schade is heel heftig dus er ontstaat heel veel substance P waardoor de verbinding gevoeliger gemaakt wordt en er uiteindelijk meer pijn gevoeld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor wordt het PAG geactiveerd?

A

Serotonine, noradrenaline, dopamine en endorfine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het overactief pijnfasciliterend mechanisme?

A

Op het momen dat je zelf meer aandacht hebt voor de pijn zal het meer pijn doen. Door meer aandacht zal er een pijnfasciliterend mechanisme op gang komen. Deze stimuleert de C vezel wat de pijn in gang houdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorzaken voor centrale sensitisatie

A

Hele heftige pijn/schade
Niet goed functionerende pijndemping
Overactief pijnfasciliterend mechanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom helpt sporten bij centrale sensitisatie?

A

Het leid af
Endorfine komt vrij
Alfamotorneuronen uit hetzelfde gebied kunnen komen en daardoor ook de pijn kunnen remmen (poorttheorie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 2 soorten pijn?

A

Nociceptieve pijn

Niet-nociceptieve pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly