Week 2 Flashcards
Noem kenmerken van non-proliferatie.
Post-mitotic; embryonaal; lange levensduur; geen regeneratie; degeneratie door veroudering. Voorbeeld: zenuwstelsel.
Wat is voorwaardelijke proliferatie?
Induceerbaar stamcel-compartiment. Voorbeeld: lever na partiële verwijdering > regeneratie.
Zijn gewone cellen of kankercellen substraat-afhankelijk?
Gewone cellen bijv. fibroblasten vaste onderlaag nodig om op te hechten.
Beschrijf het actief cytoskelet van gewone cellen.
Celvorm afgeplat en beweging cellen over oppervlak.
Beschrijf kankercellen wat betreft celvorm en kern:cytoplasma.
Kleinere en bollere cellen; kern:cytoplasma toegenomen.
Uit welke pathologische criteria kan de gradering/stadiëring bekend worden gemaakt?
Mitosefrequentie en weefseldoorbraak.
Waarom zijn gewone cellen serum-afhankelijk?
Serum bevat groeifactoren.
Wat doet een gewone cel bij een hoge celdichtheid?
Remming celgroei (max. monolayer; arrest in G1) en remming celbeweging (evenwijdige oriëntatie), waardoor contact-inhibitie (contacten met andere cellen).
Wat doet een kankercel bij een hoge celdichtheid?
Piling up (multilayer), waardoor hogere celdichtheid; criss-cross.
Hoe komen normale cellen aan een beperkte levensduur?
Verdubbelingslimiet.
Welke twee aminozuren kunnen gemuteerd zijn bij RAS-mutatie?
Glycine 12 of glutamine 61.
Puntmutaties veroorzaken een MIN/CIN fenotype.
MIN
Welke soorten puntmutaties zijn er?
Transities (purine wordt purine), transversies (purine wordt pyrimidine) en kleine inserties en deleties (leesraamverschuivende mutaties).
Chromosomale afwijkingen veroorzaken een MIN/CIN fenotype.
CIN
Welke chromosomale afwijkingen zijn er?
Translocaties, amplificaties (eiwitoverexpressie), deleties (verlaagde eiwitexpressie en LOH), aneuploidie (over-/onderexpressie en LOH).
Welke twee dingen zijn belangrijk bij epigenetica?
DNA methylering en histone modificatie.
Wat gebeurt er bij spontane hydrolyse van N-glycosyl verbinding tussen suiker en base? Verstoort dit DNA dubbelhelix? Reparatie?
Abasische plaats; verstoort niet; BER.
Wat gebeurt bij deaminatie van basen? Verstoort dit dubbelhelix? Reparatie?
Cytosine wordt uracil, dus CG wordt UG, waardoor bij replicatie UA (mutant) en CG; verstoort niet; BER.
Noem een voorbeeld van directe DNA beschadiging.
Ethyleen oxide.
Hoe indirecte DNA beschadiging door stof? Noem een voorbeeld. Verstoort dit dubbelhelix? Reparatie?
Metabole activatie. Benzo[a]pyreen wordt epox; verstoort; NER.
Waardoor oxidatieve DNA schade? Verstoort dubbelhelix? Wat voor schade? Template? Reparatie?
Zuurstofradicalen door metabolisme; verstoort niet; enkelsstrengsbreuk; 8-oxoguanine (mutageen); complementaire DNA streng; BER.
Welk stof geproduceerd door organismen kan DNA-schade veroorzaken?
Aflatoxine (schimmel).
Wat voor schade veroorzaakt UV? Reparatie? Template?
Intrastreng crosslinks; NER; zusterchromatide.
Wat voor schade veroorzaakt cis-platine? Hoe? Reparatie? Template?
Intra- en interstreng crosslinks; reageert met N7 van G; resp. NER en HR; ZC/HC.
Wat voor schade veroorzaken ioniserende stralen? Reparatie? Template?
Dubbelstrengsbreuk; HR, NHEJ; ZC/HC.
Hoe worden basepaar mismatches gerepareerd? Template?
MMR; CS.
Hoe verloopt long patch BER?
OGG1 (catalyseert N-glycosyl verbinding) of UNG; base flipping, waardoor abasische plaats; AP endonuclease knipt DNA-streng; DNA polymerase mbv CS, maar flap, dus flap endonuclease; ligase zet laatste deel 3’OH aan 5’dRP.
Hoe verloopt short patch BER?
Niet-beschadigde nucleotiden worden niet vervangen, dus: 5’dRP lyase na AP endonuclease; polymerase en ligase.
Hoe verloopt global genome NER?
Schade herkenning door o.a. XPC (zweeft door cel); opbouwcomplex door XPA; positionering en ontwinding door XPF; dubbele incisie door XPF en XPG; opvullen.
Hoe verloopt transcription-coupled NER?
CSB eiwit gaat DNA af en komt vast te zitten bij fout. Dan weer vanaf opbouwcomplex.
Welk reparatiemechanisme is defect bij XP? Hoe worden de symptomen hierdoor verklaard?
Global genome NER; zorgt voor voorkomen van mutaties, dus defect > tumoren.
Welk reparatiemechanisme is defect bij Cockayne Syndroom? Hoe worden de symptomen hierdoor verklaard?
Transcription-coupled NER; zorgt voor cellulaire overleving, dus defect > snel oud, neuro problemen.
Hoe verloopt NHEJ? Is het herstel nauwkeurig?
Twee uiteinden aan elkaar ligeren, geen template, waardoor onnauwkeurig herstel. Zorgt voor diversiteit bij Ig.
Welk ziektebeeld past bij een defecte NHEJ?
SCID (auto-immuunziekte)
Hoe ontstaan de DNA dubbelstrengsbreuken in Ig locus?
RAG 1 en 2.
Hoe verloopt HR? Is het herstel nauwkeurig?
Breukherkenning en verwerking tot enkelstrengsstaart; basepairing tussen gebroken chromatide en ZC; synthese ontbrekend DNA en ligatie gebroken strengen; resolutie verbonden ZC’s. Nauwkeurig herstel.
Waar zorgen RAD51 moleculen voor?
Vormen filament op enkelsstrengsstaart en zorgen voor basepairing.
Waardoor worden RAD51 moleculen beïnvloed?
BRCA1/2 eiwitten.
Waardoor kan LOH veroorzaakt worden?
Als HC ipv ZC gebruikt wordt en als interne chromosomale deletie.
Welke drie zaken zorgen voor nauwkeurigheid van DNA replicatie?
Proofreading (denk aan C*), MMR (defect zorgt voor HNPCC; RER fenotype) en base selectie.
Wat doen minder nauwkeurige translesie DNA polymerasen?
Ze slaan schade over, dus schade tolerantie itt nauwkeurige replicatieve DNA polymerasen (a en d) die stoppen bij schade.