week 2 Flashcards
Wat houd pack-years in bij mensen die roken?
het aantal pakjes per dag x het aantal jaar dat ze gerookt hebben.
- hoelang iemand heeft gerookt is ook van belang
Wat zijn lokale symptomen van tumorgroei in de longen?
- luchtweg
- pleuravocht
- pleura/thoraxwandingroei
- ingroei nervus recurrent
- oesophaguscompressie
(centrale) luchtweg
- hoest
- sputum
- infectie
- hemoptoe
- dyspnoe
pleuravocht
- dyspneu, hoest, pijn
pleura/thoraxwandingroei
- pijn
ingroei nervus recurrent
- heesheid
oeaophaguscompressie
- passagestoornissen
Wat is het vena cava superior syndroom? Hoe presenteert de patiënt zich
Een tumor in de rechterlong groeit in of om de v. cava superior heen. Dit kan compressie geven op de v. cava superior –> stuwing, patiënt presenteert zich met een gezwollen hals, gelaat, gestuwde halveren, hoofdpijn of vaattekeningen op de huid
Wat is het Horner syndroom? Hoe presenteert de patiënt zich?
de sympatsiche zenuwstreng wordt aangetast (plexus brachialis), dit wordt veroorzaakt door een tumor in de longtop.
patiënten presenteren zich met: schouderklachten, miosis (vernauwde pupil), ptosis (afhangend ooglid), anhidrosis (niet kunnen zweten) en enoftalmie (terugzakken van oogbol)
wat is het pancoast syndroom? en hoe presenteert het zich bij de patiënt
Door superior sulcus tumor van long als gevolg van ingroei van plexus brachhialis
- pijn in schouder uitstralend naar (arm)
- syndroom van Horner heb je er dan al bij
- zwakte en atrofie van handmusculatuur
Wat te doen bij verdenking op longcarcinoom?
- weefseldiagnostiek: niet-kleincellig vs kleincellig vs andere diagnose
- stadiering
- pre-operatief onderzoek
Hoe ziet de anamnese eruit voor een longcarcinoom?
- moeheid
- klachten door tumor (hoest etc)
- vraag naar voorkomende metastasen
- neuro klachten, botpijnen
WHO-PS (performance status) willen we ook graag weten.
Waar kijken we naar bij lichamelijk onderzoek van iemand die verdacht wordt van longcarcinoom?
- gewichtsverlies > 10kg in 3 maanden
- lymfadenopathie
- heesheid
- vena ava superior syndroom
- hepatomegalie
- weke delen zwelling
- kloppijn van de wervelkolom
Wat is een mesothelioom?
tumor uitgaande van de longvliezen = pleura
- groeit diffuse over de pleura
- veroorzaakt door asbest
wat is het verschil tussen adenocarcinoom en plaveiselcelcarcinoom?
zegt iets over de klieren
- vaak buisvormig
plaveiselcelcarcinoom
- verhoorning
- sterk in verband met roken
Wat is kenmerkend voor adenocarcinomen in SITU?
- verdikte tussenschotten
- multifocaal (kunnen op meerdere plaatsen in de long voorkomen)
Wat is een PET-scan en wat kunnen we hiermee opsporen?
- detecteert radio-actief suikermoleculen
- opname in weefsel met hoger metabolisme
- bijna totale body scan
- onverwachte M1 bevinding (10%)
- mediastinum is beter te beoordelen tov een CT scan
Welke vorm van diagnostiek wordt gebruikt voor de beoordeling van de verdenking op longkanker?
Een bronchoscopie, geeft informatie over de uitbreiding van de tumor. Gaat via een de luchtpijp naar binnen met behulp van een videochip
- zeer gevoelig voor centrale tumoren: 88%
- perifere tumoren, lagere sensitiviteit: 33%
Wat is het verschil tussen endoscopic ultrasound system(EUS) en endo bronchial ultrasound EBUS?
EUS: via de slokdarm onder echoscopie een punctie genomen
- linkszijdig deel bovenste deel mediastinum
- subcarinale klier
- onderste deel mediastinium beiderzijds
- linker (en rechter) bijnier (via de maag)
EBUS: wordt via de trachea een punctie afgenomen.
- bovenste deel mediastinum beiderzijds
- subcarinale klier
- hilaire klieren
Leg het TNM stagnering systeem uit?
T: tumor grootte/locatie
N: lymfeklier uitzaaiing
M: uitzaaiingen naar andere organen
N1: in de hilus van dezelfde long als de tumor
N2: tussen de longen in, maar aan dezelfde kant als de tumor
N3: lymfemetastase in andere deel van de long als waar de tumor zich bevind.
M0: geen metastasen op afstand;
M1: metastasen op afstand. Vaak in de hersenen, bot , bijnieren, lever, pleura en het pericard en sporadisch in de darm, huid en ogen etc.
Waarom stadieren we?
1.
2.
welke onderzoeken worden gedaan om te kijken of een patiënt operabel is?
- longfunctie-onderzoek
- spirometrie, diffusiecapaciteit
- inspanningstest
- cardiologisch onderzoek
- voedingstoestand
- performance status
Wat is er belangrijk bij een long resectie?
principes van een oncologische longresectie
- anatomische resectie (kwab of long)
- vrije snijvlakken
- lymfklierdissectie (N1 en N2 stations)
irradicale resectie niet zinvol
Hoeveel procent van de patiënten met longkanker verschijnen bij de chirurg?
25%
bij overige patiënten
- metastasen
- irresectabel
- inoperabel
Wat is de standaardbehandeling voor longkanker geworden?
chemoradiotherapie, gevolgd door immuuntherapie
- concurrent is beter dan sequentieel
- meer toxiciteit (slokdarm, longen)
Hoe behandelen we kliencellig longcarcinoom?
- St I, II operatie gevolgd door chemotherapie
- st III: chemo radiotherapie
- St IV chemotherapie
- echter: laatste jaren geen echte nieuwe behandelingen beschikbaar, maar beperkt effect van immunotherapie
Waar moet op gelet worden bij een pleurapunctie?
het is belangrijk om naar het aspect van het vocht te kijken
- transsudaat: helder –> duid op overvulling
- eiwitrijk exsudaat: geel/oranje achtige vocht wat duid op ontsteking
hoeveel ml mag maximaal worden afgenomen bij iemand met een pleurapunctie? wat zijn anders de risico’s?
1500 ml, bij meer als 1500 ml dit omdat de patiënt dan kan flauwvallen door groot vochtverlies.
Wat zijn contra-indicaties voor een pleurapunctie?
- bloedverdunners
- laag trombocyten aantal
Wat houd pleurodese in?
de pleurabladen worden met talk aan elkaar geplakt, dit veroorzaakt een ontstekingsreactie waardoor de pleurabladen aan elkaar blijven zitten.
andere middelen zijn: tetracycline en bleomycine
Wat wordt in palliatieve zorg gebruikt met mensen die terug vocht in de pleuraholte krijgen?
wanneer is dit geïndiceerd?
getunnelde pleura catheter, hiermee kunnen mensen naar huis.
Alleen geïndiceerd bij maligne pleuravocht.
Wat wordt bedoeld met nociceptieve pijn en hoe wordt deze pijn bestreden?
Is pijn wat ontstaat door ontstekingsreactie ten gevolge van weefselbeschadiging.
WHO Ladder:
- stap 1: NSAID en paracetamol
- stap 2: zwak opioid met nasi of paracetamol
- stap 3: sterk opioid met NSAID of paracetamo
- stap 4: sterk opbied parenteraal