week 2 Flashcards
hoe heeft de bevolking invloed op het beleid?
door verkiezingen op de regering en/of president en leden van een vertegenwoordigend parlement en/of door direct zelf beslissingen te nemen
welke drie soorten democratieën zijn er?
- meerderheidsdemocratie
- respresentatieve democratie
- directe democratie
wat zijn de democratische voorwaarden?
- invloed; actief en passief kiesrecht
- deliberatie = vrije discussies en geheime verkiezingen; politieke grondrechten en parlementaire immuniteit
- inclusie; gelijke rechten voor iedereen en evenredigheid
- transparantie; openbaarheid van informatie en transparantie = beschikken tot informatie over de overheid
waarom een democratie?
- ‘omdat het werkt’
- het creëert stabiliteit en vrede
- nooit een ontevreden volk voor een lange tijd door elke 4 jaar verkiezingen
of - geen doelmatigheid
- maar moraliteit en zekerheid
- de menselijke waardigheid seelt een rol in de politiek
waarom geen democratie?
- opnieuw ministers kiezen zorgt voor verschillende besluiten en is inefficiënt
- kosten van de verkiezingen
- is de bevolking wel intelligent genoeg?
voorstellen van democratisch onderhoud en de problemen daarvan
- nepnieuws aanpakken; censuur
- kiesdrempel invoeren; pluriformiteit gaat verloren
- gekozen minister-president; kan andere kleur hebben als de regering
wat zijn dignified parts?
de monarchie, de koning en zijn familie, de uitstraling en symbol van de overheid
wat zijn effcient parts?
het parlement, de werkende delen, de minister
waar staat de troon van de koning en waarom?
vroeger –> tweede kamer omdat hij het voor het zgegen had
nu –> minder prominente plek want de macht van de koning is afgenomen
wat is de koning voor bron?
symbolisch
wat is de staten-generaal voor bron?
feitelijk
welke regeervormen zijn er?
parlementair stelsel
presidentieel stelsel
semipresidentieel stelsel
wat is het parlementair stelsel?
parlement, bevolking kiest het aprleemnt, basis regering, koning benoemt de ministers
wat is ministeriele verantwoordelijkheid?
koning is onschendbaar, en ministers zijn verantwoordelijk dus parlement kan om verantwoording vragen
wat is de vertrouwensregel?
minister moet aftreden als zij niet langer het vertrouwen hebben van het parlement