week 2 Flashcards
modal completion
wanneer je een figuur in je gedachten afmaakt, terwijl er eigenlijk geen grenzen zijn
amodal completion
wanneer je een figuur in je gedachten afmaakt, wanneer deze eigenlijk wordt onderbroken
sensatie
is de stimulatie van sensorische receptoren
transductie
fysieke signalen die worden omgezet in neurale signalen
feedforward
bottom-up (naar het brein toe)
feedback
top-down (van het brein af)
topdown informatie beinvloedt perceptie op 3 manieren
kennis van de context, ervaring en predictive coding
predictive coding
het brein heeft verwachtingen van wat we kunnen gaan waarnemen
cognitive penetrable
hogere cognities beïnvloeden onze percepties
cognitive impenetrable
hogere cognities beïnvloeden niet onze percepties
object segmentatie
het onderscheiden van objecten en achtergronden in een afbeelding. een voorbeeld hiervan is figure ground organization
regel van enclosure
figure ground organization, als een gedeelte van een plaatje volledig omringd wordt door een ander gedeelte wordt dat deel als het figuur gezien
regel van symmetry
figure ground organization: symmetrische delen van een plaatje worden eerder gezien als het figuur
regel van convexity
figure ground organization: als een deel van een plaatje uitpuilt, terwijl het andere deel juist inklapt, wordt het uitpuilende deel gezien als het figuur
regel van meaningfulness
figure ground organization: aks een kant van een figuur meer beteknis lijkt te hebben, wordt dat gezien als het figuur
occlusion
wanneer objecten gedeeltelijk bedekt worden door andere objecten
boundary extension
het in gedachten uitvergroten van een afbeelding, door middel van amodal completion
inverse projection
3D objecten worden waargenomen als 2D in ons brein
inverse projection probleem
vele 3D beelden kunnen dezelfde 2D beeld creeren. om te achterhalen welk object het is is er top-down informatie nodig
monocular depth cues
lineair perspectief en texture gradient
texture gradient
objecten die dichterbij zijn lijken meer details te hebben in textuur
constantie
object constancy, size constancy, color constancy, lightness constancy
low level visie
basiskenmerken zoals kleur en orientatie
high level visie
analyseert low level visie en voegt het samen om objecten en andere dingen te herkennen
agnosie
is het onvermogen om afbeeldingen te koppelen aan de bijbehorende namen en categorieen.
apperceptive agnosia
vroege visie, moeite met simpele kenmerken van visie
associative agnosia
late visie, objecten wel kunnen natekenen, maar niet herkennen/ labelen
view based approach
stelt dat objecten gekoppeld worden aan representaties in de vorm van 2D templates
multiple trace memory model
bij het benaderen van objecten vanuit verschillende hoeken, wordt er gebruik gemaakt van meerder representaties die overeenkomen met verschillende hoeken
structural descriptions
zijn modellen die objecten gebruiken als 3D onderdelen die in een bepaalde spatiele verhouding tot elkaar staan
recognition by components
structural description model van biederman. bestaande uit geons (vormen), alfabet is 36 geons
hollistische perceptie
is het gehele object in een keer waarnemen