week 2 Flashcards

1
Q

renessaince

A

15e eeuw, wedergeboorte, kunst kwam in beeld, letteren etcm huminasme onderdeel hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

humanisme

A

waardigheid en vermogen van mens, opvoeidng hierin belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

erasmus

A

humanist, tegen lijfelijke straffen, onderijs eerte stap is liefde voor onderwijser zo gaat dit over naar houden van vak, focus op intelectualiteit, mens geniegd van nature het goede te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

montaigne

A

humanist, honnete homme= oprechte mens= levenswijheid en geestesadel, zelfstandig leren oordele boven wetenschapen kennis, adel en deugd en wijsheid b ij opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vives

A

humanist, erasmus parralel, en huishouden, inductieve method van kennisverwerving, kennis over alledaags leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hervorming/reformatie

A

lutherlisme, calvinisme en anglicanisme, persoonlijke geloofdsbeleving boven humanistisch geleerdheid volgens hervormers. ersamus= luthers geest verwaaloost studie, protestant toen ontstaan calvisme = zonder god mens tot niets in staat, mens op zihczelf tot niets in staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aldegonde

A

calvinist, wilhemus, intelectuele ontwikkeling en godsdienstigheid en lichamleijke bweging bekangrijk, modertaal heel belanrijk, kind in eigen beleving laten leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

empirisme en rationalisem

A

vraag naar waar kennis van daan komt en ontstaan aarde, empirisme= bacon, zintuigelijke waarneming is kennis, ware kennis door inductie. rationalisme= descartes, rede bron van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pedagogisch realisme comenius

A

17e eeuw, humanistische visie, emprisime, natuurwetenchap, pansofie, opvoeding nauurlijke wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

locke

A

empirisme, door waarneming wor dmens gevuld, veel aandacht hygiene en gezondheid, mens gevormd oor ervaring dus opvpeding, dwange en straf niet maar op natuurlijke wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fenelon

A

meisjesopvoeding, moderschap en huishoude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pietisme

A

persoonlijke gdosdientsigheid, mens moest geloof ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fracke

A

peitist, kinderen weinig vrijtiijd, eigen wil slechte leidraad, kinderen bezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

knemerken republiek bepalen opvoedkundig klimaat

A

-urbanisatie, burgerlijke vrijheid, ontbreken van adel, mensen werden niet geboeren als rijk maar zo gemaakt, groei va handel en ijverheid, wat zorgde voor lezen en rekenen van belang bij bedrijfen, leide weer tot school ook leren schrijven, ook vrijheid van geloof, calvisnistische gereformeerde keerk dwong niemand om te bekeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zwarte legende over leven en dood

A

geen hechtig voor kinderen ook omdat hoge sterfte was dus niet hechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

samenstelling huishouden

A

calvinisme= verbondheid belagrijk, kerngezin kleiner, door dood en latetre whulijksleeftijd, vaker ongehuwd dus niet intrekken gezin, verstdelijking en agrarische factor dat minder brede omvang huyisgouden

17
Q

moedrlifde en min

A

elite vaker een mind, sneller dood bij bevalling, jonger trouwen, meer kinderen, meer geld, min zwarte legende versterken, roussuas tegen mind, onnatuurlijk

18
Q

huwelijk

A
  • meer eigen keuze vooral bij gegoede burgerije en lagere adel, hohger adel huwlijk asl middel voor zakelijke bedoelding geen fliefde, minder uithuwlijking
  • soort bij soort
  • gewin en gezin
19
Q

vrouwenhaat

A

rond 1500 veel vrouwnhaat door republiek te zelfstandig en schande voor katholieken

20
Q

armoede

A

of man dood, kostwinner of ouderdom, werkverschavving, om rust te geven aan kideren en ze naar school te laten gaan voor gedellte van dag

21
Q

opvoeding gouden eeuw

A

erasumus= opvoeden tot deugd, maakbaarheid van mens, richte tot vaders, humanisten en reformisten beide blang van leren, op jonge leeftijd naar school, boekje met regeld van welbelevenheid
cats= calvinist, niet te streng niet te lief, vader rol maar moeder ook tot jaar of 7 voor vroegste vorming, niet te veel laten leren want in strijd met speelse aard van kind

22
Q

koelman pietisst

A

strenge opvoeding tegen cats zijn. mening in over milde wijze, voorbereidng op het eeuwige leven tot godszaligheid, kind wel liefde geven asl compensatie vna het straffen

23
Q

wittewrongel, pietist

A

man e vrouw gelijk in opvoeding, en kinderen waren gehoorzaamheid verschuldifdg aan ouders, maar nite hele strnege opvoeding

24
Q

onderwijs republiek verscchuiving 16e eeuw

A

van parochie en kapittelscholen naar stedelijk onderwijs= door economische groie, opkomst van handel en vrijer brugers, ook wel btaeln voor de scholen en uitgebreider onderwijs , nl aan bod asl taal en lager en voortgwezet onderwijs

25
Q

kritiek humanisten op onderwijs

A

meer op breder algemen ontwikkelin gipv godsdients, erasmus belang bij goeie realtie tusssen leraaren leerlig, vivies voor gratis onderiwjs voor de armen, en leesttsof die pastte bij niveau kind en meer inductief ipv van deducteif

26
Q

hervorming en wetenschap onderwijs

A

calvinisten , verband kerk en onderwijs, ook empirisme en rationlisme rol in univeristeiten en pedagogisch realisme rol in onderzoeken met zintuigelijk warnemen van werkelijkheid, natuurwetenschappen

27
Q

lagere school

A

hoofdonderwijs was nederduits, alle niveau door wlkaar heen, lezen en schrijven met abc plankje, afzonderlijk letters noemen van uit lezen leren schrijven overtrekken vonger op pplankej
schoolboeken briedde zich iut, over leefwereld, geschieenis vaderland en rekenen kwam aan licht, armenonderwijs, hiebvone genoedm voor schole met school geld, maar met armenzorggeld ook publiekenscholen voor armen allen lagre kwaliteti en slecht godsdienst lezen en soms chrijven

28
Q

matressenschool

A

kleine kinderenschool voor werekne de ouders, matressen waren de juffen en gereformeerd, maar niet goeienkwaliteit want geen opleding en kifede voor vak,

29
Q

latijnse school

A

enige scholen die doorgingen naar universiteiteern, die ook alles in deze talen deden, toegngaseisen waren lezen en schrijven al kunnen en godsdiesntonderwijs aan de hand van de bijvel cathecismus verplicht, humanisten prijsuitreiking om leren te bevorderren prijs is boke

30
Q

franse school

A

voor handel en omgangstaal, wiskunde, aardijksunde, geschiedenis, ook meisjeschool als eerst