Week 2 Flashcards
Wat is een psychose?
ervaringen en overtuigingen die niet met de realiteit overeenkomen en het onvermogen om de realiteit te scheiden van niet-realiteit.
Wat is de prevalentie van psychose?
(of catatonische) stoornis geassocieerd met een andere medische conditie.
In de VS zal 1-2% van de populatie schizofrenie krijgen en wereldwijd 0.5-2%.
Wat zijn de positieve symptomen van schizofrenie?
Ze worden positief genoemd, omdat ze openlijke uitingen zijn van ongebruikelijke percepties, gedachten en gedragingen. Het zijn:
1. Wanen;
2. Hallucinaties;
3. Gedesorganiseerde gedachten en spraak;
4. Gedesorganiseerd gedrag.
Wat zijn wanen?
ideeën die iemand gelooft dat ze waar zijn, maar die hoogst onwaarschijnlijk zijn en vaak eigenlijk onmogelijk. Volgens de DSM5 zijn het gefixeerde overtuigingen die niet vatbaar zijn voor verandering in het licht van tegenstrijdig bewijs. Ze verschillen van zelfbedrog (self-deceptions), zoals ‘Ik ga de loterij winnen’ op 3 manieren:
1. Zelfbedrog kan mogelijk zijn, en wanen niet;
2. Mensen met zelfbedrog kunnen op zijn tijd over de overtuigingen denken, maar mensen met waan zijn gepreoccupeerd ermee;
3. Mensen met zelfbedrog kunnen erkennen dat de overtuigingen fout zijn, maar mensen met waan kunnen dat niet.
Wat zijn hallucinaties?
Hallucinaties: onrealistische perceptuele overtuigingen die frequent, doordringend, complex en soms bizar zijn en vaak gecombineerd met waan. Er zijn verschillende soorten hallucinaties:
o Auditieve hallucinaties: stemmen, muziek, etc. horen, deze komen het vaakst voor en zijn vaak negatief.
o Visuele hallucinaties: dingen of personen zien die er niet zijn, deze komen na auditieve hallucinaties het meest voor en zijn vaak i.c.m. auditieve hallucinaties en consistent met de wanen.
o Tactiele hallucinaties: de perceptie dat iets gebeurt buiten het lichaam van de persoon, bijvoorbeeld dat er insecten over de rug lopen.
o Somatische hallucinaties: de perceptie dat iets gebeurt binnen het lichaam van de persoon, bijvoorbeeld dat wormen de darmen opeten.
Net zoals wanen, kunnen hallucinaties verschillen per cultuur en voorkomen bij andere stoornissen zoals depressie en bipolaire stoornis.
Wat is gedesorganiseerde gedachten en spraak?
Gedesorganiseerde gedachten bij mensen met schizofrenie wordt ook wel formele denkstoornis genoemd. De meest voorkomende vorm van desorganisatie is een neiging om van één onderwerp opeens naar een ongerelateerd onderwerp te gaan zonder coherente transitie, dit heet ook wel losse associaties of derailment (ontsporing) en kan zorgen voor een woordensalade.
o Het kan zijn dat de persoon zelf woorden verzint die alleen hij/zij kent, dat zijn neologismen. Het kan ook zijn dat de persoon associaties maakt tussen de woorden gebaseerd op geluiden van de woorden i.p.v. de inhoud, dit zijn clangs, of blijft de woorden herhalen.
Mannen laten meer ernstige gebreken zien in taal dan vrouwen, omdat taal meer bilateraal beheerst wordt (door beide breinhelften) door vrouwen dan door mannen. Vrouwen kunnen dus beide breinhelften gebruiken om te compenseren voor de gebreken.
Taal is wel meer gelokaliseerd in mannen, dus als deze breingebieden worden beïnvloed door schizofrenie, kunnen mannen niet goed voor het gebrek compenseren.
Wat is gedesorganiseerd of catatonisch gedrag?
Mensen met schizofrenie hebben moeite met het organiseren van dagelijkse routines, zoals douchen, gepast kleden, regelmatig eten, omdat hun aandacht en geheugen is beperkt, het kost hen dan alle concentratie om één taak te voltooien.
Catatonie: gedesorganiseerd gedrag dat ongevoeligheid voor de omgeving weerspiegelt. Dit varieert van gebrek aan respons op instructies (negativisme) tot rigide, ongepaste, of bizarre postuur tot een compleet gebrek aan verbale of motorresponses (mutisme).
o Bij catatonische opwinding laat de persoon doelloze en buitensporige motorische activiteit zien zonder duidelijk reden. De persoon kan een aantal wanen of hallucinaties verwoorden of kan onsamenhangend zijn.
Wat zijn negatieve symptomen?
Ze worden negatief genoemd, omdat ze het verlies van bepaalde kwaliteiten van de persoon bevatten, i.p.v. gedragingen of gedachten die de persoon openlijk uit. Het zijn:
1. Beperkte affect/emoties;
2. Avolitie/asocialiteit.
Negatieve symptomen zijn meer geassocieerd met slechtere uitkomsten dan positieve symptomen, omdat ze doordringend zijn en moeilijker te behandelen.
Negatieve symptomen komen minder voor in andere psychotische stoornissen.
Wat is beperkte affect?
Mensen met schizofrenie hebben minder gezichtsuitdrukkingen, vermijden oogcontact en gebruiken minder gebaren voor emotionele informatie en kunnen eentonig praten.
Uit een onderzoek met vragenlijsten (zelfrapportages) bleek dat mensen met schizofrenie anhedonie hebben, echter is dat niet waar want mensen met schizofrenie die geen emotie uiten kunnen wel intense emotie ervaren die ze niet kunnen uiten.
Wat is avolitie/asocialiteit
Avolitie: onvermogen om algemene, doelgerichte activiteiten te ondernemen of vol te houden, zoals die op werk, school en thuis. Dit kan geuit worden als asocialiteit: het gebrek van verlangen om interactie te hebben met andere mensen.
o Asocialiteit kan alleen gediagnosticeerd worden als de persoon wel toegang heeft tot een verwelkomend gezin en vrienden, maar geen interesse in socializen met hen heeft.
De persoon is fysiek langzamer in de bewegingen en lijkt ongemotiveerd. Mensen met schizofrenie trekken zit vaak terug en zijn sociaal geïsoleerd.
Wat zijn de cognitieve gebreken bij schizofrenie?
Mensen met schizofrenie hebben gebreken in basis cognitieve processen, zoals aandacht, geheugen en verwerkingssnelheid, dit kan bijdragen aan de positieve en negatieve symptomen van schizofrenie.
De directe verwanten van mensen met schizofrenie laten ook cognitieve gebreken zien in mindere mate, ook als ze geen symptomen van schizofrenie hebben.
Het blijkt ook dat deze cognitieve gebreken al aanwezig zijn vóór schizofrenie en dat deze gebreken niet verbeteren in de loop der tijd.
Wat is de DSM criteria voor schizofrenie?
A. 2(+) van de volgende, elke aanwezig voor significante tijd tijdens een 1-maand periode (of minder als het succesvol behandeld wordt). Minstens 1 van deze moeten 1, 2 of 3 zijn:
1. Wanen;
2. Hallucinaties;
3. Gedesorganiseerde spraak;
4. Erg gedesorganiseerd of catatonisch gedrag;
5. Negatieve symptomen.
B. Sinds het begin van de verstoring, is het niveau van functioneren in 1(+) van de functiegebieden, zoals werk, interpersoonlijke relaties, zelfverzorging, onder het niveau van vóór het begin;
C. Continue signalen van verstoring houden aan voor minstens 6 maanden, met minstens 1 maand met symptomen die voldoen aan criteria A en perioden van prodromale of residuale symptomen bevatten. Tijdens deze perioden, zijn de signalen van de verstoring alleen negatieve symptomen of 2(+) symptomen in criteria A in een verzwakte vorm;
D. Schizoaffectieve stoornis en depressieve of bipolaire stoornis met psychotische kenmerken zijn het niet, omdat of (1) er geen depressieve of manische perioden zijn geweest met de actieve fasesymptomen, of (2) omdat er geen stemmingsepisoden zijn geweest tijdens actieve fasesymptomen, ze zijn aanwezig voor een minderheid van de actieve en residuale perioden van de ziekte;
E. De verstoring komt niet door fysiologische effecten van een middel of andere medische conditie;
F. Als er een geschiedenis van autismespectrumstoornis of communicatiestoornis is van kindertijdbegin, wordt schizofrenie alleen gediagnosticeerd als de prominente wanen of hallucinaties i.c.m. de andere vereiste symptomen van schizofrenie minstens 1 maand aanhouden.
Wat is de prognose bij schizofrenie?
De levensverwachting van mensen met schizofrenie is tussen de 10-20 jaar korter dan mensen zonder schizofrenie. Tussen 5-10% van mensen met schizofrenie pleegt zelfmoord, waarbij de hoogste percentages zijn bij degenen die recent gediagnosticeerd zijn of de eerste psychotische episode meemaken.
Ook veel mensen met schizofrenie kunnen wel goed functioneren
Wat is het verschil tussen mannen en vrouwen en schizofrenie?
vrouwen hebben een betere prognose dan mannen, hebben minder en kortere ziekenhuisopnames, mildere negatieve symptomen tussen actieve fasesymptomen, hebben betere sociale aanpassing als ze niet psychotisch zijn en hebben minder cognitieve gebreken. Vrouwen hebben ook een betere geschiedenis, zoals een diploma hebben, kinderen hebben, etc., dit kan komen omdat het begin van schizofrenie bij vrouwen begint in de late 20-jaren of vroege 30-jaren, en bij mannen in de late tienerjaren of vroege 20-jaren.
Wat zijn de symptomen van schizoaffectieve stoornis?
Schizoaffectieve stoornis: gemixte symptomen van schizofrenie en een stemmingsstoornis, zoals depressie of manie, de psychotische kenmerken moeten minstens 2 weken aanhouden zonder stemmingssymptomen;
A. Een onverstoorde periode van ziekte waarbij er een major stemmingsepisode is (major depressief of manisch) met criteria A van schizofrenie;
B. Wanen of hallucinaties voor 2(+) weken zonder major stemmingsepisode;
C. Symptomen die voldoen aan de criteria voor major stemmingsepisode zijn aanwezig voor merendeel van de tijd van de totale duur van de actieve en residuele porties van de ziekte;
D. De verstoring komt niet door effecten van een middel of andere medische conditie.
Specifieer als:
o Bipolair type: manische episode is onderdeel van de presentatie, major depressieve episoden kunnen ook voorkomen;
o Depressief type: alleen als major depressieve episoden geen onderdeel zijn van de presentatie.
Wat zijn de symptomen van schizofreniforme stoornis?
Schizofreniforme stoornis: symptomen van schizofrenie voor meer dan 1 maand, maar minder dan 6 maanden.
A. Criteria A, D en E van schizofrenie;
B. Episode van de stoornis houdt minstens 1 maand aan maar minder dan 6 maanden. Als de diagnose gemaakt moet worden zonder te wachten op herstel, moet het gekwalificeerd worden als ‘provisional’.
Specificeer als:
o Met goede prognostische kenmerken: zoals 2(+) van de volgende:
1. Begin van prominente psychotische symptomen binnen 4 weken van de eerst zichtbare verandering in ongepast gedrag of functionering;
2. Verwarring of perplexiteit;
3. Goede premorbide sociale en werkfunctionering;
4. Geen oppervlakkige of platte affect.
o Zonder goede prognostische kenmerken;
o Met catatonie.
De meerderheid (2/3e) van patiënten met deze stoornis zullen later ook schizofrenie of schizoaffectieve stoornis ontwikkelen.
Wat zijn de symptomen van een korte psychotische stoornis?
Korte psychotische stoornis: symptomen van schizofrenie voor minder dan 1 maand;
A. Aanwezigheid van 1(+) van de volgende, minstens één moet 1, 2 of 3 zijn:
1. Wanen;
2. Hallucinaties;
3. Gedesorganiseerde spraak;
4. Erg gedesorganiseerd gedrag of catatonisch gedrag.
B. Duur van een episode is minstens 1 dag, maar minder dan 1 maand, met uiteindelijk weer volledig herstel naar premorbide niveau van functionering;
C. Verstoring komt niet door major depressieve of bipolaire stoornis met psychotische kenmerken of een andere stoornis, zoals schizofrenie of catatonie, en komt niet door de effecten van een middel of andere medische conditie.
Specifieer als:
o Met gemarkeerde stressor(en): als symptomen voorkomen als reactie op gebeurtenissen die, alleenstaand of samen, stressvol zijn voor bijna iedereen in gelijke situaties in dezelfde cultuur;
o Zonder gemarkeerde stressor(en);
o Met postpartum begin: als begin tijdens zwangerschap is of binnen 4 weken postpartum;
o Met catatonie.
Ongeveer 1 op 10.000 vrouwen krijgen korte psychotische episoden na hun bevalling.
Wat zijn de symptomen van een waanstoornis?
Waanstoornis: doordringende overtuigingen die onrealistisch zijn, maar geen andere symptomen van schizofrenie;
A. Aanwezigheid van 1(+) wanen met duur van 1 maand of langer;
B. Criteria A van schizofrenie is nooit aan voldaan. Hallucinaties, als ze aanwezig zijn, zijn niet prominent en zijn gerelateerd aan het waanthema;
C. Apart van de impact van de wanen, is functionering niet beperkt en is gedrag niet duidelijk bizar of vreemd;
D. Als manische of major depressieve episoden zijn voorgekomen, zijn deze kort vergeleken de duur van de waanperioden;
E. Verstoring komt niet door effecten van een middel of andere medische conditie en wordt niet verklaard door een andere mentale stoornis, zoals lichaam dysmorfische stoornis en OCD.
Specificeer of:
o Erotomanic type: centrale waanthema is dat een ander persoon verliefd is op de persoon;
o Grandioos type: centrale waanthema is overtuiging dat persoon een groot talent of inzicht heeft of een belangrijke ontdekking heeft gedaan;
o Jaloers type: centrale waanthema is dat iemands partner of minnaar ontrouw is;
o Persecutory type: centrale waanthema is dat er wordt samengezworen tegen iemand, bespioneerd wordt, etc.;
o Somatisch type: centrale waanthema bevat lichamelijke functies of sensaties;
o Gemixt type: niet één waanthema is dominant;
o Ongespecificeerd type: de dominante waanovertuigingen kunnen niet duidelijk bepaald worden of wordt niet beschreven in voorgaande typen.
Specificeer als:
o Met bizarre inhoud: als wanen duidelijk implausibel zijn, onbegrijpelijk en niet van ordinaire levensgebeurtenissen.
Waanstoornis komt niet vaak voor en de levensprevalentie is 0.2%, het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en het begin van de stoornis is later dan de meeste stoornissen, met een gemiddelde leeftijd van de eerste aanraking met psychiatrie van 40-49 jaar.
Wat zijn de symptomen van een schizotypische PD?
Schizotypische PD: paranoïde, overtuigingen dat willekeurige gebeurtenissen gerelateerd zijn aan de persoon, magisch denken, perceptuele illusies, sociale isolatie, beperkte emoties;
A. Een doordringend patroon van sociale en interpersoonlijke gebreken gekenmerkt door acute discomfort met, en verminderde capaciteit voor, hechte relaties en door cognitieve of perceptuele verstoringen en vreemd gedrag, beginnend in vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals blijkt uit 5 (of meer) van de volgende:
1. Referentie-ideeën (m.u.v. referentiewaanzin).
2. Vreemde overtuigingen of magisch denken dat gedrag beïnvloedt en inconsistent is met subculturele normen (zoals bijgelovigheid, geloof in helderziendheid, telepathie of ‘zesde zintuig’; bij kinderen of adolescenten, bizarre fantasieën of preoccupaties).
3. Ongebruikelijke perceptuele ervaringen, zoals lichamelijke illusies.
4. Vreemd denken en spraak (zoals vaag, indirect, metaforisch, overdreven uitgebreid of stereotiep).
5. Achterdocht of paranoïde gedachten.
6. Ongepaste of beperkte affectie.
7. Gedrag of uiterlijk dat vreemd, excentriek of ongewoon is.
8. Gebrek aan hechte vrienden of vertrouwelingen anders dan eerstegraads familieleden.
9. Overmatige sociale anxiety die niet afneemt naarmate men er vertrouwd mee is, en eerder geassocieerd wordt met paranoïde angsten dan met negatieve oordelen over zichzelf.
B. Komt niet alleen voor tijdens schizofrenie, bipolaire of depressiestoornis met psychotische kenmerken, een andere psychotische stoornis of autismespectrumstoornis.
Als aan criteria wordt voldaan vóór schizofrenie, noem het dan ‘schizotypische PD (premorbide)’.
Wat zeggen familieonderzoeken over schizofrenie?
in de figuur hiernaast is te zien dat identieke tweelingen en kinderen van 2 ouders met schizofrenie het grootste aantal genen delen met mensen met schizofrenie.
o Als de genetische gelijkheid met een persoon met schizofrenie daalt, daalt ook het risico op schizofrenie.
o Familieleden van mensen met schizofrenie ontwikkelen niet ook zelf altijd schizofrenie, ze hebben wel een hoger risico op bipolaire stoornis
Wat zeggen adoptieonderzoeken over schizofrenie?
biologische familieleden van geadopteerden met schizofrenie hebben 10x zoveel kans op schizofrenie vergeleken biologische familieleden van geadopteerden zonder schizofrenie. Maar de adoptiefamilieleden van geadopteerden met schizofrenie hadden geen hoger risico.
o Ongeveer 10% van de kinderen wiens biologische moeder schizofrenie had, kreeg schizofrenie of een andere psychotische stoornis, vergeleken ongeveer 1% van de kinderen wiens biologische moeder geen schizofrenie had.
Wat zeggen tweelingonderzoeken over schizofrenie?
concordantiepercentage van 46% voor identieke tweelingen en van 14% voor twee-eiige tweelingen, er zou een genetische variatie zijn van 83% in schizofrenie.
o Stress en andere negatieve gebeurtenissen kunnen het risico op schizofrenie ook verhogen.