Week 1 Flashcards
Wat is het probleem met mensen die GGZ gebruiken?
Mensen die GGZ gebruiken, liggen op een spectrum:
o Ene kant van spectrum: mensen hebben baat bij GGZ met effectieve behandelingen met een focus op herstel; bevat mensen die het prima doen in hun leven ondanks mentale ziekte en zien dat als een hobbel in de weg die overwonnen kan worden;
o Midden van spectrum: mensen waarbij GGZ veel belooft, maar onvoldoende leveren, maar waarbij herstel meer nodig heeft dan effectieve behandelingen; de mentale ziekte vermindert over tijd, maar het is onduidelijk hoeveel door de behandeling en andere invloeden;
o Andere kant van spectrum: mensen waarbij GGZ schadelijk is, hoe meer behandelingen, hoe verder weg van normaal leven, dus hoe minder kans op herstel; de impact van de mentale ziekte stijgt over tijd tot een schadelijk punt.
Wat zijn doelen van het boek? (overtuigen)
- Overtuigen: dat een focus op persoonlijk herstel een wenselijke richting is voor GGZ, wegens:
- Epistemologisch rationaal: mentale ziekte kan het best begrepen worden vanuit een constructivistisch perspectief, dus met een focus op de waarden en voorkeuren van het individu;
- Ethisch rationaal: de nadruk op professioneel beoordeelde belangen heeft onbedoeld schade aangericht en een betere aanpak is gericht op doelen van het individu i.p.v. op klinische imperatieven;
- Effectiviteit rationaal: het voordeel van de meest voorkomende behandeling (medicatie) is overschat en er is een bredere benadering nodig;
- Empowerment rationaal: een focus op herstel heeft tot gevolg dat de belangen van een individu met mentale ziekte ondergeschikt zijn aan belangen van andere dominante groepen in de samenleving;
- Beleid rationaal: in veel landen is er aan GGZ-professionals verteld een focus te hebben op persoonlijk herstel, hier zijn echter ook zorgen over.
Wat zijn doelen van het boek? (kristalliseren)
- In H9 wordt er een Persoonlijk Herstel Kader besproken;
- Er zijn verschillende soorten kennis, de auteur wil eigenlijk meer kennis van de patiënten (individueel niveau) gemengd met kennis van professionals (groepsniveau), momenteel overheerst het groepsniveaubewijs.
Wat zijn doelen van het boek? (katalyseren)
- Katalyseren: informatie geven aan de professional die wil weten waar te beginnen in de praktijk, dit bevat onderzoeken van over de hele wereld met een focus op herstel, het laat de uitdaging zien van theorie in praktijk brengen
Wat moet er veranderen binnen de GGZ?
Het primaire doel van GGZ moet veranderen; van een focus op ziekte behandelen voor klinisch herstel, naar een focus op persoonlijk herstel ondersteunen voor het welzijn.
Om die nieuwe focus te bereiken, moet er een verandering komen in waarden waar professionals moeten luisteren en handelen naar wat de patiënten zelf zeggen.
Wetenschappelijke kennis van academische discipline van positieve psychologie (over het welzijn) moet opgenomen worden in routine klinische praktijk.
Er moet een focus zijn van professionals op taken die persoonlijk herstel aanmoedigen.
Wat is de structuur van het boek?
- Sectie 1: overzicht van waar GGZ nu ligt en verschillende begrippen van herstel, het laat het verschil zien tussen klinisch en persoonlijk herstel en wat de primaire focus moet zijn;
- Sectie 2: 5 rationalen/argumenten voor de focus op persoonlijk herstel;
- Sectie 3: vertelt wat persoonlijk herstel betekent en hoe GGZ met een focus daarop eruit zien, het bevat speculaties/suggesties en onderzoeken;
- Sectie 4: kijkt naar de toekomst op 2 manieren:
- Potentiële zorgen bespreken van therapeuten en patiënten;
- Concrete acties suggereren voor GGZ met onderzoeken
Wat zijn verschillende benamingen voor mensen die GGZ gebruiken?
o Intern aan de persoon: breinziekte wordt gebruikt i.p.v. mentale ziekte en voor schizofrenie wordt dopamine disregulatiestoornis gebruikt.
o Intern of extern aan de persoon: validiteitskwesties van de diagnose worden hier herkend en meer valide categorieën worden ontwikkeld, zoals disaggregatie van schizofrenie in sensitiviteit-, PTSS, anxiety- en drugs-gerelateerde psychose.
o Extern aan de persoon: de relatie met of geschiedenis van GGZ, zoals GGZ-consument, een persoon gediagnosticeerd met een psychiatrische stoornis, etc. De term ‘schizofrenie’ moet volgens dit spectrum helemaal verbannen worden.
Wat is mentale ziekte?
Mentale ziekte is een subjectieve ervaring. De pragmatische betekenis is een stoornis zonder fysieke oorzaak: een functionele ziekte. Er zijn 3 modellen om het begrip van mentale ziekte te beschrijven:
1. Klinische modellen;
2. Beperkingsmodellen;
3. Diversiteitsmodellen.
__________________________________________________________________________________________
Wat zijn klinische modellen?
Klinische modellen zijn manieren hoe de wereld gezien kan worden, ontwikkeld door GGZ-professionals die zichtbaar zijn in alledaagse klinische praktijk. De dominante groep in GGZ is psychiatrie.
Klinische modellen van mentale stoornis gebruiken bewijs van klinische wetenschap, met een focus op accurate assessment gevolgd door het kiezen van de meest effectieve behandeling. Hieronder worden de 3 meest gebruikte modellen van mentale stoornis besproken
Wat is het eerste klinische model (biomedisch)
Het biomedische model bevat 2 hoofdassumpties:
1. Een ziekte heeft één onderliggende biologische oorzaak (een ziekte);
2. Eliminatie van die ziekte resulteert in een terugkeer naar een goede gezondheid.
Geen van de assumpties is universeel waar m.b.t. mentale ziekte.
Karl Jaspers benadrukte het belang van begrijpen over verklaren, hij heeft dus een fenomenologische benadering met gebruik van empathie en intuïtief begrip om een betekenisvolle connectie te krijgen met de innerlijke wereld van de patiënt, door zorgvuldig te luisteren.
o Een hoofdkenmerk van zijn benadering is de overtuiging van een universele vorm over een context-specifieke content.
o Hij geeft prioriteit aan de psychopathologie in een persoon (zoals de diagnose of symptomen) en het doel is dan ook om een precieze beschrijving van psychopathologie te krijgen waarbij luisteren (mentale staatonderzoek) wordt gebruikt om fenomenen ervan op te roepen.
Het probleem is dat persoonlijke betekenis de eerste en grootste slachtoffer is van dit model, emotionele en relatieproblemen worden door psychiatrie alleen maar erger.
Wat is het tweede klinische model? (biopsychosociaal)
Het biopsychosociaal model stelt dat mentale ziekte niet bestaat in een biologisch vacuüm en erkent dat interpersoonlijke, contextuele en maatschappelijke factoren de interpretatie, begin, verloop en uitkomst van de mentale ziekte, beïnvloeden.
o Het is gebaseerd op een stress-gevoeligheid diathesis: een interne gevoeligheid heeft interactie met een negatieve omgeving wat zorgt voor psychotische ervaringen.
Sterke punten van het biomedische en dit (meer bio)psychosociaal model zijn:
o Gesystematiseerde lichamen van kennis en zijn vatbaar voor testen;
o Overdraagbaar in tijd en ruimte; een interventie in het ene land kan worden overgedragen naar een ander land;
o Nieuwe professionals kunnen worden getraind in deze modellen;
o Ze leiden tot actie; ze bieden richtlijnen voor mensen in praktijk over wat ze moeten doen;
o Veel patiënten hebben wel baat gehad bij de behandelingen van deze modellen.
Kritiek op dit model is dat het een reïncarnatie is van het biomedisch model en dat het prioriteit geeft aan alleen het bio-gedeelte, omdat onderzoek dat alle factoren (bio, sociaal, psycho) integreert complex is.
Wat is het probleem met het klinische model?
Het pas niet in de realiteit op 4 manieren >
Wat is de eerste manier?
- Mismatch 1: mentale ziekte wordt niet (alleen) veroorzaakt door verstoorde homeostase: er is een groot verschil tussen begrijpen en uitleggen, begrijpen is een interpretatie van een gedeelte van een fenomeen en kan niet gerangschikt worden, uitleggen de essentie van een fenomeen en kan wel gerangschikt worden.
Wat zijn de twee causatietheorieen van Pawson & Tilley?
- Successionist theory: causatie is niet observeerbaar, en observeerbare data zijn de enige mechanismen voor causaliteit. Volgens deze theorie kan ‘altijd’ altijd bij ‘veroorzaakt’ gezet worden: ‘Zwaartekracht veroorzaakt (altijd) dat een appel op de grond valt’.
- Generatieve theorie: er is een observeerbare connectie tussen causaal verbonden gebeurtenissen waarbij de interne kenmerken van het veranderde ding centraal zijn voor causaliteit begrijpen. Volgens deze theorie kan ‘altijd’ niet altijd bij ‘veroorzaakt’ gezet worden: ‘Rouw veroorzaakt depressie’ is dus generatief.
Wat is dus de algemene conclusie van mismatch 1?
o Er moet dus onderscheid gemaakt worden tussen de termen:
‘Mentale ziekte wordt veroorzaakt door verstoorde homeostase’: mentale ziekte is hier observeerbaar, wat waar is, maar oninteressant;
‘Mentale ziekte komt als gevolg van verstoorde homeostase’: er moet ook rekening worden gehouden met psychologische en sociale context. Mentale ziekte is niet essentieel biologisch.
o Een diagnose laat dus geen waarheid zien, het primaire doel van de DSM is om communicatie onder professionals te vergemakkelijken.
Wat is mismatch 2?
er kunnen geen stabiele, onveranderbare (over tijd en cultuur) psychopathologische diagnostische categorieën zijn. Er zijn in de loop der jaren heel veel ziekten in de DSM bijgekomen, dit kan komen door:
o Gevolg van waarden van de Verlichting waar menselijke pijn en lijden overwonnen konden worden door rationaliteit en wetenschap;
o Hoe meer diagnostische categorieën, hoe meer geld er verdiend kon worden voor de behandelingen ervan, en hoe meer invloed van professionals.
o Sommige mensen vinden een diagnose krijgen fijn, omdat het hun ervaringen verklaart, anderen vinden een diagnose juist een obstakel voor herstel.
Wat is mismatch 3?
assessment processen creëren stigma: klinische assessment moet 4 dimensies bevatten:
1. Dimensie 1: gebreken en ondermijnende kenmerken van de persoon;
2. Dimensie 2: sterke punten van de persoon;
3. Dimensie 3: gebreken en verstorende factoren in de omgeving;
4. Dimensie 4: bronnen en mogelijkheden in de omgeving.
o Voor een diagnose hoeft er alleen een focus te zijn om dimensie 1, dit heeft geleid tot 3 problemen:
1. Probleem 1: deïndividuatie: labelen zorgt voor minder within-groepsverschillen en overdreven between-groepsverschillen met de optimal distinctiveness theory: identificatie met een groep voldoet aan de behoefte voor gelijkheid (door within-groepsvergelijkingen) evenals voor verschil (door between-groepsvergelijkingen). Dit zorgt voor de overtuiging en diagnose dat mensen met mentale ziekte fundamenteel gelijk zijn, terwijl ze juist verschillend zijn.
2. Probleem 2: verwaarlozing van omgeving: dit is bijna altijd bij diagnostische taxonomieën, de focus op het individu en niet op de omgeving is in strijd met de ervaringen van de mensen met een mentale ziekte.
3. Probleem 3: negatieve bias: de concepten van saillantie, waarde context die op een giftige manier gecombineerd worden bij mentale ziekte, leidt tot een negatieve perceptie over de persoon (bias), omdat de beschermende, positieve factoren, sterke punten en vermogen niet besproken worden. Dit versterkt de overtuiging dat patiënten gebreken en problemen hebben en weinig intrinsieke sterke punten. Dit leidt ook weer tot stigmatisering.
Wat is mismatch 4?
behandeling zorgt niet voor genezing: de overtuiging dat behandeling voor genezing zorgt, is naïef, de norm is nu dat de therapeut tijdens behandeling iets doet aan de patiënt en niet met. Het zorgt voor dubbele blindheid: er wordt gezegd dat de patiënt een ziekte heeft wat niet zijn fout is, maar er wel verantwoordelijk voor is, maar het wel te genezen is, maar dan wel precies de behandeling moet volgen die voorgeschreven wordt door de therapeut. Dit schaadt ook de therapietrouw. Een focus op behandeling aan de patiënt heeft 2 schadelijke effecten:
1. De primaire verantwoordelijkheid voor verandering wordt op de verkeerde plek geplaatst, namelijk op de therapeut i.p.v. de patiënt;
2. Door de weinige focus op beschermende factoren, worden er ook weinig interventies gepromoot die veerkracht promoten. Deze interventies zijn bovendien juist omgevingsgericht (beter) en niet individueel (slechter).
Wat is pragmatisme VS consistentie?
Er zijn 4 pragmatische argumenten voor het onvoorwaardelijke en onveranderlijke gebruik van een klinisch model om iemands ervaring te begrijpen:
1. Het model is de enige manier om de ervaring te begrijpen;
2. De voordelen wegen altijd zwaarder dan de nadelen;
3. Het model voorspelt prognose;
4. De resulterende acties genezen de patiënt.
De argumenten kloppen wel voor fysieke ziekten, maar dus niet voor mentale ziekten.
Wat is het derde klinische model? (cognitief)
Het cognitief model benadrukt de interpretatie van mediërende ervaringen, en bevat o.a. CBT. Het had de kans op te werken naar de betekenis van de patiënt, echter bevat CBT de volgende 4 assumpties:
1. Klinische psychologie bevat psychopathologie – afwijkende, abnormale, onaangepaste gedragings- en emotionele condities;
2. Psychopathologie, klinische problemen en populaties verschillen in soort, niet alleen in mate, van normale problemen in non-klinische populaties;
3. Psychologische stoornissen zijn analoog aan biologische of medische ziekten en liggen ergens in het individu;
4. De taak van de therapeut is om de stoornis in de persoon (patiënt) te identificeren (diagnose) en een interventie voorschrijven (behandeling) dat de interne stoornis (ziekte) zal elimineren (genezen).
CBT is dus geïndividualiseerd en gebaseerd op een persoon-specifieke formulering i.p.v. een diagnose, het heeft potentie om betekenis en persoonlijke verantwoordelijkheid te herstellen. Echter is CBT tegenwoordig congruent met veel van dezelfde assumpties over psychopathologie als het biomedische en biopsychosociale model.
o Alle 3 de modellen bieden een theoretisch kader wat de context niet benadrukt en prioriteit geeft aan professionele interpretatie.
__________________________________________________________________________________________
Wat zijn beperkingsmodellen?
Het sociale beperkingsmodel stelt dat een persoon ‘beperkt’ is als diegene barrières en exclusie (discriminatie) ervaart als een resultaat van zijn/haar beperking. Negatieve associaties worden dus veranderd in positieve associaties.
Wat zijn de voordelen ban beperkingsmodellen?
- Het veronderstelt geen specifieke constructie van begrip; medische, psychologische, familiale, etc. kunnen allemaal in aanmerking worden genomen;
- Groepen met beperkingen (zoals ook groepen met mentale ziekten) worden beter op elkaar afgestemd wat ook kan zorgen voor positievere maatschappelijke attitudes;
- Deze afstemming zorgt voor minder nadruk op de ziekte, en meer op adaptatie. Dit bevat de behoefte van het individu en de bijdrage van de sociale omgeving, dit zorgt voor een meer holistische kijk van de persoon in context. In plaats van een focus op directe gevolgen van de ziekte, moeten er 3 niveaus van impact worden bekeken
Wat zijn diversiteitsmodellen?
Diversiteitsmodellen focussen op emancipatorische veranderingen die nodig zijn in de maatschappij, i.p.v. op behadeling of adaptatie door het individu. Deze modellen dagen 3 assumpties uit:
1. Assumptie 1: mentale ziekte is psychopathologisch: het model focust op het integreren van alle aspecten van menselijke ervaring in een trotse en coherente zelfidentiteit, dit bevat het uitdagen van de terminologie van mentale ziekten (zoals het gebruik van ‘waanzin’ of ‘psychose’) om stigma te bevechten.
2. Assumptie 2: mentale ziekte is dichotoom: mensen zijn of normaal of mentaal ziek, echter is het onderscheid tussen mentale ziekte en andere vormen van afwijking subjectief i.p.v. objectief.
3. Assumptie 3: mentale ziekte is negatief: hoge prestaties en mentale ziekte kunnen samen bestaan, dus het label van een mentale ziekte moet niet leiden tot verslechterde verwachtingen, soms is het leven zelfs dieper, sterker en rijker na een mentale ziekte.