Week 2 Flashcards
Waaruit bestaat DNA?
Een dubbele helix die bestaat uit een suiker-fosfaat graat, waaraan basen zitten. basen zitten in binnenkant, suiker-fosfaat buiten. fosfaat is negatief geladen: polariteit
Waaruit bestaan de bindingen van cytosine en guanine en de bindingen van adenine aan thymine?
C-G : 3 waterstofbruuggen
A-T : 2 waterstofbruggen
–> stabiliteit
Wat gebeurt er bij verandering in de aminozuren?
Andere 3D-structuur van het eiwit –> andere functie. Bij een enzym kan bv de bindingsplaats voor een substraat veranderen; verandert de affiniteit van het enzym
Wat is replicatie?
Het proces van DNA synthese
wat is er bij een single nucleotide mutation?
een baseverandering op zes miljard basen/
wat is een stochastisch proces?
een toevalsproces, een opeenstapeling van mutaties
wat is een purine?
een base die bestaat uit een heterocyclische ring (adenine of guanine)
wat is een pyrimidine?
een base die bestaat uit twee heterocyclische ringen (thymine of cytosine)
wat gebeurt er bij transversie?
een overgang van purine –> pyrimidine of andersom. afhankelijk van locaatie gevolgen: missense of nonsense
Welke verschillende soorten chromosomale afwijkingen zijn er?
translocaties, amplificaties, deleties, numerieke afwijkingen
wat houd een translocatie in?
uitwisseling van chromosoomstrengen, gebalanceerde en ongebalanceerde (geen of wel netto DNA-verlies)
wat is deregulatie van de expressie?
wanneer er door een fusie-gen een fusie-eiwit ontstaat met nieuwe en versterkte functies of verloren functies. of er verhuisd een gen naar een ander chromosoom –> gen onder andere promotor
wat is de amplificatie?
vermeerdering mutatie. door DHFR wordt thymidine gesynthetiseerd; nodig voor celgroei. geremd door methotrexaat (MTX). DHFR kan dupliceren, MTX wordt opgeheven
wat is deletie?
stukken DNA verloren, verlaagde expressie van eiwit of verlies heterozygositeit; sprake bij verlies van gezond allel –> alleen gemuteerde wordt vermeerderd
wat gebeurt er bij numerieke afwijkingen?
te veel of te weinig kopieËn van een chromosoom (aneiploïdie), geen evenwichtige verdeling van chromosomen –> onder of over expressie van eiwit of verlies heterozygositeit
wat zijn 5 oorzaken van DNA-beschadiging?
- chemische instabiliteit
- chemische verbindingen
- biologische stoffen
- fysische agentia
- foutieve replicatie
in welke soorten kan je DNA-beschadigingen onderscheiden?
- chemische adducten
- intrastrengs crosslinks: UV-licht of cisplatine/ 2 guaninen uit aparte strengen aan elkaar
-DNA-streng breuken: enkelstrengse breuk of dubbesltrengse breuk (oxidatieve schade of ioniserende straling) - basepaar mismatches: translesie synthese of proofreading fouten
Wat is chemische instabiliteit?
- spontane hydrolyse; N-glycosylverbinding tussen suikers en base verloren –> er ontstaat meer suiker waar geen base meer aan vast zit, (gedepurineerde suiker) bij replicatie site overgeslagen –> deletie van 1 basepaar
Wat is chemische instabiliteit?
- deaminatie van basen: een vorm van spontaan verval van het DNA. verdwijning aminogroep van de base. bv cytosine –> uracil. transitie : verandering in complementariteit. replicatie induceert een mutatie
wat zijn endogene stoffen?
stoffen die het lichaam zelf produceert, bv zuurstofradicalen door metabole processen (reactive oxygen species): guanine bv in 8-oxoguanine
wat is benzoapyreen?
in sigarettenrook, wordt omgezet in benzoapyreen diol epoxide (BPDE): metabolisch geactiveerd, is wel gevaarlijk. veroorzaka chemische adducten die DNA dubbelhelix verstoren
welke chemische adducten verstoren de DNA dubbelhelix niet?
- spontane hydrolyse, deaminatie, oxidatieve DNA schade
wat is hoogenergetische straling?
gamma- en röntgenstraling en UV licht. UV licht kan crosslink aanleggen tussen 2 pyrimidines –> pyrimidine dimeer of 6-4 fotoproduct gevormd. Rontgen –> ontstaan breuken in DNA-helixes (dubbelstrengs DNA-breuk)
wat zijn DNA-schade reparatiemechanismen?
-base excisie reparatie: herstel van kleine adducten
- nucleotide excisie reparatie: herstel grote adducten (UV-licht)
hoe werkt base excisie reparatie?
voor bv oxidatieve DNA-schade, begint met een DNA-glycosulase, bv een OGG1 (8-0x0guanine DNA-glycosylase) knipt het beschadigde DNA weg. OGG1 katalyseert de hydrolyse van de N-glycosyl verbinding tussen deoxyribose en 8-oxoguanine –> abasische plaats (gedepurineerde suiker)
wat is base-flipping en hoe wordt de vreemde base verwijderd??
de vreemde nucleotide wordt herkend en het DNA-glycosylase trekt de foute base naar buiten, die wordt weggeknipt,de N-glycosyl band wordt verbroken, AP endonuclease maakt een breuk aan de abasische site –> enkelzijdige breuk
welke 2 dingen kunnen gebeuren na base flipping voor het verwijderen van de verkeerde base?
long en short patch
wat gebeurt er bij long patch?
het DNA is opengeknipt; DNA-polymerase bindt en start met nieuwe nucleotiden inbouw, DNA-synthese, flap over door endonuclease weg, ligase zorgt ervoor dat de 2 stukken aan elkaar komen
wat gebeurt er bij short patch?
de abasische patch wordt weggeknipt zonder veel verandering aan DNA. polymerase en ligase maakt gat dicht
wat wordt er gerepareert bij nucleotide excisie reparatie?
de intrastreng crosslinks en DNA-dubbele helix verstorende adducten