week 2 Flashcards
In welke drie fases kan je het slikproces indelen?
- orale fase: opname voedsel in de mond.
- faryngeale fase: transport van voedsel naar de slokdarm.
- oesofagiale fase: fase waarin voedsel in de slokdarm zit.
Welke twee plexussen zijn er in de tractus digestivus en waar bevinden deze zich?
Myenterische (Auerbach’s) plexus tussen de circulaire en longitudinale spierlaag (tunica muscularis) vanaf de slokdarm tot en met het rectum.
Submucosale (Meissner’s) plexus in de submucosa en alleen in de dunne en dikke darm.
Wat is de werking van de myenterische neuronen?
Ze krijgen input van de para-/sympathicus en monitoren rekken van spieren, pH, osmolaliteit, mechanische stimulatie, etc.
Vervolgens stimuleren of remmen ze via interneuronen gladde spiercellen, secretoire cellen, submucosale endocriene cellen en bloedvaten.
Wat is dysfagie?
Dit zijn passageklachten: voedsel blijft hangen ter hoogte van de slokdarm.
Wat is achalasie?
Het is een neuromusculaire stoornis van de slokdarm, waarbij er geen peristaltiek en geen LES-relaxatie plaatsvindt, waardoor voedsel blijft stilzitten in de oesophagus en deze dilateert.
Wat is dyspepsie?
Het is een verzamelnaam voor maag gerelateerde bovenbuikklachten, zoals pijn in de epigastro, een vol gevoel, misselijkheid en zuurbranden.
Wat is een ulcus?
Een ulcus is een defect (wond) in het epitheel met een diameter groter dan 0,5 cm en is doorgedrongen tot in de submucosa. Kleinere en ondiepere laesies worden erosies of aften genoemd.
Wat zijn mogelijke klinische consequenties van en helicobacter pylori infectie?
chronische actieve gastritis ulcus duodeni of ventriculi atrofische gastritis maagkanker maaglymfoom
Welke vormen van therapie heb je bij een bloedend ulcus?
Injectie therapie: adrenaline (-> vasoconstrictie)
Thermische therapie: Goldprobe (diepe coagulatie) of argon plasma coagulatie (oppervlakkige coagulatie)
Mechanische therapie: clip
Beschrijf de therapie bij een bloedend maag ulcus.
Bij een pH van vier is de stollingsactiviteit vrijwel afwezig. Daarom moet de pH omhoog gehaald worden door middel van een protonpompremmer (PPI). Daarnaast moet het gebruik van NSAID’s gestaakt worden en tegen eventuele h. pylori twee verschillende antibiotica gegeven worden. Dus 1 PPI en 2 antibiotica.
Wat zijn de drie redenen op twee verschillende antibiotica te geven bij een h. pylori infectie?
- Antibiotica is minder effectief in zuur milieu
- Snel ontstaan resistentie bij mono-therapie
- Slechte penetratie antibiotica in mucuslaag
Wat is het nut van maagzuursecretie?
- Destructie van pathogenen bacteriën en virussen en denaturatie van toxische eiwitten.
- Verbreking van waterstofbruggen in voedingseiwitten -> ontvouwing (denaturatie) -> bevordert hydrolyse door proteases in maag en darm.
- Activering van pepsinogeen tot pepsine en van maag lipase.
- Co-secretie van intrinsic factor (IF), nodig voor B12 absorptie.
Uit welke compartimenten bestaat de maag / welke cellen hebben welke functie in de maag?
De fundus en corpus zijn het exocriene gedeelte van de maag waar zoutzuur excretie plaatsvindt. In het antrum vindt de regulatie hiervan plaats en het heeft een endocriene gedeelte.
In het maagputje bevinden zich muceuze cellen (slijmnapcellen), mestcellen (histamine), pariëtale cellen (HCL en IF), hoofdcellen (pepsinogeen en maaglipase) en enterochromaffiene cellen (histamine, endocrien in corpus en fundus).
In de wand van het antrum zijn D-cellen die somatostatine en G-cellen die gastrine produceren. Gastrine en histamine stimuleren zuursecretie en somatostatine remt de zuursecretie.
Hoe werkt de stimulatie van zuursecretie?
G-cellen in het antrum geven gastrine af aan het bloed dat de enterochromaffiene cellen bereikt. Gastrine stimuleert deze cellen tot de afgifte van histamine (aan het bloed) wat leidt tot stimulatie van HCl-productie door de pariëtale cellen. Daarnaast zorgt de nervus vagus ook voor stimulatie van de enterochromaffiene cellen.
Tenslotte kunnen gastrine en de vagale neuronen ook helpen bij het stimuleren van de pariëtale cellen.
Hoe werkt de remming van zuursecretie?
De D-cellen in het antrum geven somatostatine af die de EC-cellen remmen. Hierdoor is er geen histamine productie meer en wordt de HCl-productie ook direct geremd.
Als zure massa in het duodenum komt worden secretine en GIP (gastric inhibitory peptide) afgegeven aan het bloed die ook de pariëtale cellen direct remmen. Daarnaast wordt er CCK (cholecystokinine) afgegeven aan het bloed. Dit stimuleert de D-cellen.
Tenslotte zorgt ook prostaglandine E2 (PGE2) voor remming van de pariëtale cellen.