week 15 en 16 Flashcards
Uit welke 8 schakels bestaat de ademhalingsketen?
- convectief gastransport door de geleidende wegen
- gasmenging in de alveolaire ventilatie
- diffusie
- pulmonale circulatie
- gehele circulatie
- spieren
- diffusie
- mitochondriën
Welke parameters kunnen de maximale O2-opname beperken?
Respiratoir systeem:
- O2 diffusie
- ventilatie
- ventilatie-perfusie verhouding
- zuurstofspanningsverschil (a-v)DO2
Skeletspier:
- Enzymen en oxidatiepotentiaal
- Energiereserves en leverantie
- Myoglobine
- Aantal en grootte van mitochondriën
Cardiovasculair centraal: - cardiac output (slagvolume en hartfrequentie) - Hb-concentratie perifeer: - Flow naar regio's zonder arbeid - bloedflow naar spier - Capillaire dichtheid in spier - O2 diffusie - O2 extractie - Hb-O2 interactie
Welke objectieve parameters heb je om hartfalen te bepalen?
cardiac output, vullingsdrukken, ejectiefractie en diastolische disfunctie
Welke symptomen komen voor bij hartfalen?
Verminderde inspanningstolerantie vermoeidheid dyspnoe orthopnoe (nachtelijk) hoesten verwardheid/ delier hartkloppingen verminderde eetlust / misselijkheid erectiele disfunctie
Wat kunnen oorzaken zijn voor disfunctie van het hart?
- Primair hartspier (myocard) probleem:
- myocardinfarct
- cardiomyopathie
- myocarditis - Overbelasting van de hartspier:
- Drukbelasting (hypertensie, aortaklepstenose)
- Volumebelasting (klepinsufficiëntie, shunts)
- ritmestoornissen - Instroombelemmering
- mitralis- of tricuspidalisklepstenose
- constrictieve pericarditis
Wat is de preload?
Het is het eind-diastolische volume: hoeveelheid bloed aanwezig in de linker of rechterventrikel aan het einde van de diastole.
Wat zijn de korte en lange termijn effecten van de compensatiemechanisme voor hartfalen: Water/zout retentie, perifere vasoconstrictie, sympathicus activatie, myocardhypertrofie en myocardfibrose?
korte termijn - lange termijn
Water/zout retentie: preload stijgt - long/leverstuwing
perifere vasoconstrictie:
perfusie stijgt - afterload stijgt
sympathicus activatie: Hogere HF en contractiliteit - energiebehoefte stijgt
myocardhypertrofie: ontlasting myocyten - beschadiging
myocardfibrose: voorkomt dilatatie - diastolische disfunctie
Wat is het verschil tussen HFREF en HFPEF?
HFREF is systolische disfunctie met een afgenomen contractie, ejectiefractie is verlaagd en er zijn symptomen en tekenen van hartfalen.
HFPEF is een diastolische disfunctie met een vullingsprobleem, een normale ejectiefractie (maar door verlaagde vulling blijft CO verlaagd) en er zijn symptomen en klinische tekenen van hartfalen te zien.
Wat is een cardiomyopathie?
Het is een ziekte van de hartspier. Hierbij is de hartspier structureel en functioneel abnormaal in afwezigheid van oorzakelijke ziekte (coronaire hartziekte, hypertensie, klepziekte of aangeboren hartziekte), die de afwijking kan verklaren.
Welke 5 verschillende soorten cardiomyopathieën zijn er?
- HCM: hypertrofisch
- DCM: gedilateerd
- ARVC (artimogene rechterkamer cardiomyopathie): waarbij ritmestoornissen vanuit de rechterkamer kunnen ontstaan
- Restrictieve cardiomyopathie: een vullingsprobleem (restrictieve diastole)
- NCCM (non-compaction cardiomyopathie): een zeldzame erfelijke hartspierafwijking waarbij het myocardweefsel niet compact wordt.
Welke klachten passen bij een aortaklepstenose?
Angina pectoris, duizeligheid/syncope, hartfalen en plotse dood
Wat is de etiologie van een mitralisklepinsufficiëntie?
- Annulus: dilatatie bij gedilateerde cardiomyopathie
- Chorda: ruptuur (spontaan, mitralisklepprolaps, endocarditis)
- Papillairspier: disfunctie of ruptuur bij ischemie
- Klepbladen: perforatie bij endocarditis, prolaps
Welke behandelingen kan je toepassen bij een mitralisklepstenose?
Preventie acuut reuma
Medicamenteus:
- Bij snel atriumfibrilleren: digoxine en/of bètablokker
- Bij longvaatovervulling/stuwing: diuretica
- Bij vergroot LA en bij atriumfibrilleren: antistolling
Invasief:
- Ballonvalvuloplastiek
- Open commissurotomie
- Klepvervanging
Hoe zit de diagnose vaan endocarditis in elkaar?
Major criteria:
- Bloedkweek: typische verwekker
- Bewijs van betrokkenheid endocard: typische echocardiografische afwijkingen, nieuwe kleplekkage (positieve echo)
- nieuw hartgeruis
Minor criteria:
- predisponerende hartafwijking/ i.v. drugsgebruik
- koorts
- Perifere afwijkingen (emboli, mycotisch aneurysma, etc.)
- Immunologische verschijnselen (b.v. glomerulonefritis)
- Positieve bloedkweek
2 major of 1 major en 3 minor of 5 minor
Wat zijn specifieke kenmerken die naar boven komen bij het lichamelijk onderzoek van hartfalen?
- gestegen centraal veneuze druk
- positieve hepatojugulaire reflux
- derde harttoon (gallopritme)
- apex naar lateraal verplaatst
- hartgeruis