week 15 Flashcards
Waarom kijken we bij een inspanningsproef naar de VO2 max.?
De zuurstofopname is direct gekoppeld aan de energieproductie
Mogelijke (locaties) voor limitaties tijdens maximale O2 opname (5)
- Cardiovasculair
- Centrale circulatie
- Perifere circulatie
- Respiratoir
- Skeletspier
Centrale circulatie limitaties bij maximale O2 opname (2)
- Cardiac output schiet tekort (HF-SV)
- Hb-concentratie te laag
Perifere circulatie limitaties bij maximale O2 opname (3)
- Shunting
- Bloedflow in de spier te laag
- Capillaire dichtheid spier te laag
Respiratoire limitaties bij maximale O2 opname (2)
- Ventilatie
- V’/Q’ verhouding
Skeletpsier limitaties bij maximale O2 opname (4)
- Enzymen en oxidatiepotentiaal
- Energie reserves
- Myoglobine
- Mitochondrien- grootte & aantal
Waarom neemt het slagvolume maar zo’n 30-40% toe bij inspanning in tegenstelling tot de 150% keer van de HF?
De hartspier is een stijve spier die maar beperkt kan toenemen
Wat zijn 2 manier waardoor de zuurstofextractie verder kan toenemen?
- Er gaan meer capillairen open staan, waardoor het bloed efficienter wordt verdeeld.
- Dankzij de zuurstofdissociatie curve-Bohr effect
HRmax =
220- leefitijd
Wat is een (numerieke) aanwijzing voor anaerobe arbeid?
Als het RQ > 1,2
RQ =
koolzuurproductie / zuurstofopname
Definitie hartfalen
Hartfalen is een syndroom waarbij patienten symptomen hebben en klinische tekenen die waarneembaar, die het gevolg zijn van dysfunctie van het hart.
Objectieve paramters voor beoordeling hartfunctie (4)
- Ejectiefractie
- Diastolische (dys)functie
- Vullingsdrukken
- Cardiac output (hartfrequentie x slagvolume)
Klinische tekenen hartfalen
- Tachycardie
- Crepitaties of wheezing
- Oedeem
- Ascites
- Verhoogde centraal veneuze druk
- Hepatomegalie
- Verplaatste apex
Wat is de meest gebruikte parameter voor linker ventrikelfunctie?
Ejectiefractie
Oorzaken dysfunctie van het hart (3)
- Primair hartspierprobleem
- Overbelasting van het hart
- Instroombelemmering
Soorten primaire hartspierproblemen (3)
- Myocardinfarct
- Cardiomyopathie
- Myocarditis
Soorten overbelasting van het hart (3)
- Drukbelasting
- Volumebelasting
- Ritmestoornissen
Soorten instroombelemmering (2)
- Mitralis- tricuspidalisklepstenose
- Constrictieve pericarditis/ pericarditis constrictiva
Preload
Eind-diastolisch volume, de hoeveelheid bloed die aanwezig is op einde van diastole in de rechter/ linkerventrikel
Afterload
Weerstand/ druk waartegen het hart moet contraheren
Afterload wordt bepaald door (3)
- Systeem en longweerstand
- Karakteristieken van de vaatwand
- Bloedvolume dat wordt uitgeperst
3 kenmerken myocardiale remodelling
- Hypertrofie
- Verlies myocyten
- Toename interstitiele fibrose
Basisbehandeling van alle chronisch hartfalen patienten (6)
- Diuretica
- SGLT2-remmers
- Betablokkers
- ACE-remmers
- digoxine
- Aldosteron receptor blokkers
Waartoe dienen inotropica?
Tegen verminderde cardiac output
Kenmerken backward hartfalen, linkszijdig (3)
- PV druk gaat omhoog
- LA eind-diastolische druk gaat omhoog
- LV eind-diastolische druk gaat omhoog
Backward hartfalen, rechts (3)
- Druk VCS en VCI gaat omhoog
- RA eind-diastolische druk gaat omhoog
- RV eind-diastolische druk gaat omhoog
Forward hartfalen links en rechts (2)
- Te lage longflow
- Te lage cardiac output
Cardiomyopathie
Ziekte van de hartspier waarbij de hartspier structureel en functioneel abnormaal is in afwezigheid van oorzakelijke ziekte, die de afwijking kan verklaren
3 types hypertrofe cardiomyopathie
- Sigmoidale HCM
- Asymmetrische HCM
- Apicale HCM
Sigmoidale HCM
Alleen basale deel myocard is verdikt
Asymmetrische HCM
Septum myocard is verdikt en achterwand is relatief normaal
Apicale HCM
Apex myocard is verdikt
Wanneer heb je last van een dikke hartspier?
Bij een vullingsprobleem, doordat er een vernauwing in de (linker)ventrikel ontstaat.
ARVC (gepaard met?)
aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie, gepaard met systolisch hartfalen
Gedilateerde cardiomyopathie (gepaard met?)
Normale wanddikte, maar een groter volume van de holtes waardoor systolische functie is verstoord, gepaard met mitralisklepinsufficientie
Restricitieve cardiomyopathie (veroorzaakt door)
Endomyocardiale fibrose, hypertrofie of door infiltratie myocard door bv. ijzer of glycogeen. De vulling van de ventrikels is verstoord door hun stijfheid.
LVNC (+ hoe ziet het eruit?)
Linker ventrikel non-compaction cardiomyopathie, het hart is net zoals in foetale stadium erg spongieus, last van hartfalen en ritmestoornissen.
Hoe presenteert iemand zich met LVNC?
Systemische embolieen zoals bv. een beroerte.
Meest voorkomende oorzaak voor pericarditis is __________.
idiopatisch
Oorzaken pericarditis (6)
- idiopatisch
- systeemziekte
- neoplastisch
- post-cardiac injury
- metabole
- overige (PH, hartfalen, aorta dissectie)
Diagnostische criteria bij acute pericarditis (symptomen)
Stekende pijn die vastzit aan ademhaling, toeneemt bij liggen en afneemt bij voorover buigen, met utistraling naar nek en linkerschouder soms.
Behandeling pericarditis (2)
- NSAID kuur
- 3-6 maanden colchicine
Myocarditis heeft meestal een ________ oorzaak.
virale
AO myocarditis; ECG
Repolarisatie afwijkingen, geleidingsstoornissen, ritmestoornissen
Behandeling reuscelmyocarditis
Prednison
Endocarditis stel je vast aan de hand van de __________ criteria.
DUKES
Als je __ major criteria hebt moet je minsten __ minor criteria hebben om endocarditis te diagnosticeren.
1, 3
Major criteria DUKES (2)
- Positieve bloedkweken
- Bewijs voor endocardiale betrokkenheid
Minor criteria DUKES (5)
- Predispositie
- Koorts
- Vasculaire fenomenen
- Immunologische fenomenen
- Microbiologisch bewijs
Behandeling endocarditis (2)
- Langdurige antibiotica
- Klepvervanging op indicatie
5 specifieke cardiomyopathieen
- Hypertrofische cardiomyopathie
- Gedilateerde cardiomyopathie
- ARVC (aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie)
- Restricitieve cardiomyopathie
- LVNC (linkerventricel non-compaction cardiomyopathie)
Wat is het probleem voor het hart bij een stenose?
Een drukbelasting van het compartiment voor de stenose met concentrische hypertrofie.
Wat is het probleem voor het hart bij een insufficientie?
Er ontstaat een volumbelasting van de compartimenten aan beide zijdes van de insufficientie, en er ontstaat ook zo hypertrofie.
Soorten aortoklepstenoses
- Normaal
- Reumatisch
- Aangeboren
- Degeneratief
Klachten bij aortaklepstenose (3)
- Hartfalen symptomen
- Angina pectoris
- Syncope
Opties interventie iemand met aortaklepstenose (3)
- Kunstklep
- Bioprothese
- TAVI
Kenmkerken reumatische mitralisklepstenose
Fusie van comissuren en chordae met verdikking, later calcificatie.
Kenmerken degeneratieve mitralisklepstenose
Calcificatie van de mitraal annulus, uitgebreid naar de basale delen van de klepbladen.
3 belangrijke metingen bij mitralisklepstenose
- Doppler Vmax over de klep
- Berekend klepoppervlak
- Anatomisch klepoppervlak
Klachten van iemand met mitralisklepstenose (3)
- Hartfalen symptomen
- Palpitaties
- Trombo-embolie
Primaire oorzaken mitralisklepinsufficientie (ouderen, jongeren)
- Ouderen: fibro-elastische deficientie
- Jongeren: Ziekte van Barlow
Derde harttoon aanwezig bij
mitralisklepinsufficientie
Symptomen aortaklepinsufficientie
Hartfalen (dyspnoe)
Wanneer heeft iemand primaire tricuspidalisklepinsufficientie? (5)
- Endocarditis (allen bij IV drugsberuik)
- Ziekte van Ebstein
- Ziekte van Leads
- Carcinoid
- Prolaps bij bindweefselziektes of na trauma
Wanneer heeft iemand secundaire tricuspidalisklepinsuffcientie? (6)
- RV infarct
- Cardiomyopathie
- Pulmonale HT
- LV falen
- Linkszijdig kleplijden
- Shunt door ASD/ VSD
Symptomen tricuspidalisinsufficientie (2)
- Hartfalen symptomen
- Palpitaties
Wat voor waardes zijn van belang om bij een patient met acute hartklachten hartfalen uit te sluiten?
Normale natriuretische peptides
_____receptor dichtheid daalt bij iemand met hartfalen.
Bèta
Welke 3 systemen zijn gunstig om op korte termijn in te grijpen bij een hartfalen patient? (= nadeel lange termijn)
- Sympathicus (NA)
- RAAS
- Vasopressine
nadeel lange termijn: remodelling
Wat geef je een (acuut) hartfalen patient in ieder geval WEL? (2)
- nitraten
- lisdiuretica
Wat kan toegediend worden bij iemand die diuretica slikt om een bijwerking tegen te gaan?
Kaliumsparende diuretica
Waar is het risico op hoog bij iemand die diuretica slikt?
Hypokaliemie
Kaliumsparende diuretica (2)
- Amiloride
- MR antagonist
Wat zijn sterke en minder sterke diuretica?
Sterke: lisdiuretica
Minder sterke: thiazide diuretica
Wat voor positieve effecten hebben RAS-blokkers? (2)
Mortaliteit verminderen en cardiale remodelling remmen.
MR-blokkers (3)
- Spironolacton
- Eplerenon
- Finerenon
Bijwerkingen MR blokkers (2)
- Borstvorming bij mannen
- Ernstige hyperkaliemie
Door het toedienen van welke medicatie kan je “ongestraft” een hoge doses RAS/MR antagonisten gebruiken?
Kaliumbinders (minder kalium, minder kans op hyperkaliemie)
SGLT2 inhibitors werking
remmen glucose en Na+ reabsorptie
SGLT2 inhibitors (medicatie naam, 2)
- Empagliflozin
- Dapagliflozin
Werking bètablokkers op hart
Anti-aritmisch en dus stabiliserend voor het hart, waardoor hartfrequentie langzamer wordt en langere diastole veroorzaakt, waardoor de O2 voorziening toeneemt.
Werking digoxine
Remt de Na/K-ATPase; Na uitstroom geremd waardor intracellulair [Na] stijgt., en Na/Ca exchaangen daalt. Meer [Ca] intracellulair, en dit zorgt voor inotropie. Vagale tonus stijgt ook, en sympathicus wordt geremd doordat [NA] omlaag gaan.
Behandelingen hartfalen (globaal, 3)
- Medicatie
- Stent
- Bypass
Wat voor immunosuppressiva slikt iemand na een harttransplantatie? (2)
- Prednison
- Anti-thymocytenglobuline
Wat voor immunosuppressiva slikt iemand tijdens/na de harttransplantatie opname?
- Prednison
- Tacrolimus
- Mycophenolaat mofetil
Oorzaken van hematurie (4)
- Glomerulaire en urologische hematurie
- IgA nefropathie
- Syndroom van Alport
- Thin Membrane nefropathie