week 13 Flashcards
Soorten frames waarin je resultaten aan iemand kan voorleggen
- Verlies frame
- Winst frame
Anchoring
Te veel warde hecten aan de eerste informatie die je krijgt bij het maken van beslissingen. Mensen gebruiken dat anker om hun schattingen te doen, en hebben moeite om af te wijken van het anker.
Availability bias
Van items die makkelijker beschikbaar zijn in het geheugen denken dat ze vaker komen
Wat is de belangrijkste reden voor het kiezen voor revascularisatie?
Als patienten klachten blijven houden ondanks medicamenteuze therapie
Wat zijn vasculaire complicaties die kunnen optreden bij revascularisatie? (7)
- Arteriele trombose
- Distale embolisatie
- Bloeding/ hematoom
- Dissectie
- Pseudo-aneurysma
- AV-fistel
- Occlusie van de a. radialis
Golden five - na STEMI
- Aspirine
- Tricagrelor/ Prasuragrel
- Atrovastatine
- Perindopril
- Metoprolol
Wat zijn periprocedurele complicaties van een PCI? (5)
- Perforatie
- Dissectie
- Occlusie van de zijtak
- Distale embolisatie
- Stent trombose (iatrogeen)
Klachten bij ritme- en geleidingsstoornissen
- Palpitaties
- Syncope/ duizeligheid
- Dyspnoe
- Moeheid
Juist/ onjuist: Lichamelijk onderzoek is bijdragend bij iemand met klachten die passen bij een ritme- en geleidingsstoornis
Onjuist
3 mechanismes die misgaan bij iemand met ritme- en geleidingsstoornissen (begrippen)
- Accelerated automaticity
- Triggered activity
- Re-entry
Accelerated automaticity
Iets versnelde hartslag, waarbij de depolarisatiedrempel wordt veranderd
Triggered activity
Nieuwe influx van positieve ionen aan het einde van de repolarisatie.
Wat gebeurt er als er triggered activity in de ventrikel ontstaat?
Dan krijg je een premature ventriculaire contractie
Re-entry
Als er twee wegen van A naar B zijn bij het prikkelgeleidingssysteem
Voorwaarden voor re-entry systeem (2)
- 2 routes moeten verbonden zijn aan het begin en het einde
- 2 routes moeten verschillende eigenschappen hebben
Iemand is bradycardisch bij een hartslag
Onder de 60
Zonder syncope mag je maximaal ____ seconden bradycardisch zijn.
6
Met syncope mag je maximaal ____ seconden bradycardisch zijn.
3
Kenmerken 1e graad sinus bradycardie
Alles is ipc normaal; m.u.v. hartslag <60 bpm en ietwat verlengde PQ-tijd
Kenmerken 2e graad sinusbradycardie
Af en toe valt er een P-top uit, PR-interval neemt ook geleidelijk toe.
Kenmerken sinus bradycardie 3e graads
Hierbij is een volledige scheiding tussen atrium en ventrikel activatie. Deze patienten krijgen altijd een pacemaker.
Iemand is tachycardisch bij een hartslag van meer dan
100 bpm
Smalcomplex tachycardie
QRS breedte tijdens de tachycardie <120 ms