Week 15 Flashcards
Wanneer is er sprake van pathologische angst?
Specifieke gedachten en emoties in combinatie met consistente fysieke en gedragssymptomen
Deze gedachten zijn vaak onrealistisch en irrationeel
Welke autonome symptomen kunnen voorkomen bij angst?
Hartkloppingen, trillen, zweten
Wat is een paniekaanval?
Plotseling episode van intense angst die ernstige fysieke reacties veroorzaken, terwijl er geen echte gevaar of duidelijke oorzaak is
Wanneer bereikt een paniekaanval zijn hoogtepunt
In ongeveer 10 minuten
Wat is vermijdingsgedrag?
Patiënt probeert de confrontatie met gevreesde situatie te voorkomen
Wat zijn cognitieve symptomen van angst?
Gedachten over dreiging
Wat zijn conatieve symptomen van angst?
Wegrennen, vermijden van dreiging
Wat is voorbeeld van veiligheidsgedrag?
Het bij je dragen van twee laders, in het geval dat één kapot gaat
Wat is passieve vermijding?
Een situatie volledig vermijden
Wat is het verschil tussen cognitieve vermijding en interoceptieve vermijding?
Cognitieve vermijding is het vermijden van angstige gedachten
Interoceptieve vermijding is het vermijden van fysieke activiteiten
Wanneer is er sprake van een paniekstoornis?
Wanneer er regelmatig en onverwacht paniekaanvallen voordoen en de patiënt zich nog meer zorgen baart en daardoor het gedrag aanpast
Wat is de man/vrouw verhouding bij agorafobie?
4 : 1
Wat is agorafobie?
Angst voor openbare situaties waarin patiënten zich hopeloos voelen, zich in verlegenheid brengen en het moeilijk vinden om te ontsnappen
Wat is sociale fobie?
Intense angstgevoelens of angst om veroordeeld, bekritiseerd of afgewezen te worden in een sociale/prestatie-situatie
Wat is arachnofobie?
Spinnenfobie
Wat is acrofobie?
Hoogtevrees
Wat is kenmerkend aan een paniekaanval bij een specifieke fobie?
De paniekaanval houdt aan totdat de prikkel is weggenomen
Wat zijn veel voorkomende onderwerpen waar patiënten met gegeneraliseerde angststoornis zich zorgen over maken?
Gezondheid, financiële zekerheid, familie of relaties
Wat is positieve metacognitie?
Overtuiging dat alle zorgen hen voorbereiden op worst case scenario en hen zal helpen de situatie beter te verwerken
Wat is negatieve metacognitie?
Zorgen maken over het zorgen maken en de angst om controle te verliezen
Wanneer beginnen de verschillende angststoornissen?
Kindertijd: specifieke fobie
puberteit: sociale angst, gegeneraliseerde angst
vroege volwassenheid: paniekstoornis, agorafobie
Wat is een risico voor zowel depressieve als angststoornissen?
Neurocitisme
Welk centrum is het belangrijkste voor de emotionele respons?
Amygdala