week 14, 15 en16 Flashcards

1
Q

Waar staat LARISA voor?

A

Locatie
Activiteiten
Reizigers
Incubatietijd
Syndromen
Aanvullend onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de pathofysiologie van malaria?

A

weefselhypoxie en shock
ernstige orgaandysfunctie
sterke immuun(de)activatie

anemie
trombopenie (DIS, sekwestratie van milt)
Diffuus intravasale stolling (DIS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke symptomen/klachten passen bij malaria?

A

koorts
hoofdpijn, spierpijn, malaise
veranderd bewustzijn (tot psychose/coma)
buikpijn, misselijk, braken, diarree
icterus, hepatosplenomegalie

Ernstig:
shock
cerebrale malaria
nierinsufficiëntie
ernstige anemie
acidose
hypoglycemie/leverfalen
cardiale dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom loopt een p. falciparum infectie ernstiger dan de andere malaria soorten?

A
  1. De p. falciparum dringt de erytrocyten binnen via een receptor die op alle ery’s aanwezig is, terwijl de andere soorten alleen jonge of alleen oude ery’s binnen dringen
  2. Sequestratie van geïnfecteerde erytrocyten: De ery’s geïnfecteerd met p. falciparum hebben een receptor op hun opp. waardoor ze aan endotheelcellen kunnen hechten (vooral in capillairen), waardoor er nauwelijks meer bloed kan passeren. Dit leidt tot weefselschade en het immuunsysteem wordt geactiveerd -> orgaanfalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke mogelijkheden zijn er tot het diagnosticeren van malaria?

A

Dikke druppel en uitstrijk: gouden standaard
Antigeen sneltesten
Moleculaire diagnostiek (PCR): bevestiging plasmodium soort
Quantitative Buffy Coat analyse (QBC)
Serologie: bevestiging doorgemaakte infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke eigenschappen kunnen lokale huidproblemen (na de reis) hebben?

A
  • Blaas- en blaarvormend
  • jeukend
  • lijnvormig
  • papels
  • subcutane zwelling en/of knobbels
  • vlekvormend (hyper- of hypo-gepigmenteerd)
  • woekerend en wratachtig
  • zwerend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van de cutane larve migrans?

A

Het is een infectie met niet-humane mijnwormlarven.
Er ontstaat een bewegend, intens jeukend spoor dat met een paar mm/cm per dag verschuift. De begrenzing is scherp.
De incubatietijd is enkele uren en de klachten kunnen enkele maanden aanhouden. Diagnose a.d.h.v. klinisch beeld. Therapie: ivermectine p.o. eenmalig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Tunga penetrans?

A

Dit wordt veroorzaakt door een bevruchte vrouwelijke zandvlo die zich in de huid (stratum granulosum) graaft, voornamelijk in de voetzool, om daar later eitjes te leggen.
De zandvlo komt voor in Afrika, Zuid-Amerika en India.
Symptomen: zwelling (tot 1 cm), jeuk, ontsteking en soms een bacteriële superinfectie.
Behandeling: uitprepareren van de vlo. Let hierbij goed op dat er geen infectie ontstaat dus wond desinfecteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke diagnose zou je zeggen dat iemand die heeft gereisd heeft, wanneer deze onder de pukkels zit die lijken te bewegen?

A

myiasis (vlieglarven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf Cordylobia (anthropophaga) myiasis.

A

Dit is de vliegsoort (larve?) die vooral in de sub-Sahara Afrika voorkomt.
De vlieg zet eitjes af op een vochtige omgeving, zoals grond of wasgoed. De larven dringen vervolgens de huid binnen.
Doordat de larve op wasgoed zitten, zitten de huidafwijkingen op plekken die normaal bedekt wordt door kleding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de Dermatobia hominis.

A

Dit is een grotere vlieg dan de Cordylobia. Hij legt zijn eitjes op een kleinere vlieg (vector) die vervolgens de gastheer besmet. Daarom komen deze afwijkingen voor op de onbedekte huid.
De vlieg komt voor in Mexico en Midden- en Zuid-Amerika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn indicaties voor diagnostiek bij reizigers diarree?

A

> 5 dagen aanhouden
koorts/bloed
Extremes of age
immuungecompromitteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke symptomen zijn er als een amoebenabces in de lever zit?

A

Algemene symptomen:
- wisselende koorts en malaise
- leukocytose met een verhoogd BSE
- de leverenzymen zijn meestal niet afwijkend

Lokale symptomen (bij bereiken kapsel)
- Pijn rechterzijde: rechts borst, rechterschouder en soms nek
- hepatomegalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke diagnostiek is er voor het hepatitis C virus?

A

ALAT en ASAT: niet specifiek, indicatie voor een hepatitis
Anti-HCV IgG: na 8 weken levenslang aanwezig
HCV-RNA: indicatie voor actieve infectie
Genotype HCV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn symptomen passend bij levercirrhose?

A

gynaecomastie
erythema palmare
caput medusae
spider naevi
tandvleesbloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke klachten passen bij een hepatitis A infectie?

A

prodromale fase: algemene malaise, koorts en hoofdpijn
Enkele dagen later: buikpijn, misselijk, braken, verminderde eetlust, icterus en jeuk. De klachten houden tussen de 2-3 weken aan.

17
Q

Wat zijn extrahepatische klachten na een hepatitis A infectie?

A

Ze worden veroorzaakt doordat imuuncomplexen neerslaan in de huid of gewrichten:
- huiduitslag of vasculitis
- gewrichtspijnen (arthralgie) of gewrichtsontstekingen (artritis)

18
Q

Wat zijn de onderscheidende kenmerken van elke type overgevoeligheidsreactie?

A

Type I: IgE gemedieerd
Type II: antistoffen binden aan antigenen gebonden aan de extracellulaire matrix of een celoppervlak resulterend in destructie
Type III: antistoffen binden aan circulerende antigenen en vormen complexen die neerslaan m.n. in de kleine bloedvaten
Type IV: T-cel gemedieerde cel destructie

19
Q

Welke allergenen passen bij een type I overgevoeligheidsreactie?

A

pollen, huisstofmijten, insectengif, voedselallergenen, geneesmiddelen, beroepsallergenen

20
Q

Wat zijn kenmerken van een type II overgevoeligheidsreactie op geneesmiddelen?

A

Geneesmiddel bindt aan het oppervlak van een cel en fungeert als antigeen.
5-8 dagen na contact met geneesmiddel.

Klinische beelden:
- hemolytische anemie (GNM bindt aan ery’s)
- trombopenie -> petechiën huid en slijmvliezen
- neutropenie

21
Q

Wat zijn kenmerken van eczeem?

A

Het hoofdcriterium is JEUK
erytheem
schilfering
lichenificatie
droge huid
korstjes, blaasjes, vochtafscheiding

22
Q

Waaruit bestaat het atopisch syndroom?

A

Astma
voedselallergie
eczeem
allergische rhinitis/rhinoconjunctivitis