week 13 Flashcards
Systolische bloeddruk neemt toe/af/bijft gelijk met de leeftijd
neemt toe
Diastolische bloeddruk in levensloop
Neemt tot 50e levensjaar toe en begint daarna te dalen
Veroudering bloedvaten komt vooral door
Langzaam verdwijnen elastine (rond 50–> maar helft van wat je als baby had)
BD en arteriele stijfheid
- Toename systolische druk
- Toename kans op beroerte/ LVH
Absorptie verandering bij ouderen
Slikproblemen vanwege mindere slokdarmmobiliteit
Distributie bij bejaarden
- Veranderde lichaamssamenstelling (meer vet, minder water)
- Plasma albumineconcentratie is licht gedaald, minder bindingsplaatsen, vrije fractie
Leverfunctie bejaarden
- Levervolume neemt af
- Leverdoorbloeding neemt af
CYTP450 bij bejaarden
afname fase I metabolisme
Eliminatie bij bejaarden
- Nierfunctie en doorbloeding minderen: renale klaring (-)
- Plasma renine concentratie (-)
- Aldosteronconcentratie (-)
- Risico hyperkaliemie
Css
(Dxt1/2) / (Vd/ln2/tau)
Gevolgen hogere Css
- Krachtigere (bij)werking
- Grotere kans op interacties met andere farmaca
Verschillen tussen man en vrouw (farmaco.)
Vrouw:
- tragere maaglediging en minder zuurproductie
- fase I sneller bij vrouwen
Man:
- meer massa
- fase II sneller bij mannen
- renale uitscheiding bij mannen sneller
Kenmerken geriatrische patient
- Hoge prevalentie leeftijdsspecifieke aandoeningen
- Snelle achteruitgang
- Verminderde reconvalescentie/ mogelijkheid tot herstel
- Andere (atypische) ziektepresentatie
- Somato-psycho-sociale verwevenheid
Ziektepresentatie - geriatrie
- Geheugenproblematiek
- Mobiliteitsstoornissen en vallen
- Ondervoeding en gewichtsverlies
- Polyfarmacie
- Continentieproblemen
- Stemmingsstoornissen
- Onverklaarde achteruitgang in het dagelijks functioneren
Fraility definitie Fried
Een staat van leeftijdgerelateerde fysiologische kwetsbaarheid resulterend in verminderde homeostatische reserve en minder mogelijkheden om weerstand te bieden aan stress.