week 12 Flashcards
Mechanische functies bot (3)
- Structuur
- Beweging
- Bescherming
Synthetische functies bot (2)
- Vorming van bloedcellen
- Vorming van afweercellen
Metabole functies bot (3)
- Opslag mineralen
- Opslag groeifactoren
- Endocrien orgaan
Botmatrix samenstelling
- Mineraal (60%)
- Extracellulaire eiwitmatrix (30%)
- Bloedvaten (8%)
- Cellen (2%)
Bot bestaat voor meerendeel uit (microscopisch)
Osteocyten
Osteoclasten
Botafbrekende cellen
Osteoblasten
Botvormende cellen
Rijpingsproces naar osteocyt
Mesenchymale stamcel –> pre-osteoblast –> osteoblast –> osteoid –> osteocyt
Functie osteoblast
- Maakt eiwitmatrix
- Reguleert mineralisatie (verkalking)
Functies osteocyt
- Sensor mechanische belasting
- Reguleert botombouw
- Reguleert fosfaat homeostase
Stamcel osteoclast
Hematopoietische stamcel
Rijpingsproces naar osteoclast
Hematopoietische stamcel –> monocyt –> pre-osteoclast -(fusie-> osteoclast
Osteoclast resorptie
- Verzuring (protonenpomp, HCl)
- Enzymen: afbraak tot eiwitmatrix (cathepsine K)
3 belangrijkste eiwitten osteoclast vorming
- RANKL
- RANK
- OPG systeem
Receptor osteoclastvorming
RANK
Ligan osteoclastvorming
RANKL (RANK ligand)
Decoy Receptor
OPG (Osteoprotegerine) alternatieve bindingsplaats voor RANKL
+ uitscheiding RANKL
Osteoclast stimulatie
+ OPG uitscheiding
Osteoclast remming
Tijdens veroudering ligt de nadruk op ontwikkleing naar (type cel?)
Adipocyt
Functies trabeculair bot
- Efficiente verdeling belastingskrachten
- Sterkte en elasticiteit
- Mineraal metabolisme
Functies corticale bot
- Verzorgt biomechanische sterkte
- Aanhechtingsplaats voor pezen en spieren
- Bescherming van beenmerg met daarin stamcellen
Periosteum
- Buitenkant botweefsel
- Link tussen bot en pees en bot en spieren
Endosteum
- Binnenkant botweefsel
- Enkellaags
- Rol in groei en ontwikkeling bot
Botvorming start in
6e-8e week embryonale ontwikkeling
Endochondriale botvorming
MSC’s –> Chondrocyten –> Kraakbeenmatrix
Primair ossificatie centrum –> Secundair ossificatie centrum
Corticale bot geometrie verandering bij veroudering
Diameter wordt groter –> poreuser
Meer oppervlak voor resorptie
Sclerostine
Remt osteoblast activiteit
Osteoporose
Meer botafbraak dan botopbouw (disbalans)
Sclerosteosis
Verlaagde sclerostine expressie (genetisch) in osteocyten
Fosfaat locatie
- Bot
- Kleine fractie in serum als inorganisch fosfaat
Calcium van belang bij
- Membraanpotentiaal
- Signaaltransductie
- Spiercontractie
- Bloedstolling
Fosfaat van belang bij
- DNA, RNA, ATP, ADP
- Fosforylering receptoren en eiwitten
Regulatie Ca door PTH
- PTH zorgt voor activatie 25(OH)D naar 1,25(OH)2D d.m.v. 1alfa-hydroxylase
- Toename Ca2+ en PO4 absorptie in darm lichaam in
Fracties calcium in circulatie
- Geioniseerd calciu (50%)
- Eiwit gebonden (40%), pH afhankelijk
- Gecomplexeerd calicum (10%) bv. citraat, sulfaat
Alleen het ______________ is biologisch actief
geioniseerde
PTH ligt deels opgeslagen in
Bijschildklier
Intestinale absorptie calcium (2 transport manieren)
- Actief: afhankelijk van 1,25-(OH)2D3, verzadigbaar
- Passief: Afhankelijk van gradient calcium lumen vs. bloed
Effecten calcitonine
- Directe remming osteoclastaire botresorptie
- Receptoren in de hersenen (pijn?)
PTH remt
De NaPi trnasporter in nier waardoor P reabsorptie geremd wordt
PTH stimuleert (2)
- 1-alfa hydroxylase waardoor vitamine D productie verhoogd wordt
- Osteoclastaire botresorptie via de osteoblast (+ RANKL, -OPG)
Verhoogd FGF23
Hele lage fosfaatspiegels
Primaire hyperparathyreoidie
Toegenomen PTH-afgifte op basis van primaire bijschildkierziekte
Secundaire hyperparathyreoidie
Toegenomen OTH-afgifte als gevolg van langdurige hypocalciemie
Tertiaire hyperparathyreoidie
Autonome PTH-overproductie in plaats van toegenomen PTH-afgifte in het kader van een secundaire hyperparathyreoidie
Hypercalciemie neurologische symptomen
- Concentratiestoornissen
- Depressie
- Verwardheid, coma
- Verminderde spierkracht