Week 12: Hypofysetumoren en botstofwisseling Flashcards

1
Q

Uit welke 3 hoofdgroepen bestaat bot? En hoeveel % van totaal maken deze groepen uit?

A

Botmatrix 90%
Bloedvaten 8%
Cellen 2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat de botmatrix? En hoeveel van het totale bot maken deze uit?

A
Mineraal 60%
EC eiwitmatrix (collageen I en andere eiwitten) 30%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke stamcellen worden osteoblasten gevormd?

A

Mesenchymale stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke stamcellen worden osteoclasten gevormd?

A

Hematopoetische stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke stamcellen worden osteocyten gevormd?

A

Mesenchymale stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vorm hebben geactiveerde osteoblasten?

A

Kubusvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel van totale botcellen zijn ongeveer osteoblasten?

A

4-6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel % van totale botcellen zijn osteocyten?

A

90-95%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 3 functies hebben osteocyten?

A

Sensor van mechanische belasting
Regulatie botopbouw
Regulatie fosfaathomeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door middel van welke stof kunnen osteocyten de fosfaathuishouding beïnvloeden?

A

FGF23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is histologisch kenmerkend voor osteoclasten?

A

Meerdere kernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt botresorptie door osteoclasten?

A

Een afgesloten component wordt blootgesteld aan een sterk zuur (HCl) en enzymen die zorgen voor het oplossen van de botmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 stoffen hebben een effect op de regulatie van osteoclastvorming en wat is hun functie?

A

RANK: receptor op osteoclastvoorlopercellen
RANKL: afgegeven door osteocyten, ligand voor RANK
OPG: decoy receptor, door osteoblasten geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met osteoclasten en adipocyten bij veroudering?

A

Minder osteoclasten

Meer adipocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel % van de botmassa bestaat uit trabeculair bot?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar in het bot bevindt het trabeculair bot zich?

A

Uiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de ombouw van trabeculair bot?

A

Hoog, 20-30%/jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de 2 functies van trabeculair bot?

A

Sterkte en elasticiteit

Mineraal metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat voor soort bot bepaalt de vorm?

A

Corticaal bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoeveel % van de botmassa bestaat uit corticaal bot?

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de ombouw van corticaal bot?

A

2-3%/jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de 3 functies van corticaal bot?

A

Biomechanische sterkte
Aanhechtingsplek pezen en spieren
Bescherming beenmerg en stamcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het osteon?

A

Lagen van bot met centraal kanaal voor bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een andere naam voor osteon?

A

Haverse systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is het periosteum?
Vlies aan de buitenkant van het bot
26
Uit welke lagen bestaat het periost?
Bw en collageen | Cellen
27
Wat zijn de 3 functies van het periost?
Zenuwvezels Diktegroei bot Verbinding spieren
28
Wat is het endosteum?
Vlies aan de binnenkant van het botweefsel, mergholte, haverse kanalen en trabeculair bot
29
Uit hoeveel lagen bestaat het endosteum?
1
30
Wat is de functie van het endosteum?
Rol in groei en ontwikkeling bot
31
Wanneer begint de botvorming?
6-8e week embryonale ontwikkeling
32
Welke 2 vormen van botvorming zijn er?
Endochondrale | Intramembraneus
33
Hoe werkt endochondrale botvorming?
MSC veranderen in chondrocyten en die geven vervolgens kraakbeenmatrix af, wat verkalkt tot bot
34
Waar zitten de primaire en secundaire ossificatie centra?
Primair in diafyse | Secundair in epifyse
35
Welke botten worden gevormd door intramembraneuze vorming?
Schedel en sleutelbeen
36
Hoe werkt intramembraneuze botvorming?
Osteoblasten worden osteocyten en die geven botmatrix af
37
Hoe werkt diametergroei van botten?
Afbraak van binnen en groei van buiten
38
Hoeveel % van het skelet ondervindt remodelling/jaar?
5-10%
39
Wat is BMU?
Bone remodelling unit, bestaat uit osteoclast en osteoblast in hetzelfde gebied
40
Wat is het effect van sclerostine?
Verlaagde osteoblasten
41
Wat is osteoporose?
Verlaagde botmineraal dichtheid (BMD) | Verminderde trabekels
42
Wat is sclerostease?
Verlaagde sclerostine expressie
43
Wat is een andere naam voor sclerostease?
Van Buchem syndroom
44
Wat is de wet van wolf?
Bot past externe en interne vorm aan op mechanische belasting?
45
Hoe werkt de wet van wolf?
Mechanische belasting zorgt voor een verlaagde sclerostine
46
Hoe verandert het corticale bot tijdens veroudering?
Vergrootte diameter, dunnere cortex
47
Hoeveel % van het Ca bevindt zich in het skelet en hoeveel erbuiten?
99% skelet | 1% EC
48
Hoeveel % van het fosfaat bevindt zich in het skelet en hoeveel erbuiten?
85% skelet | 15% EC
49
Wat is zijn 3 effecten van PTH op de nier?
Terugresorptie van Ca in de distale tubulus, waardoor de renale Ca-drempel verhoogd wordt Renale P-drempel wordt verlaagd 1alfa-hydrolase wordt verhoogd
50
In welke vormen kan Ca vervoerd worden in de circulatie? Hoeveel % is dat?
50% geïoniseerd 40% eiwit gebonden 10% gecomplexeerd
51
Welke vorm van Ca in de circulatie wordt gemeten tijdens een bloedtest?
Een combinatie van alle3
52
Wat is het effect van verhoogd albumine op het totaal Ca in de circulatie?
Verhoogde resorptie Ca uit het bot, waardoor het totaal Ca omhoog gaat
53
Wat is de functie van PTH op de bothuishouding?
Mobilisatie Ca en P uit skelet via stimulatie osteoclasten
54
Hoe gaat de activatie van vitamine D?
Eerst geactiveerd in de lever, daarna in de nier door PTH
55
Wat is het effect van calcitonine?
Verlaagde botresorptie
56
Wat is het effect van calcitonine op Ca huishouding?
Geen
57
Hoe zorgt PTH voor een verlaagde P-drempel in de nier?
PTH remt NaPi in de nier, waardoor P wordt uitgescheiden
58
Welke 2 effecten heeft FGF23 op de fosfaathuishouding?
Verlaagde NaPi, waardoor P wordt uitgescheiden | Verlaagde vitamine D, waardoor er minder P geabsorbeerd wordt
59
Door welke 2 oorzaken kan FGF23 verhoogd zijn?
X-linked mutatie | Tumor
60
Wat is de functie van 1alfa-hydrolase?
25(OH)D omzetten naar 1,25(OH)D
61
Met welke test begin je bij een hypocalciaemie?
PTH
62
Welke test vraag je aan bij een hypocalciaemie met een hoog PTH?
25(OH)D
63
Welke test vraag je aan bij een hypocalciaemie met een hoog PTH en normaal 25(OH)D
1,25(OH)D
64
Welke test vraag je aan bij een hypercalciaemie?
PTH
65
Welke test vraag je aan bij een hypercalciaemie met een laag PTH?
25(OH)D
66
Welke test vraag je aan bij een hypercalciaemie met een laag PTH en een laag of normaal 25(OH)D?
1,25(OH)D
67
Wat is osteopeen?
Weinig bot
68
Noem 8 risicofactoren voor osteoporose
Postmenopauzale vrouwen Oudere mannen (70+) Vrouwen en mannen met fractuur in voorgeschiedenis CS gebruik >3 maanden Verlaagd gewicht (<60kg) Positieve familieanamnese voor osteoporose Verlaagde mobiliteit en zittende levensstijl Neiging tot frequent vallen
69
Wat is belangrijk om naar te kijken bij osteoporose?
Wervelfracturen
70
Welke 3 graderingen heb je bij wervelfracturen?
Graad 1: 20-25% inzakking Graad 2: 25-40% inzakking Graad 3: >40% inzakking
71
Bij welke graderingen wervelfracturen moet men gaan behandelen?
Bij graad 2 en 3
72
Wat is de gouden standaard voor diagnose osteoporose?
DEXA-scan
73
Hoe wordt de metacarpaalindex gemeten?
Cortex dikte beide kanten/complete diameter
74
Wat is osteomalacie?
Verlaagde CaP in het bot
75
Wat zijn looser's zone?
Zwarte lijntjes die lijken op breuken
76
Wat is Kahler?
Plaatselijk verminderde botdichtheid
77
Hoe wordt een meting van de botdichtheid ook wel genoemd?
Botdensitometrie
78
Welke 4 soorten botsenditometrie heb je?
DEXA CT MRI Echo
79
Hoe werkt de DEXA-scan?
2 soorten stralingen, terugkaatsing wordt gemeten
80
Wat is een T-score?
Afwijking meting t.o.v. gemiddelde waarde voor jongvolwassenen
81
Wat is een z-score?
Afwijking meting t.o.v. gemiddelde waarde voor leeftijd en gewichtsgenoten
82
Wat zijn de spec en sens van de DEXA-scan?
Hoge spec | Lage sens
83
Wanneer heeft iemand een normale BMD?
T>-1
84
Wanneer heeft iemand osteopenie?
T -1 tot -2,5
85
Wanneer heeft iemand osteoporose?
T<-2,5
86
Wanneer heeft iemand ernstige osteoporose?
T<-2,5 + fractuur
87
Hoelang is ons dag- en nachtritme?
25 uur
88
Wat is een NFA?
Niet functionele adenomen
89
Noem 5 soorten hypofysetumoren van meest naar minst voorkomend
``` NFA Prolactinoom Acromegalie (te hoog GH) Ziekte van Cushing Secundaire hyperthyreoïdie ```
90
Wat is het meest voorkomende symptoom bij een prolactinoom?
Geen cyclus, omdat LH/FSH verdrukt wordt
91
Welk gedeelte van het zich valt als eerste uit bij een hypofysetumor?
Buitenvelden
92
Wanneer is de piekincidentie voor NFA?
40-60 jaar
93
Hoe stel je de diagnose NFA?
Eerst andere diagnoses uitsluiten
94
Wat is een cranofanginoom en wanneer komt deze het meest voor?
Embryonale cellen naar tumor, meest bij kinderen of ouderen
95
Wat zijn 3 behandelingen voor een hypofysetumor?
Transsphenoidaal Radiotherapie (Medicamenteus)
96
Wat is galactorrhea?
Melk zonder kind
97
Bij welke 4 omstandigheden is prolactine verhoogd?
Hypothyreoïdie Levercirrose Zwangerschap Medicatie
98
Wat is een remmer voor prolactine?
Dopamine
99
Wanneer heb je te maken met een macroprolactinoom?
Prolactine >15x normaal
100
Wat doe je bij prolactine <15x normaal?
Eerst de rest uitsluiten, dan een MRI, bij tumor <5mm alleen behandelen bij klachten, bij tumor >5mm NFA uitsluiten en daarna behandelen
101
Noem 5 klachten van agromegalie
``` Hoofdpijn Transpireren Gewrichtsklachten Moeheid Paresthesiën ```
102
Hoe wordt de diagnose agromegalie gesteld?
Alleen bij pt die agromegaal lijken, IGF-I waarde meten
103
Wat zijn 2 behandelingen voor agromegalie?
Somatostatine agonist | Pegvisomant, GH-receptor blokker
104
Bij welke ziekte passen paarse striae?
Cushing
105
Wat is de functie van cispeptide hormonen?
Sturen puberteit aan
106
Hoeveel % van vrouwen na 50 breekt een bot door osteoporose?
1/3
107
Hoeveel % van mannen na 70 breekt een bot door osteoporose?
1/5
108
Wanneer is de piekbotmassa?
Rond 30
109
Hoe kan je de menopauze herkennen aan een grafiek van botmassa?
Sterke daling
110
Wat voor effect heeft menopauze op osteoclasten? En hoe?
Oestrogenen verlaagd, waardoor RANKL verhoogd en OPG verlaagd wordt en osteoclasten verhoogd wordt
111
Wat doet aromatase?
Zet androgenen in vet om in oestrogenen
112
Wat gebeurt er met de kans op recidief breuk?
Eerst snel omhoog, maar neemt daarna af
113
Wat voor effect hebben GC op bothuishouding?
Remmen botaanmaak, door apoptose blasten en cyten
114
Wat is de meest voorkomende oorzaak van secundaire osteoporose?
Glucocorticoïd gebruik
115
Hoeveel % van glucocorticoïdgebruikers krijgt osteoporose?
50
116
Welke 3 onderzoeksindicaties zijn er voor osteoporose?
50+recente fractuur Gs gebruik en >40 Risico voor fractuur, zonder fractuur en zonder GS, >60, door puntenscore
117
Wat is het FRAX-model?
Voorspelt 10-jaars fractuurkans
118
Welke 3 niet medicamenteuze behandelingen zijn er voor osteoporose?
Beweging Niet roken/geen alcohol Niet te veel/te snel afvallen
119
Noem 2 vormen van osteoporose preventie
Valpreventie | Verminderen valimpact
120
Welke 2 soorten medicamenteuze behandelingen zijn er voor osteoporose?
Antiresorptiva | Anabolica
121
Waar staat SERM voor?
Selective Estrogen Receptor Modulator
122
Noem een voorbeeld van SERM?
Raloxifene
123
Waar werkt raloxifene als agonist en waar als antagonist?
Agonist op bot en hart | Antagonist op borst en baarmoeder
124
Wat is het effect van raloxifene op wervelfracturen, niet-wervelfracturen en heupfracturen?
Minder wervelfracturen | Geen effect niet-wervel en heupfracturen
125
Wat is de werking van de bisfosfanaten?
Vermindering functioneren osteoclasten | Verminderde botturnover
126
Noem 4 voorbeelden van bisfosfanaten
Alendronaat Risedronaat Ibandronaat Zolededronaat
127
Wat is het effect van alendronaat en risedronaat op wervel, niet wervel en heupfracturen?
Alles verlaagd
128
Wat is het effect van ibandronaat op wervel en niet wervelfracturen?
Verlaagd
129
Wat is het effect van zolededronaat op wervel en heupfracturen en mortaliteit van heupfracturen?
Verlaagd
130
Hoe wordt zolededronaat toegediend?
1x/jaar IV
131
Wat gebeurt er na het staken van bisfosfanaten?
Effecten op BMD en botturnover houden enige tijd aan
132
Noem 4 bijwerkingen van bisfosfanaten
Maag-darmklachten Osteonecrose kaak Relatie atriumfibrillatie Atypische femurbreuk
133
Wanneer komt osteonecrose van de kaak vooral voor?
iv, bij hoge dosering en verhoogde kans bij tandartsingrepen
134
Hoevaak komt een atypische femurbreuk voor bij bisfosfanaten?
1:1000 gebruiksjaren
135
Hoe werkt denosumab?
Antilichamen tegen RANKL
136
Hoevaak wordt denosumab toegediend?
2x/jaar
137
Wat gebeurt er bij het stoppen van denosumab?
BMD snel verlaagd, dus je moet kunnen nabehandelen
138
Wat is teriparatide?
Humaan parathyroid hormoon, aminozuur 1-34
139
Waarom zorgt teriparatide voor botaanmaak, terwijl PTH voor afbraak zorgt?
Wordt met pulsen toegediend, terwijl PTH meestal constant is, waardoor de aanmaak meer gestimuleerd wordt dan de afbraak
140
Wat is ramososumab?
Antilichaam tegen sclerostine
141
Wat zijn een voor- en nadeel van ramososumab t.o.v. alendronaat?
Voordeel: werking is beter Nadeel: meer HVZ
142
Wat is een contraindicatie voor ramososumab?
MI of beroerte gehad
143
Met welke medicijnen voor osteoporose begin je altijd?
Alendronaat of risedronaat
144
Wat doe je als alendronaat of risedronaat niet werkt/CI is/pt het niet verdraagt?
Zoledronaat Donosumab Aldendronaat in drankvorm
145
Wanneer mag je direct beginnen met teriparatide?
Bij T<-1,5 in heuphals, totale heup of lumbale wervelkolom + 2 2e-graadswervelfracuren of 1 3e graads
146
Wanneer mag je romososumab voorschrijven?
Post-menopauzaal + BMD T-score laag + heupfractuur, zonder CVA of MI in VG
147
Wat moet er na anabolica altijd gebeuren?
Nabehandelen
148
Wanneer moet er bij osteoporosemedicatie geevalueerd worden?
Bij bisfosfanaten na 5 jaar | Bij denosumab of zoledronaat na 3 jaar
149
Wat moet er bij een hoog fractuurrisico altijd gegeven worden?
Leefstijladvies
150
Hoelang is de ureter?
20-30 cm
151
Hoe breed zijn de ureters?
3mm
152
Waar zitten de fysiologische vernauwingen in de ureters?
UPJ, iliacaal en UVJ
153
Welke ziekte past bij flankpijn?
Niersteen
154
Welke ziekte past bij koliekpijn?
Uretersteen
155
Welke ziekte past bij strangurie?
Blaassteen
156
Hoe uit koliekpijn zich?
Hevig Aanvalsgewijs Misselijkheid Bewegingsdrang
157
Waar straalt koliekpijn naar uit?
Van flank naar lies
158
Op welke 2 manieren kan een niersteen zich vormen?
Supersaturatie | Randell's plaque
159
Hoeveel van de stenen zijn CaOx stenen?
80%
160
Hoeveel van de stenen zijn struviet?
11%
161
Hoeveel van de stenen zijn urinezuur?
3%
162
Hoeveel van de stenen zijn cystine?
1%
163
Welke stenen zijn zacht?
Urinezuur en infectiestenen
164
Hoe worden infectiestenen gevormd?
Bacteriën en een verhoogd pH | Ammonium+Mg of P slaat neer
165
Wat is een brushietsteen?
Ca-steen
166
Wat zijn Houdsfields units?
Hoeveelheid wit in steen
167
Welke stenen kunnen oplosbaar zijn?
Urinezuurstenen
168
Wat is een renogram?
Radioactief inbrengen, kijken hoelang het duurt voor klaring, voor functie
169
Noem 8 verschillende behandelingen voor nierstenen
``` Pijnstilling en wachten op klaring Medical expulsive therapie (MET) Chemolyse ESWL URS PNL Nefrectomie Niks, bij asymptomatisch ```
170
Wanneer gebruik je MET? En wat doe je?
Bij distale steen, alfa blokker geven
171
Wat doe je bij chemolyse en wanneer kan je deze gebruiken?
Alkalyseren, alleen bij urinezuursteen
172
Waar staat ESWL voor?
Extracorporal shockwave lithotripsy
173
Hoe wordt de steen gelokaliseerd bij ESWL?
Echo/x-doorlichting
174
Bij welke steengrootte wordt ESWL gebruikt?
<20mm
175
Hoe goed werkt ESWL?
50-80% is steenvrij
176
Noem 6 CI voor ESWL
``` Zwanger Bloedingsneiging Urosepsis Morbide obesitas Aneurysma Anatomische obstructie distaal van steen ```
177
Noem 9 operatieindicaties bij nierstenen
``` Steengroei Verhoogd risico steenvormers Obstructie Infectie Pijn en hematurie Steenstraat Steen >15mm Comorbiditeit Risicovol beroep of veel reizen ```
178
Hoe werkt semiregide URS?
Met een vrij stijve staaf door plasbuis om steen te vergruizen met laser fragmentatie
179
Bij welke steengrootte wordt semiregide URS gebruikt?
<1cm
180
Hoe goed werkt semiregide URS? Hoevaak treden complicaties op
70-100% steenvrij | 5-30% complicatie
181
Wanneer wordt een flexibele URS gebruikt?
Steen in ureter, pyelum of calyx | Kan ook bij bloedingsneiging
182
Hoe goed werkt flexibele URS?
70-90% steenvrij
183
Waarom wordt flexibele URS niet vaak gebruikt?
Snel kapot
184
Wat is PNL?
Percutane nefrolitholapaxie
185
Wanneer wordt PNL gebruikt?
Grote calyx of pyelumsteen
186
Hoe goed werkt PNL?
75% steenvrij
187
Wanneer wordt voor open chirurgie gekozen?
UPJ stenose
188
Hoeveel % van niersteenbehandelingen zijn open?
1,5
189
Hoelang duurt de afbraak van bot?
2-3 werken
190
Hoelang duurt de aanmaak van bot?
2-3 maanden
191
Wat voor effect heeft citraat op steenvorming?
Minder stenen, omdat het een oplosbaar complex met Ca vormt, waardoor er minder Ca over is om CaOx te maken
192
Wat doet een Goldner kleuring?
Gemineraliseerd weefsel groen en osteoïd rood
193
Wat doet een ZF kleuring?
Alleen osteoclasten kleuren
194
Wat is de ziekte van Paget?
Verhoogde botombouw | Door virale infectie osteoclasten
195
Welke 3 fases kent de ziekte van Paget?
Osteolytisch Balans Osteosclerotisch