Week 11 Flashcards
Wat is de T-stadiërings volgorde van een oesofaguscarcinoom?
- T1: De tumor zit in de mucosa of de submucosa
- T2: De tumor zit in de muscularis propria (maar niet er doorheen)
- T3: De tumor groeit door de spierlaag (muscularis propria) heen
- T4: De tumor groeit in andere organen, zoals de trachea, bronchus, aorta, pleura of diafragma
Uit wat voor weefsel ontstaat een plaveiselcel carcinoom in de slokdarm en uit wat voor weefsel ontstaat een adenocarcinoom in de slokdarm?
Plaveiselcel: Normaal slokdarm weefsel
Adeno: Barret oesophagus
Wat wordt er in de palliatieve setting van een oesofaguscarcinoom gedaan bij patiënten met een levensverwachting van meer dan 3 maanden en wat bij minder dan 3 maanden?
- > 3 maanden: Radiotherapie voor dysfagie
- < 3 maanden: Stent
Wat is een exenteratie?
Alle organen uit het kleine bekken worden weggenomen.
Wat zijn de centrale units en wat zijn de perifere units bij aangezichtsreconstructies?
Centraal: Neus, lippen en oogleden
Perifeer: Wangen, voorhoofd en kin
Vanaf een diameter van hoeveel mm kun je een plekje een melanoom noemen?
Vanaf 6 mm
Welke 2 soorten gastro-intestinale tumoren komen vaker voor bij mannen?
Slokdarmkanker en darmkanker
Wat zijn de symptomen bij een slokdarmcarcinoom?
- Passageklachten (dysfagie)
- Pijn
- Gewichtsverlies
Wat zijn de symptomen bij een maagcarcinoom?
De symptomen zijn afhankelijk van de locatie van het carcinoom:
Proximaal: Dysfagie, bloedverlies en gewichtsverlies
Niet proximaal: Verminderde eetlust, snel vol gevoel, misselijkheid, braken, gewichtsverlies en pijn
Wat zijn de symptomen bij een colorectaal carcinoom?
- Veranderd defecatie patroon
- Bloedverlies
- Buikpijn
Minder voorkomend:
- Ileus: Misselijkheid en braken
- Gewichtsverlies
- Vermoeidheid
Wat zijn de symptomen bij pancreascarcinoom?
- Rugpijn (doorborend)
- Gewichtsverlies (verminderde vertering van voedingsstoffen, waaronder vetten)
- Stille icterus
Wat zijn de symptomen bij galwegcarcinoom?
- Icterus
- Jeuk
- Verminderde eetlust
- Gewichtsverlies
Naar welke structuren zaaien gastro-intestinale tumoren het meeste uit?
Lever, long en in mindere mate naar de botten
Wat is de 5-jaars overleving van slokdarmcarcinoom?
15%
Wat is het eerste wat je voor aanvullend onderzoek doet bij verdenking op oesophaguscarcinoom?
Gastroscopie met biopsie
Hoe beoordeel je de T bij oesophaguscarcinoom?
Endosonografie (EUS), dat is een inwendige echo
Wat is het N-stadiëringspatroon van oesophaguscarcinoom?
- N0: 0 verdachte klieren
- N1: 1-2 verdachte klieren
- N2: 3-6 verdachte klieren
- N3: > 6 verdachte klieren
Hoeveel % van de mensen met oesophaguscarcinoom kan bij diagnose nog curatief behandeld worden?
50%
Welke palliatieve zorg kan er gegeven worden bij een oesophaguscarcinoom met een levensverwachting van > 3 maanden en wat bij < 3 maanden?
> 3 maanden: Radiotherapie voor dysfagie
< 3 maanden: Stent
Wat is de gemiddelde levensverwachting bij een gemetastaseerd oesophaguscarcinoom?
9 maanden
Wat is de eerste keuze curatieve behandeling bij oesophaguscarcinoom?
Neoadjuvante chemoradiotherapie gevolgd door een slokdarmresectie. Dit wordt bij > 90% van de patiënten gedaan en heeft een 5-jaarsoverleving van 50%.
Welke 2 vormen van continuïteitsherstel zijn er na een slokdarmresectie?
- Buismaag
- Coloninterpositie: Als een buismaag niet mogelijk is, doordat de tumor daar ook zat of al eerder een maagoperatie is geweest.
Wat komt vaker voor plaveiselcelcarcinoom in de oesophagus of adenocarcinoom in de oesophagus?
Plaveiselcelcarcinoom (80%) en adenocarcinoom (20%)
Wat houden de 4 stadia in bij colorectaal carcinoom?
Stadium I: T1-T2
Stadium II: T3-T4
Stadium III: N1
Stadium IV: M1
Wat zijn 2 specifieke symptomen voor het rectumcarcinoom?
Rectaal bloedverlies en loze aandrang
Wat is de eerste stap bij verdenking op CRC?
Volledige colonoscopie t/m het caecum met eventueel een biopt
Wat is de tweede stap bij verdenking op CRC?
Stageringsonderzoek met een CT scan van thorax/abdomen om metastasen op afstand uit te sluiten. Bij rectumcarcinoom wordt een MRI-scan van het bekken gemaakt.
Wat is CEA?
Een belangrijke tumormarker, maar speelt bij de diagnostiek van CRC geen rol, wel bij follow-up.
Voor welke therapie is coloncarcinoom gevoelig en voor welke therapie is rectumcarcinoom gevoelig?
Coloncarcinoom: Chemotherapie
Rectumcarcinoom: Radiotherapie
Hoe gaat de behandeling van coloncarcinoom in zijn werk?
Stadium I t/m III worden behandeld met primair een operatie. Bij een gunstig stadium TI volstaat een lokale resectie. Bij stadium III en ongunstig stadium II wordt adjuvant chemotherapie gegeven. De drainerende lymfeklieren worden ook meegenomen. Patiënten met positieve lymfeklieren krijgen adjuvante chemotherapie.
Wat zijn mogelijke complicaties bij een CRC operatie?
- Naadlekkage (10%)
- Wondinfectie (20%)
- Platzbauch (hechtingen in de buik laten los) (1,5%)
- Langdurige ileus/gastroparese (10-20%)
Wat is een oncologische resectie?
Resectie tumor met drainerende lymfeklieren
Wat is het mesorectum?
Het gebied rondom het rectum waar de lymfeklieren zitten.
Welke 3 onderzoeken worden uitgevoerd bij follow-up van een patiënt na CRC?
- CEA bepalen
- Echo lever
- Colonoscopie
Wat zijn de klassieke criteria en de huidige criteria voor de resectie van levermetastasen?
Klassiek:
- Minder dan 4 metastasen in de lever
- Beperkt tot 1 helft van de lever
- Geen synchrone metastasen
- Geen extrahepatische metastasen
- Leeftijd < 70 jaar
Huidig:
- Radicale resectie mogelijk van alle metastasen
- Voldoende resterend functionerend leverweefsel (20-30%)
Hoeveel % van de patiënten met CRC en metastasen naar de lever kunnen genezen worden?
30%
Wat houdt een HIPEC in?
Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie: Alles wat de chirurg op het oog ziet als tumor wordt weggesneden. Daarna wordt de peritoneaalholte door een machine met chemotherapie nagespoeld. Dit is een in opzet curatieve behandeling.
Vooraf wordt met PCI ingeschat hoeveel peritoneaalmetastasen er zijn.
Wat rem je met VEGF-inhibitie?
Angiogenese
Wat is peri-operatief?
Neo-adjuvante en adjuvante therapie samen
Noem 3 belangrijke prognostische factoren voor palliatieve systeemtherapie
- Performance status
- Type tumor (histologie)
- Biomarkers
In welke 3 lagen kun je de huid indelen?
1 Epidermis
2 Dermis
3 Subcutis
Uit welke 3 stoffen is de epidermis voornamelijk opgebouwd?
Keratinocyten, melanocyten en Langerhans cellen
Wat zijn de 5 lagen van de epidermis van diep naar oppervlakkig?
Stratum basale, stratum spinosum, stratum granulosum, stratum lucidum, stratum corneum
Waaruit ontstaat een melanoom?
Uit melanocyten in het stratum spinosum
Uit welke laag ontstaan actinische keratosen, het plaveiselcelcarcinoom en het basaalcelcarcinoom?
Het stratum basale
Wat is de kans op huidkanker
1:5
Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van huidkanker?
- Genetica
- Leeftijd en geslacht
- UV-expositie
- Dermato-oncologische voorgeschiedenis
- Iatrogene factoren (Bijv. immuunsuppressie of fototherapie)
- Leefstijl
- Chronische ulcera
- Fenotype
- Virus infectie
Wat zijn kenmerken van UVA straling?
UVA:
- 90% van de straling
- Langgolvig
- Komt dieper in de huid
- Huidveroudering
Wat zijn kenmerken van UVB straling?
UVB:
- 10% van de straling
- Kortgolvig
- Blijft oppervlakkiger in de huid
- Verbranding van de huid
Hoe leidt UV-straling tot directe schade en hoe tot indirecte schade?
Direct: DNA-schade -> p53 mutaties
Indirect: Immunosuppressief -> ziekten kunnen zich makkelijker ontwikkelen
Wat zijn de premaligne huidafwijkingen van basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom?
Basaalcel: Geen
Plaveiselcel:
- Intra-epitheliale carcinomen/CIS
- Actinische keratosen
- Morbus Bowen
Melanoom:
- Melanoma in situ
- Lentigo maligna
- Congenitale melanocytaire naevi (CMN)
Wat is het therapiebeleid bij actinische keratosen en Morbus Bowen?
- Lokale destructie: Bij één of enkele laesies
- Cryotherapie (bevriezen)
- Curretage/elektrocoagulatie
- Excisie (alleen bij Morbus Bowen)
Veldbehandeling: Bij multipele laesies:
- Efudix crème (5 FU)
- Aldara crème (imiquimod)
- Picato gel (ingenol mebutatie)
- PDT (fotodynamische therapie)
- Dermabrasie/peeling
Welke 4 dingen vraag je in de anamnese bij pre-maligne afwijkingen?
- Blootstelling aan UV-straling
- Immunosupressie
- Klachten (pijn, snelle progressie)
- Dermato-oncologische voorgeschiedenis
Waar staat PROVOKE voor?
P: Plaats
R: Rangschikking
O: Omvang (aantal en grootte)
V: Vorm
O: Omtrek (begrenzing scherp/vaag)
K: Kleur
E: Efflorescenties (erytheem, papels, squamae)
Wat is het basaalcelnaevus syndroom?
Het is een genetisch syndroom en heet ook wel Gorlin-Goltz syndroom. Er zijn mutaties in het PTCH-gen, waardoor basaalcelcarcinomen al op jonge leeftijd kunnen ontstaan. Het gaat vaak gepaard met kaakcysten. Het kan behandeld worden door allereerst preventie en anders vismodegib en sonidegib.
Wat zijn de uiterlijke kenmerken van een basaalcelcarcinoom?
Het is een glazige, wasachtige doorschijnende papel, plaque of nodus met parelmoerachtige glans. Vaak is er centrale ulceratie met een verheven bleke rand, teleangiëctasieën (vaattekening, zeker dermatoscopisch). De afwijking is snel bloedend en niet genezend. Soms is er atrofie en onscherpe begrenzing.
Wat is de H-zone op het gelaat?
Alles behalve het voorhoofd, kin en de wangen
Waartussen ligt het onderscheid bij hoog en laag risico basaalcelcarcinoom?
Laag risico BCC:
- Histologie: Superficieel, nodulair (niet agressief)
- Locatie: Romp
- Grootte: < 2 cm
- Eerdere behandeling: Primair
- Behandeling: Excisie met 3 mm marge of topicale therapie (crèmes) voor superficieel BCC.
Hoog risico BCC:
- Histologie: Sprieterig, micronodulair (agressief)
- Locatie: H-zone
- Grootte: > 2 cm
- Eerdere behandeling: Recidief
- Behandeling: Excisie met 5 mm of Mohs’micrografische chirurgie (in het gelaat)
Wat houdt Mohs’ micrografische chirurgie (MMC) in?
Het wordt toegepast bij hoog risico leasies (bijv. H-zone), waar opereren met ruime marge niet mogelijk is. De tumor wordt hierbij onder een hoek van 45 graden weggesneden. Vervolgens worden alle snijvlakken beoordeeld en bij irradicaliteit nog meer weefsel verwijderd. De wond wordt tot de uitslag van de patholoog opengehouden.
Wat zijn contra-indicaties voor Mohs’ chirurgie?
- Melanoom
- Inoperabele patiënt
- Voldoende ruimte voor excisie met passende marge
Wat zijn de kenmerken van een plaveiselcelcarcinoom?
Het groeit sneller dan BCC en kan metastaseren. Kenmerkend is de huidkleurige tot erythemateuze plaque of nodus pijn. Vaak is er schilfering (keratose) en centrale ulceratie. Er zijn omliggende actinische keratosen, het is snel bloedend en niet genezend. 80% komt voor in het hoofd-hals gebied. Histologisch is uitgebreide keratinevorming zichtbaar. Ook zijn mitosefiguren typisch voor het PCC, vanwege de snelle deling. PCC wordt vaker gezien bij mensen die chronisch teveel in de zon komen.
Wanneer ga je een PCC bespreken in een MDO?
Op de lip en vanaf TIII
Wat zijn de doelen van een aangezichtsreconstructie?
- Herstel en behoud van functie
- Herstel van vorm
- Minimale donormorbiditeit
Wat zijn de centrale units en wat zijn de perifere units bij aangezichtsreconstructie?
Centraal: Neus, lippen en oogleden
Perifeer: Wangen, voorhoofd en kin
Wat zijn Relaxed Skin Tension Lines (RSTL)?
Dit zijn lijnen loodrecht op de trekrichting van de onderliggende spieren. De littekens vallen minder op, doordat de elasticiteit wordt benut.
Wat zijn de principes voor aangezichtsreconstructies?
§ Reconstrueer (sub)units, VUL GEEN GATEN
§ Littekens op grenzen van units of in huidplooien
§ Verander z.n. defect (locatie, grootte, vorm, diepte)
§ Kies ideaal donorweefsel (“replace like with like”)
§ Vervang missende weefsel exact qua volume, diepte en
‘outline’
§ Indien nodig stadiëren van ingreep
§ Overeenkomst qua contour en huidskleur/textuur meest
belangrijk voor de uitkomst!
Principes aangezichtsreconstructies
Wat zijn uiterlijke kenmerken van het melanoom?
- Asymmetrie in 2 assen
- Ongelijke/grillige begrenzing
- Meerdere kleuren
- Verandering
ABCDE regel
A: Asymmetrie
B: Begrenzing
C: Colour
D: Diameter (meestal > 6 mm)
E: Evolution (verandering)