Week 10 Flashcards
Wat zijn de 3 subtypes van ADHD?
- Aandachtstekort en hyperactiviteit-impulsiviteit
- Overwegend aandachtstekort
- Overwegend hyperactiviteit-impulsiviteit
Wat zijn de criteria voor aandachtsproblemen?
- Onvoldoende aandacht voor details of achteloos fouten maken
- Moeite om de aandacht bij taken of spel te houden
- Niet lijken te luisteren
- Aanwijzingen niet opvolgen of opdrachten niet kunnen afmaken
- Moeite met organiseren van taken
- Vermijden of afkeer hebben van taken die langdurige geestelijke inspanning vragen
- Dingen kwijtraken die nodig zijn voor taken
- Gemakkelijk afgeleid worden
- Vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Wat zijn de criteria voor hyperactiviteit?
- Onrustig bewegen met handen en voeten of draaien op zijn of haar stoel
- Opstaan als zittenblijven verwacht wordt
- Rondrennen of overal op klimmen als dit ongepast is
- Moeilijk rustig kunnen spelen of ontspannende activiteiten kunnen uitvoeren
- In de weer zijn of maar doordraven
- Aan een stuk doorpraten
Wat zijn de criteria voor impulsiviteit?
- Het antwoord eruit gooien voordat de vragen afgemaakt zijn
- Moeite hebben met op de beurt wachten
- Verstoren van bezigheden van anderen
Wat zijn de genen die een rol spelen bij ADHD?
dopamine-4-receptoren (DRD4) en dopamine transporter gen (DAT1)
Wat zijn de omgevingsinvloeden die een rol spelen bij ADHD?
- maternaal roken
- laag geboorte gewicht
- hebben van een psychosociale risico-omgeving
Welke hersen afwijkingen kan er gezien worden bij een patient met ADHD?
- kleiner globaal hersenvolume
- kleinere nucleus caudatus, cerebellum, orbitofrontale cortex
- cortexrijping 1,5-2 jaar vertraagd
Waar staat ODD voor?
oppositional defiant disorder, kinderen zijn ongehoorzaam en hebben problemen in de sociale omgang.
Waar staat CD voor?
Conduct disorder, antisociale gedragsstoornis. Deze kinderen zijn vaak aggressief en laten delinquent gedrag zien.
Waar staat DMDD voor?
diruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (driftbuien)
Wat is agorafobie?
angst om een veilige en vertrouwde omgeving te verlaten
Wat is selectief mutisme?
Kinderen die thuis vrijuit spreken, maar op school geen woord zeggen.
Hoe heet de neurologische variant van somatoforme stoornissen?
conversiestoornis
Wanneer is de amygdala actief?
Angst en potentieel gevaar
Waar zorgt de gyrus cinguli voor?
veel functies, maar vooral motorisch gericht. Zorgt bijv. voor “echt” lachen
Waar zorgt de orbitale en mediale prefrontale schors voor?
Bepaalt gedrag en sociale interacties