Week 10/11 Flashcards
Waar gaat de WGBO over?
Over de behandelingsovereenkomt
-Informatie plicht
-Toestemmingseis
-Geheimhoudingsplicht
-Dossier- en bewaarplicht
Wanneer is er dubbele toestemming nodig?
Bij een kind tussen 12 en 15
Waarop is medische wetenschap gebaseerd?
Observaties (empirische wetenschap) die bij elkaar gebracht worden om een conclusie te trekken
Welke gebieden van wetenschappelijk onderzoek zijn er?
-Frequentie
-Oorzaken (etiologie)
-Diagnose (hoe stel je het vast)
-Prognose (wat gebeurt er als je niks doet)
-Therapie
Waarmee kan onderzoek gedaan worden?
-Cellen, weefsels, dieren
-Patienten
-Populaties
Translationeel (combi)
Wat is de doelpopulatie?
De groep waarover het onderzoek gaat
Welke eis wordt aan een steekgroep gesteld en hoe wordt dit behaald?
Het moet representatief zijn van de doelpopulatie. Door random selectie: iedere patient maakt evenveel kans om in de proef te komen
Welke beperkingen zitten er aan een onderzoek?
-Praktische beperkingen: bv locatie
-Noodzakelijke beperkingen: vrijwillig, ethisch verantwoord
Wat is een systematische fout?
Bias, onzuiver. Afwijking van de echte uitkomst als gevolg van een aanwijsbare reden, bijv parameters verschillende meten
Wat is een toevallige fout?
Steekproefvariatie. Afwijking van de echte uitkomst door toevallige, niet te controleren oorzaken. Onvermijdelijk
Waardoor ontstaat er onzekerheid in een onderzoek?
Omdat je niet de hele populatie meet ontstaan er verschillen tussen steekproeven
Waarvan is de grote van onzekerheid afhankelijk?
-Steekproefgrootte
-Spreiding van de metingen
Wat is de standaardfout?
Maat voor de onzekerheid van de gevonden schatting voor de uitkomst
Wat is de standaarddeviatie?
Maat voor de spreiding van gegevens/afwijkingen t.o.v. het gemiddelde
Wat is de betrouwbaarheidsinterval?
Gebied rondom de puntschatting wat de zekerheid weergeeft. Hoe smaller, hoe zekerder over de ‘echte’ waarde
Welke aannames kunnen bij een onderzoek gedaan worden?
- Het gemiddelde in de populatie is gelijk aan het gemiddelde wat in deze steekproef is gevonden
- De spreiding van de uitkomsten in de populatie is ook gelijk aan de spreiding in deze steekproef
Waarvan is de breedte van de BI afhankelijk?
- Hoe groot de betrouwbaarheid is. Bredere BI bij grotere betrouwbaarheid
- De steekproefgrootte n. Evenredig met wortel: n 4x zo groot, BI 2x zo klein
3a. Breder bij grotere spreiding
3b. Bij een percentage: als BI dichterbij 50% minder nauwkeurig
3c. Corrigeren voor verstorende factoren->BI smaller
Hoe toets je een hypothese?
-Formuleer de nulhypothese: geen verschil
-Alternatieve hypothese: wel een verschil
Wanneer is er een significant verschil en wanneer niet?
-Als de nulhypothese klopt niet, anders wel (als kans op uitkomst <5%)
Wat is de P-waarde?
Maat voor toevalligheid gevonden bevinding (<0,05 is significant)
Wat is het verband tussen steekproefgrootte en significantie?
Hoe groter de steekproef, hoe smaller de BI en P-waarde dus met een grote steekproef is ook een klein verschil statistisch significant (dus niet per se klinisch relevant)
Wat is een type 1 fout?
De nulhypothese is waar, maar bij toeval is er een extreme uitkomst in de steekproef. Lijkt dan onterecht op een significant verschil
Wat is een type II fout?
De nulhypothese is niet waar, maar er is toch een waarde die onder de nulhypothese ligt
Wat is power?
De kans op een betrouwbare resultaat zonder type 2 fout. Bij te weinig power is er een grote kans op een type 2 fout
Hoe kan de kans op een type 2 fout verkleind worden?
-Grotere studie
-Groter verschil tussen de alternatieve en nulhypothese
Welke factoren bepalen de post-test informatie?
De pre-test info en testresultaat samen
Tussen welke waardes ligt de prevalentie?
0 en 1
Wanneer doe je een test?
Als je op basis van de gegevens de ziekte niet kunt uitsluiten of bevestigen. De test maakt de diagnose waarschijnlijker of minder waarschijnlijk
Welke symbolen geven info over de testresultaten
Wat is de preston-curve?
Een hyperbolische curve die het verband geeft tussen welvaart en levensverwachting
Wat is het verband tussen ziekte en opleidingsniveau?
Er is een grotere incidentie van ziektes bij een lager opleidingsniveau met als uitzondering borstkanker en allergie