Week 1 totaal Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder het ‘communicatief doel’ van een tekst?

A

De beoogde veranderingen in de cognities van de doelgroep van de tekst ten aanzien van het onderwerp van de tekst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verstaan we onder ‘Genre’?

A

Een verzameling teksten die zich kenmerken door overeenkomstige conventies aangaande context en doel, inhoud en structuur, linguïstische kenmerken en grafische vormgeving. Iedereen in de taalgemeenschap (her)kent die conventies bewust of onbewust. (standaardoplossing voor een stereotype communicatieprobleem.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Genreschending? En waarom is dit een probleem?

A

Genreschending: een afwijking van de conventies die gelden binnen een bepaald genre. Hoe meer een tekst binnen een bepaald genre afwijkt van de genre-conventies, hoe lastiger de tekst te begrijpen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstaan we onder Inferentie?

A

Inferentie: een conclusie die wordt afgeleid uit de tekst en achtergrondkennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat verstaan we onder Handelingsperspectief?

A

Handelingsperspectief: representatie die weergeeft vanuit wiens perspectief de tekst wordt verteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat verstaan we onder Niveaus van discourserepresentatie?

A

Niveaus van discourserepresentatie: niveaus waarop lezers een mentale representatie van een tekst construeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat verstaan we onder Oppervlakterepresentatie/Surface Code?

A

Oppervlakterepresentatie/Surface Code: een representatie van de talige informatie in de tekst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verstaan we onder Pragmatische context?

A

Pragmatische context: representatie die weergeeft in welke context de tekst wordt geacht te functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat verstaan we onder Situatiemodel?

A

Situatiemodel: een representatie van de situatie die door de tekst beschreven wordt. Deze representatie wordt gevoed met informatie uit de tekst en met achtergrondkennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verstaan we onder Textbase?

A

Textbase: een representatie van de betekenis van de informatie in de tekst. Anders dan het situatiemodel wordt deze representatie alleen gevoed met informatie uit de tekst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat verstaan we onder Thematisch punt?

Wanneer wordt deze gevormd?

A

Thematisch punt: moraal of belangrijkste boodschap die voortkomt uit het verhaal. Een thematisch punt kan gevormd of aangepast worden tijdens de mentale verwerking van de tekst, maar wordt vaker gevormd wanneer de ontvanger de mogelijkheid heeft op het verhaal te reflecteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verstaan we onder Coherentie?

Waaraan is dit herkenbaar?

A

Coherentie: samenhang in de mentale representatie van een tekst.

Deze kan gesignaleerd worden met behulp van talige elementen, wat een positieve invloed heeft op het tekstbegrip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat verstaan we onder Coherentiemarkeerder?

A

Coherentiemarkeerder: woord dat wordt gebruikt om betekenisrelaties tussen tekstdelen aan te duiden en dat er tevens voor zorgt dat de begrijpelijkheid van een tekst toeneemt. (en, dus, maar, want ets.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is cohesie?

A

Cohesie: samenhang in de tekst voor zover hij is uitgedrukt in taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat verstaan we onder Mentale toegankelijkheid?

A

Mentale toegankelijkheid: de mate waarin een concept op een prominente plaats in het geheugen aanwezig blijft. Er is een relatie met de vorm van de verwijzing naar het concept: hoe groter de mentale toegankelijkheid van een concept, hoe minimaler de vorm van de verwijzing kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat verstaan we onder Referentiële coherentie?

A

Referentiële coherentie: samenhang die ontstaat doordat woorden in de ene zin verwijzen naar woorden in de andere zin.

17
Q

Wat zijn schema’s?

A

Schema’s zijn uitgebreide abstracte structuren die informatie bevatten over onder andere Genres. Deze schema’s maken het mogelijk om nieuwe informatie efficiënt te verwerken.

18
Q

Wat verstaan we onder Relationele coherentie?

A

Relationele coherentie: samenhang in een tekst of representatie daarvan die ontstaat doordat de eenheden in de tekst/representatie aan elkaar verbonden zijn met behulp van coherentierelaties, zoals Oorzaak-Gevolg en Tegenstelling.

19
Q

Welke voor en nadelen hangen er aan genreschending?

2x3

A

Positief:
• Aandacht trekken
• Imago van originaliteit, creativiteit
• Veel in persuasieve genres (reclame, campagnes etc.)

Negatief:
• Begripsproblemen
• Oordelen over ongepastheid
• Zelden in conventionele genres (bv. Overheidsbrieven of wetenschappelijke artikelen)