Joan Myers-Levy & Prashant Malaviya Flashcards

1
Q

Wat zijn dual process models?

A

Dat zijn modellen die het bestaan van twee wegen ondersteunen namelijk:
De heuristische of perifere weg
Centrale route.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat ELM voor?

A

Eleboration likelyhood Model

Hoe bereid ben je om goed na te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is elaboreren?

A

De tijd nemen om ergens over na te denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn cognitieve bronnen?

A

Cognitieve bronnen: De in het geheugen van de lezer opgeslagen kennis waarmee hij nieuwe informatie van een te beoordelen object vergelijkt en evalueert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt bedoeld met attitude?

A

Attitude
Algemene evaluatie van een personen een object of een onderwerp dat gelinkt wordt aan eigenschappen als goed-slecht, aangenaam-onaangenaam en aardig-onaardig. De mentale staat in een persuasieve tekst betreft meestal de attitude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Relationele elaboratie?

A

Relationele elaboratie
Relationele elaboratie is een onderdeel van de centrale verwerking. Door de product opgewekte inferenties die het product relateren aan andere producten van dezelfde categorie of aan zaken die op andere wijze verband houden met het product. Kort gezegd: Het betreft het nadenken over een product in relatie tot andere producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met Systematische verwerking?

A

Een diepe vorm van het beoordelen van een reclameboodschap. Waarbij de beoordelaar gebruik maakt van zijn cognitieve bronnen. Hij zal stap voor stap de aangedragen argumenten en eigenschappen beoordelen door ze te linken aan zijn kennis over het onderwerp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Item-specifieke elaboratie?

A

Item-specifieke elaboratie: nadenken over de eigenschappen van het product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke factoren spelen een rol bij de mate van elaboratie?

A

• Motivatie
• Mogelijkheid/Gelegenheid:
Ontvanger moet in staat zijn om te elaboreren (individuele eigenschap of omgevingsfactoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omschrijf het begrip perifere werking.

A
  • Bij perifere verwerking komt overtuiging mogelijk tot stand doordat ontvangers vuistregels toepassen (heuristieken)
  • Perifere verwerking is het geval bij lage mate van elaboratie: Gebrek aan motivatie, mogelijkheid, etc.
  • Attitudeverandering is vaak kortstondig en niet zo goed bestand tegen contra-argumentatie (in tegenstelling tot attitude gebaseerd op centrale verwerking).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten vuistregels onderscheiden we? Omschrijf ze kort

A

Als een deskundige X goed vindt, zal X wel goed zijn (deskundigheidsvuistregel)
• Als heel veel mensen X goed vinden, dan zal X wel goed zijn. (consensusvuistregel)
• Als een bekende bron X goed vindt, zal X wel goed zijn (bekende persoonvuistregel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een perifere cue?

A

Perifere cue: signaal dat een mogelijke vuistregel van toepassing is. Bijvoorbeeld, aanwezigheid deskundige kan de deskundigheidsvuistregel “in gang zetten”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke derde route voegen Myers-Levy en Malaviya aan het ELM toe? Omschrijf.

A

De experiëntiële route: Oordeel wordt (mede) bepaald door de ervaring/gevoelens die mensen hebben bij het verwerken van de boodschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 3 experiëntiële effecten.

A

• Subliminale aanbieding:
• Vertrouwdheidseffecten
- Bijv. visueel (bedrijfskleuren) of auditief (jingle).
• Visuele retoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem 3 kritiekpunten op dit model.

A
  • Er wordt alleen beschreven, maar er is geen handvat voor voorspellingen.
  • Verwerking van inferenties is persoonlijk
  • De derde route is wel heel anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly