Week 1 HC.7 Flashcards

1
Q

Welke twee soorten van botvorming zijn er?

A
  • Enchondrale verbening

- Desmale (membraneuze) verbening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar vindt desmale verbening plaats?

A

In de platte beenderen: schedel, heup, schouderblad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar vindt enchondrale verbening plaats?

A

Pijpbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er tijdens enchondrale verbening?

A

Lengtegroei van pijpbeenderen via de epifysairschijf. Het bot ontstaat vanuit kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er tijdens desmale verbening?

A

Breedtegroei van pijpbeenderen. Hierbij zijn er stamcellen die kunnen differentiëren in osteoblasten, die verantwoordelijk zijn voor een langzame groei naar buiten toe. Hierbij wordt osteoïd afgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zones worden onderscheiden bij enchondrale verbening?

A

Van epifyse (gewricht) naar metafyse (meer midden bot):

  • Rustende zone
  • Proliferatieve zone
  • Hypertrofische zone
  • Calcificerende kraakbeen zone
  • Ossificatie zone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt desmale verbening?

A

Zonder tussenstap van kraakbeen. Onrijpe stamcellen differentiëren direct naar osteoblasten toe. Er is dus ook bindweefsel te zien, maar dit is geen kraakbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly