Week 1 Flashcards
Welke drie betooggenres onderscheidt men in de retorica?
- Juridisch betoog
- Politiek betoog
- Gelegenheidstoespraak
Welke vier fasen kent een retorisch effectief betoog?
- Exordium (inleiding)
- Narratio (uiteenzetting)
- Argumentatio (argumenten)
- Peroratio (conclusie)
Wat is het dialectisch ideaalmodel?
Een systematisch overzicht van alle soorten zetten die in de verschillende stadia van een argumentatieve gedachtewisseling een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van een verschil van mening.
Welke vier soorten eigenschappen kunnen worden toegekend aan een taalgebruikshandeling?
- Functionalisering (doelgerichte handeling)
- Externalisering (publieke gebondenheden)
- Socialisering (gebonden met andere tgb)
- Dialectificering (oplossen meningsverschil)
Wat is het redelijkheidsideaal?
Dit houdt in dat men bij een betoog aangeeft welke regels in welke stadia van de discussie in acht moeten worden genomen.
Welke transformaties kan men toepassen bij een reconstructie?
- Deletie, verwijderen irrelevante elementen
- Additie, toevoegen relevante elementen
- Substitutie, vervangen van formuleringen
- Permutatie, ordenen van elementen overeenkomstig discussiestadia
Welke drie stappen onderneemt men bij een efficiënte beoordeling van een betoog?
1: nagaan of alles dat gebeurt bevorderlijk is voor het oplossen van een meningsverschil
2: nagaan of argumentatie geen tegenstrijdigheden bevat
3: nagaan of redeneringen logisch geldig zijn en argumentatieschema’s correct worden toegepast.
Waarom is de pragma-dialectische benadering van drogredenen ruimer dan een een logische benadering?
Bij een pragma-dialectische benadering worden alle overtredingen meegenomen; hier worden drogredenen verbonden met het oplossen van een verschil van mening.