Week 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn gebruiken?

A

gedragingen die minder gewenst zijn, maar waar geen sancties opzitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn normen?

A

gedragingen die niet gewenst zijn, maar waar geen wettelijke sancties opzitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn rechtsnormen?

A

gedragingen die niet gewenst zijn en waar wettelijke sancties opzitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van een groot maatschappelijk probleem?

A

veel voorkoming, veel schade, een sociaal probleem en een politiek probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soorten schade zijn er?

A

materiële schade, milieuschade en immateriële schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen materiële schade en immateriële schade?

A

materiële schade is voor burgers, bedrijven en overheid van belang en immateriële schade is het leed van slachtoffers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is een probleem een sociaal probleem?

A

veel betrokkenen, maatschappelijke oorzaken van criminaliteit, verschillende en tegenstrijdige belangen bij de aanpak, veel discussies en spanningen tussen burgers en overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is een probleem een politiek probleem?

A

overheid zorgt voor de veiligheid, veiligheid is een collectief goed, veiligheid staat hoog op de publieke en politieke agenda dus wanneer er verschil is in voorkeur van aanpak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van criminaliteit?

A

criminaliteit is menselijk gedrag waarbij andere personen worden uitgebuit of schade toegebracht, en dat sociale regels schendt, waarvan in rechtsnormen is aangegeven dat het niet mag, en waarvan de overheid de wetten ook handhaaft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen slecht gedrag en verboden gedrag?

A

Slecht gedrag is gedrag dat door iedereen als slecht wordt gezien en waarvan universele wetten zijn. Verboden gedrag is gedrag waarover de meningen verschillen of het slecht is en hoe slecht het is, hierbij zijn ook verschillen in de wettelijke boeken van strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verklaringen voor de verschillende definities van criminaliteit?

A

de technologische context, de maatschappelijke context, normen van de samenleving, normen en belangen van machthebbers en politieke besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem een voorbeeld van de technologische context

A

internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem een voorbeeld van de maatschappelijke context

A

anders kijken naar bepaalde situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem een voorbeeld van normen van de samenleving

A

het consensusmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een voorbeeld van normen en belangen van de machthebbers

A

het conflictmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem een voorbeeld van politieke besluitvorming

A

het pluralisme model

17
Q

Wat is decriminalisering?

A

iets wat nu niet strafbaar is, maar dat vroeger wel strafbaar was

18
Q

Wat is criminalisering?

A

Iets wat nu wel strafbaar is, maar dat vroeger niet strafbaar was

19
Q

Wat zijn de basisdisciplines van criminologie?

A

Maatschappijwetenschappen, gedragswetenschappen, natuurwetenschappen en juridische wetenschappen.

20
Q

Wat zijn de sub-disciplines van criminologie?

A

Criminografie, etiologie, penologie, victimologie