Week 1 Flashcards
Wat zijn de twee soorten strafrecht?
Materieel en formeel strafrecht
Wat is materieel strafrecht?
Dit gaat over de inhoud van het strafrecht, over de werkelijkheid
Wat is formeel strafrecht?
Dit bepaalt de vorm waarin het strafrecht tot uiting komt en heeft betrekking op de strafrechtelijke procedures
Wat zijn doleuze delicten?
Hierbij dient opzet van de verdachte op het gevolg te worden bewezen
Wat zijn culpoze delicten?
Delicten waarbij dient te worden bewezen dat het gevolg aan de schuld van de verdachte te wijten is
Wat is het commune strafrecht?
Het algemene strafrecht
Wat zijn de 3 verschillen tussen overtredingen en misdrijven?
- Formele wetgever: overtredingen én misdrijven; lagere wetgever: alleen overtredingen.
- Hoogte van de straffen
- Poging en voorbereiding zijn bij misdrijven doorgaans wel strafbaar, bij overtredingen niet.
Wat zijn de 4 deelbeginselen van het legaliteitsbeginsel?
Lex Certa, Lex Scripta, verbod op terugwerkende kracht & verbod op analogie
Wat is het Lex Certa beginsel?
Kenbaarheidsvereiste. Dit deelbeginsel vereist dat de wet niet te onduidelijk mag zijn. Naarmate het belang zwaarder weegt mogen de normen minder duidelijk worden omschreven. Dit lijkt in strijd met Lex Certa, maar enige vaagheid kan simpelweg niet voorkomen worden.
Wat is het Lex Scripta beginsel?
Dit deelbeginsel vereist dat de wet geschreven is.
Wat is verbod op terugwerkende kracht?
Het strafbaar stellen van eerder gedrag mag niet.
Wat is verbod op analogie?
Een wettelijke bepaling mag niet op een geval naar analogie (overeenkomst tussen twee taken) worden toepast waarvoor die bepaling niet bedoeld is.
Noem de 4 interpretatiemethoden vanuit Lex Certa/Scripta.
Taalkundige interpretatie, wetshistorische interpretatie, wetssystematische interpretatie & teleologische interpretatie.
Wat is taalkundige interpretatie?
Het blijft bij de letterlijke betekenis van de wet. Dit is in het licht van de Lex Certa en Lex Scripta de meest passende methode.
Wat is wetshistorische interpretatie?
Hierbij kijken we naar de bedoeling die de wetgever destijds heeft gehad met een bepaling.