Waterhuishouding Flashcards
chemische bindingsactiviteit van een electrolyt
1000 mEq
Chemische bindingscapaciteit
f(beschikbare ionaire ladingen (valenties) in een elektrolytenoplossing)
osmolariteit =
aantal opgeloste partikels in een oplossing, het regelt de osmotische druk
1 osmol = 1000 mOSm
osmolaRiteit
de concentratie van de opgeloste stof per volume van de oplossing (mol/liter), verandert met de temperatuur
osmolaLiteit
de concentratie van de opgeloste stof per eenheid van gewicht van het oplosmiddel (mol/kg), verandert NIET met de temperatuur.
isosmie
vorm van homeostase. is behoud van OD in de verschillende compartimenten
isovolemie
in stand houden van het volume vocht
BNP
peptide met gelijkaardige werking als ANP maar dan geproduceerd door de ventrikels. Lagere affiniteit voor de ANP receptoren maar langere halfwaardetijd
water komt van
drinkwater
water in voedsel
water dat ontstaat bij metabole processen (eiwit, KHD, vet aanmaak)
Hypotone hydratatie
abnormale toename van het watergehalte door toename hoeveelheid water ZONDER toename van elektrolyten
hemolyse
afbraak van rode bloedcellen
hemoglobinaemie
teveel hemoglobine in het bloed
Hematocriet
De hematocriet is het percentage rode bloedcellen in de totale hoeveelheid bloed
Serum:
Serum is de vloeistof die overblijft als men bloedplasma laat stollen en het stolsel verwijdert en bestaat uit water met daarin opgeloste zouten en eiwitten, echter zonder fibrinogeen.
bloedplasma
Het plasma in ons bloed bestaat voornamelijk uit water met daarin opgelost voedingsstoffen, vitamines, hormonen, mineralen en eiwitten. Het plasma zorgt voor het transport van de bloedcellen, bloedplaatjes en stoffen. De kleur van plasma is geel.