Mineralenhuishouding Flashcards

1
Q

ulceratieve colitis

A

Deel van de dikke darm is ontstoken (diarre) –> mindere K-Na ATPase activiteit dus minder H2O en na resorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

furosemide

A

plasmiddel - diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hyperpalsie

A

Hyperplasie is in de geneeskunde de algemene term voor de vergroting van een bepaald orgaan of weefsel als gevolg van een buitengewoon hoge celdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel Ka toedienen bij hypokaliemie (IV en oraal)

A

max 10 mEq/l in de infuusvloeistof IV

en per 100 kg LG: 15-20 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maandagziekte

A

Spierbevangenheid, ook wel maandagziekte of tying-up genoemd, is een acute stoornis in de spierstofwisseling die verzuring van vooral de rug, de lendenen en de kruisspier als gevolg heeft. Het is voor het paard erg pijnlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sopor

A

bewusteloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mydriasis

A

verwijde pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risus sardonicus

A

opgespannen lippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fytaan

A

anti nutriënt gebruikt om mineralen te roven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pica

A

zucht naar het consumeren van niet eetbare dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

depletie

A

ledeging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kalfziekte

A

Melkziekte is een tekort aan calcium bij je koe. De ziekte wordt ook wel kalfziekte of in het Engels ‘milk fever’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

downer cow

A

acuut infectictueus septicemisch proces: coli mastitis, peritonitis, erge metritis, –> meestal koorts

spierletsels: gastrocnemius, adductoren, soms zeer discreet –> spierenenzymes in bloed bepalen

beenletsles: tibia, bekken, femur, metatarsus –> rectaal onderzoek

zenuwletsels: tijdens de partus op n ischiadicus (overkote stand en neit meer rechtkunnen) of n. obturatorius paralyse

bloeding

onwil

geen plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

desquamatie cellen

A

schilferen, afbreken van cellen via de huid vaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly