vet en koolhydraat metabolisme Flashcards

1
Q

Opname van vetten

A

de opgenomen lipiden worden geëmulsifeerd door galzouten –> micellen
Micellen: hydrolyse door lipasen van pancreas en darmlumen
na de hydrolyse is er opnieuw micelvorming, die worden dan opgenomen in de darmcel
deel van de opgenomen triglyceriden kan door de cellen opgenomen worden zonder tussenkomst van galzouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dystocia

A

problemen bij het geboorteproces/ lastige bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arthrose

A

gewrichtsontsteking ten gevolge van slijtage, kraakbeen afgeschuurd door overbelasting doorheen de jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

adipokines

A

hormonen die het lichaam vertellen wat de voedingsstatus is (wordt bv geproduceerd als de vetcel vol is, geeft teken van ‘genoeg’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

polydipsie

A

heel veel drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ratio C-peptide / insuline

A

een maat voor insuline clearance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

atero sclerose

A

slagader verklalking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

steatose

A

leververvetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

strongylose

A

parasitaire ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

metritis (en endometritis)

A

ontsteking uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoeveel melk op dag 1 aan jong dier?

A

10% LG (dus bv mensenbaby: 3.5 kilo = 350 ml)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

glucose verbuik

A

1 g glucose /kg LG/ dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

proprionzur naar glucose

A

1 g proproinzuur = 1.23 g glucose (meestal 500-900 g propionzuur per dag, maar koe van 500 kg heeft 1750 glucose nodig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

retentio secundinarium

A

nageboorte is nog niet gekomen, wordt opgehouden bij de partus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ileus

A

plotselinge verstoring van passage in darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

leucopenie

A

tekort aan witte bloedcellen

17
Q

paraplegie

A

Paraplegie wil zeggen dat het ruggenmerg beschadigd is onder de halswervels.

18
Q

myoclonieën

A

schokken in spieren

19
Q

sklerose

A

weefselverharding

20
Q

micro angiopathie

A

verdikking glasvliesje ter hoogte van haarvaten (ophoping glycoproteïnen)

21
Q

retinopathie

A

Bij retinopathie raakt het netvlies beschadigd door afwijkende of lekkende bloedvaatjes.

22
Q

polyfagie

A

extreem hongergevoel

23
Q

thyreotoxicose

A

teveel schildklierhormoon in het bloed

24
Q

agalactie

A

Agalactie of melkgebrek is de afwezigheid van, of het niet goed functioneren van, de afscheiding van moedermelk na de geboorte.

25
Q

tachycardie

A

snel of onregelmatig hartritme

26
Q

tremor

A

Beven of tremor zijn herhaalde, kort op elkaar schokkende bewegingen van één of meerdere lichaamsdelen. Ze worden veroorzaakt door onwillekeurige samentrekking van spiergroepen.

27
Q

erytheem

A

Erythema (erytheem) is de benaming voor roodheid van de huid of slijmvliezen

28
Q

bradycardie

A

Bradycardie wordt gedefinieerd als een traag of onregelmatig hartritme

29
Q

Atonie

A

ontspannen

30
Q

torticollis

A

steun zoeken met de neus op de grond