wat je zeker moet weten Flashcards
Voorbereidend rekenen (fase) *
Het rekenonderwijs in de kleutergroepen van de basisschool
bv koekjes bakken in de vorm van een 3
Telontwikkeling
de wijze waarop het tellen zich ontwikkelt bij kinderen
Wat is de volgorde van de telontwikkeling
subiteren akoestisch tellen synchroon tellen (aanwijzend tellen) geordend tellen resultatief tellen resultatief verkort tellen niet tellen
Handelend rekenen
inzichtelijk maken
Wat is splitsen
Een rekenstrategie,
hierbij worden eerst een term of beide termen verdeeld.
345 + 58 = 34 tientallen + 5 eenheden, 5 tientallen + 8 eenheden. = 39 tientallen + 13 eenheden
Wat betekent in de telontwikkeling ‘niet tellen’ ?
dat je in één keer ziet welk aantal het is.
Wat is seriatie?
Een rekenvoorwaarde bij de rekenontwikkeling van kleuters, waarbij de kleuter de verschillen bij dezelfde dingen kan opmerken en daardoor een volgorde kan aanbrengen, bijvoorbeeld van klein naar groot.
hoe ziet een houten rekje eruit
gebruikt voor automatisering tot 20
2 spijlen met elk 10 kralen, 5 rood en 5 wit
rekenstrategieen
maneieren om een rekenprobleem op te lossen
Wat wordt bedoeld met ‘rekenbegrippen’?
Dat kinderen de begrippen beheersen die binnen het rekenonderwijs veel voorkomen. Het gaat om begrippen zoals meer, minder, het meeste, het minste, hoger en lager, dikker en dunner, eerste en laatste.
Memoriseren
Bij memoriseren denkt de leerling niet meer in een rekenstrategie, maar weet hij direct de oplossing. De uitkomst wordt binnen twee seconden gegeven.
Kolomsgewijs rekenen / kolom rekenen
rekenen op papier en onder elkaar
waarbij je je realiseert wat je aan het doen bent, inzicht in handelen
intentioneel leren *
Bij intentioneel leren worden vooraf een leerdoel en plan opgesteld, met de bedoeling iets specifieks te leren
Incidenteel leren *
Leren door nabootsing. Er was geen vooropgezet plan om te leren. Een inzicht dat je ineens kreeg.
Handig rekenen *
iets handigs gebruiken. bv 10 x 6 en 5 x 6
(bij een rekenprobleem niet beginnen met rekenen, maar kijken naar de getallen en deze zo veranderen dat je zo min mogelijk en zo eenvoudig mogelijke bewerkingen overhoudt, liefst rekenfeiten)
Vertel over de handeling-formule-koppeling *
Uitgangspunt dat een probleem vanuit het concrete handelen met materialen wordt opgelost om deze uiteindelijk te koppelen aan de formule notatie. En vwaarbij het mogelijk is om terug te koppelen naar concrete handelingen als de formule niet begrepen wordt.
groepjesmodel *
model waarbij getallen groepsgewijs geplaatst worden, zoals bij turven
gecijferdheid *
de combinatie van kennis, vaardigheden en inzicht die iemand heeft om om te gaan met cijfers getallen en rekenbewerkingen
Eén op één correspondentie *
Een rekenvoorwaarde bij de rekenontwikkeling van kleuters waarbij het gaat om het vergelijken van hoeveelheden door het toepassen van de één-één-relatie
Conserveren *
Rekenvoorwaarde bij de rekenontwikkeling van kleuters, waarbij de kleuter doorheeft dat een hoeveelheid niet verandert als de vorm verandert.
Classificeren *
Rekenvoorwaarde bij de rekenontwikkeling van kleuters, waarbij de overeenkomsten tussen verschillende dingen herkenbaar zijn. Kleuters kunnen dingen naar klassen indelen.
Afleiden *
Rekenstrategie die gebruikt wordt bij aftreksommen tot twintig, waarbij je weet wat de optelling is. bijvoorbeeld 9-4= … 5+4=9 weet ik, dus 9-4 = 5
Aflezen *
Rekenstrategie die gebruikt wordt bij opgaven tot twintig, waarbij de oplossing afgelezen wordt van een gevisualiseerd beeld, zoals een rekenrek. Het kind doet de handelingen in het hoofd en ‘werkt’ innerlijk met het rekenrekje. de oplossing is dan af te lezen.
Afsplitsen *
Rekenstrategie die gebruikt wordt bij opgaven tot twintig, waarbij je gebruik maakt van opgaven die al bekend zijn of handig rekent met halveringen, verdubbelingen of de vijfstructuur.
voortgezet rekenen
bijvoorbeeld vermenigvuldigen vanaf klas 2
Noem 5 aspecten van een getal
aantal aspect
Aantal aspect
Een huis heeft 2 verdiepingen
Rangorde aspect
Tweede huis in een rij, vijfde dag van de week
Meet aspect
Het is 10 stappen naar de deur.
Reken aspect
2 x 3 is evenveel als 6
Coderingsaspect
Ik rijd met bus 77 naar huis
Fase 3. Synchroon tellen
Aanwijzend tellen
Geef een voorbeeld van koppelen handeling formule
Bijvoorbeeld verschil tussen 4 x 6 en 6 x 4. (2 x lopen naar de keuken als je glazen pakt)
voorbeelden van groepjesmodel
turfmodel, handen, rekenrek, dobbelsteen, getallenlijn
Gecijferdheid*
De combinatie van kennis, vaardigheid en inzicht die iemand heeft om om te gaan met cijfers, getallen en rekenbewerkingen
Groepjesmodel *
Model waarbij getallen groepsgewijs geplaatst worden.
Turven, handen, rekenrek (rode/witte kralen).
handeling formule koppeling*
dat je een probleem handelend oplost. Dus bijvoorbeeld met pizza’s, maar ook bv appels of kastanjes.
Het probleem wordt vanuit het concrete handelen met materialen opgelost, om deze uiteindelijk te koppelen aan de formule-notatie.
Incidenteel leren *
leren zonder dat je doel had om te leren, het overkomt, achteraf bewust
berend botje ging uit varen, 1,2,3,4,5,6,7
Intentioneel leren *
bewust van het leren, leren met doel
rekenstrategieen*
manieren om rekenproblemen op te lossen
Vijfstructuur *
Uitgaan van vijf als gemakkelijk te overzien en herkenbaar aantal, waardoor het makkelijker is om andere getallen snel te tellen of te herkennen.
Welke drie aspecten van getalbegrip zijn er?
kennis, vaardigheden en inzicht
Bij goed getalbegrip zijn kinderen zich ervan bewust dat getallen meerdere betekenissen of functies kunnen hebben.
Noem drie rekenbegrippen
Hoog, meer, minder
Wat moeten kinderen eind groep 2 kunnen?
tot 20 tellen (staat ook in het boek)
Noem 6 verschillende vormen van instructie
Uitleg Voordoen Leestekst Geprogrammeerde instructie Leren van beelden Zoekactiviteit
Busmodel
Model van bus met 10 zitplaatsen (in rijen van twee), kinderen leren daardoor 5-structuur kennen.
eerst concreet
daarna schematisch
abstracte formule notatie
Cijferen
Rekenen op papier en onder elkaar, er is daarbij één werkwijze waar niet van afgeweken wordt.
Combinatiemodel
De combinatie van lijnmodel en groepsmodel, zoals bij het rekenrek.
Rijgen
Rekenstrategie waarbij het eerste getal heel blijft. Er wordt gerekend vanaf het eerste getal zonder dat het getal veranderd wordt. Zoals je kralen rijgt op een draad waarbij de kraal geen andere plek kan innemen als hij eenmaal geregen is. Bv 37+48 = 37 +40 +8