4.2 Voorbereidend rekenen Flashcards

1
Q

Wat is incidenteel leren?

A

Iemand leert onbedoeld, er was geen plan, het overkomt je.
Bv dat je ziet dat iemand iets op een bepaalde manier doet, dat onbewust overneemt en pas achteraf bewust wordt dat je iets geleerd hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is intentioneel leren?

A

vooraf heb je een leerdoel en plan opgesteld of bedacht

je bent je bewust van je leerdoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe leren jonge kinderen vooral?

A

Incidenteel
ze leren door af te kijken, na te doen
vanaf groep 3 gaan ze meer intentioneel leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden voorbereidende rekenvaardigheden ook wel genoemd?

A

getalbegrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke aspecten onderscheiden we aan een getal?

A
aantal-aspect
rangorde-aspect
meet-aspect
reken-aspect
codering-aspect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke aspecten onderscheiden we van voorbereidende rekenvaardigheid / getalbegrip?

A

kennis-aspect
vaardigheidsaspect
inzicht-aspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het aantal-aspect?

A

getal als duiding. bv 7 blokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het rangorde-aspect?

A

telgetal bv de vierde knikker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het meet-aspect?

A

meetgetal, bv strook van 4 staafjes lang

stoeprand is 3 tegels lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het reken-aspect?

A

rekengetal zoals twee erbij twee is evenveel als vier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het codering-aspect?

A

getal als naam of label, bv huisnummer, buslijn 77

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat valt onder het kennis-aspect?

A

hieronder valt:
kennis van begrippen
kennis van reken- en cijfersymbolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt onder het vaardigheidsaspect?

A

hieronder valt:

de telontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat valt onder het inzicht-aspect?

A
hieronder valt:
conserveren
classificeren
corresponderen
seriatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt bedoeld met ‘kennis van begrippen’?

A

valt onder kennis-aspect:

kinderen gaan begrippen beheersen zoals meer, minder, hoger, lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt bedoeld met ‘kennis van reken- en cijfersymbolen’?

A

valt onder kennis-aspect:

kinderen kunnen getalsymbolen onder de tien gebruiken in eenvoudige probleemsituaties en eind groep 2 tot 20 herkennen

17
Q

Wat is de telontwikkeling?

A

vaardigheid in tellen

18
Q

Welke 7 fasen onderscheiden we bij het leren tellen? (De telontwikkeling)

A
  1. Subiteren
  2. Akoestisch tellen
  3. Synchroon tellen
  4. Geordend tellen
  5. Resultatief tellen
  6. Resultatief, verkort tellen
  7. Niet tellen
19
Q

Wat is subiteren?

A

herkennen van kleine hoeveelheden tot 3 in een oogopslag

20
Q

Wat is akoestisch tellen?

A

vanaf 3 jaar

opzeggen van getallenrijen zonder bewust te zijn van de betekenis

21
Q

Welke belangrijke aspecten kenmerken de fase van akoestisch tellen?

A
  1. de juiste volgorde van de telrij wordt nog niet aangehouden
  2. het tellen wordt niet altijd begonnen met het getal 1
22
Q

Wat is synchroon tellen?

A

vanaf 4 jaar

kinderen gaan echt tellen. hardop tellen en aanwijzen van voorwerpen tegelijkertijd

23
Q

Wat is geordend tellen?

A

vanaf 4,5 jaar
het kind ordent voorwerpen voorafgaand of tijdens het tellen, bv aan de kant schuiven
vb: paarsgewijs tellen (per twee)

24
Q

Wat is resultatief tellen?

A

vanaf 5 jaar
kinderen beginnen met de ‘1’ en tellen alles 1 keer zonder over te slaan of dubbel te tellen. als ze na de telling de juiste hoeveelheid kunnen herhalen, kunnen ze dit

25
Q

Wat is resultatief, verkort tellen?

A

vanaf 5,5 jaar
kinderen ontdekken dat er snellere manieren zijn om hoeveelheden te bepalen
ze herkennen direct een hoeveelheid
vb: rekenrek

26
Q

Wat is fase 7, niet tellen?

A

vanaf 6 jaar

kinderen kunnen een hoeveelheid voorwerpen zonder te tellen benoemen

27
Q

Hoe worden de inzicht-aspecten ook wel genoemd?

A

traditionele rekenvoorwaarden (omdat ze al heel lang bekend zijn)

28
Q

Wat is conserveren?

A

hoog smal glas in laag breed glas

de hoeveelheid verandert niet, ook al verandert de vorm

29
Q

Wat is classificeren?

A

hierbij worden voorwerpen of beelden vergeleken
ze worden geselecteerd op kenmerken en ingedeeld in groepen naar dezelfde klasse
bv Wie is het

30
Q

Waarvoor is classificerend denken belangrijk?

A

bv voor breuken. Omdat je de noemers gelijk moet maken

31
Q

Wat is seriatie?

A

je kijkt naar de verschillen bij dezelfde dingen en kunt er een volgorde in aanbrengen
bv van hoog naar laag, van klein naar groot
ze kunnen kleine muts naar kleine kabouter trekken en grote naar grote
eerste, tweede etc
6 ligt tussen 5 en 8

32
Q

Wat is een-op-een-correspondentie?

A

het gaat hier om het vergelijken van hoeveelheden door het toepassen van de een-een-relatie
ze kunnen zien dat zes pionnen correspondeert met 6 stippen op dobbelsteen
bv bij tafeldekken. bij 1 bord, 1 mes en 1 vork