W1 Hersenontwikkeling, gender en seksueel geweld Flashcards

1
Q

<p>Tot 5 weken na conceptie zien de inwendige genitalia van man en vrouw er hetzelfde uit. Waar bestaan de genitalia uit?</p>

A

<ul>
<li>2 genitale plooien</li>
<li>2 buizen van Wolff</li>
<li>2 buizen van Müller</li>
</ul>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

<p>Hoe veranderen de genitale plooien in testes?</p>

A

<p>De genitale plooien veranderen in testes, doordatin het Y-chromosoom deSex-Determining-Region (SRY) zitdat Testis-Determining-Factor (TDF) bevat.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

<p>Hoe wordt testosteron geproduceerd tijdensde ontwikkeling en wat voor gevolg heeft dit?</p>

A

<p>Na 8 weken beginnen leydig cellen in testes testosteron te produceren o.i.v. hCG van placenta.</p>

<p>Testosteron zorgt voor proliferatie van buizen van Wolff→ zaadleiders, epididymis, vesicula seminalis, etc. ... nog invullen.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

<p>Waar zorgen LH, FSH en de sertolicellen voor bij mannen?</p>

A

<p>LH en FSH zorgen voor de groei van penis en scrotum.</p>

<p>Sertolicellen produceren Anti-Müller Hormoon en dit zorgt voor degeneratie van de buizen van Müller.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

<p>Beschrijf de ontwikkeling van de vrouwelijke genitaliën.</p>

A

<p>Vrouwen bevatten geen Y-chromosoom dus worden uit de genitale plooien geen testes gevormd. Ook hebben ze geen Leydig-cellen en Sertoli-cellen, dus geen testosteron en AMH.</p>

<p>De buizen van Müller veranderen in uterus, eileiders en vagina en de buizen van Wolff atrofiëren.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

<p>Tot de 9e week kunnen uitwendige genitaliën differentiëren tot beide geslachten. Waar bestond de uitwendige genitalia uit?</p>

A

<p>Tuberculum genitale, genitale plooien en genitale zwellingen.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

<p>Waardoor ontwikkelen zich bij mensen testes en geen mannelijke uitwendige genitaliën als men geen 5-alfa-hydratase heeft?</p>

A

<p>Als XY-personen geen 5-alfa-hydratase hebben, wordt testosteron niet omgezet in dihydrotestosteron en krijg je geen mannelijke uitwendige genitaliën.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

<p>Wat voor relatie is er tussen de ontwikkeling van het brein en testosteron met betrekking tot masculinisatie?</p>

A

<p>In 2e en 3e trimester worden de hersenen ontwikkeld en o.i.v. testosteron vindt er masculinisatie plaats van de hersenen.</p>

<p>Geen testosteron→ geen masculinisatie brein.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

<p>Waar zorgt testosteron voor bij de hersenen (behalve masculinisatie)?</p>

A

<p>Testosteron heeft een organiserend effect: het legt structuren aan en tijdens de puberteit is er activatie van deze structuren (want dan gaat testosteronlevel weer omhoog).</p>

<p><em>Als je dus bent opgevoed als meisje kan tijdens de puberteit de mannelijke genitalia toch ontwikkelen, waardoor ze een jongen worden</em><em>.</em></p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

<p>Wat gebeurt er als tijdens 2e en 3e trimester (breinontwikkeling) androgeen wordt geproduceerd bij vrouwen?</p>

<p>Bij welke aandoening komt dit voor?</p>

A

<p>Dan is er masculinisatie van het brein + genitalia ontwikkeling is ook anders.</p>

<p>Dit gebeurt bij congenitale adrenale hyperplasie (CAH), hierbij wordt geen cortisol geproduceerd waardoor er door een feedback mechanisme androgenen worden gevormd... extra uitzoeken...</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

<p>Wat als de androgeen receptor het niet doet bij mannen?</p>

A

<p>Dan is er geen masculinasatie van het brein + uitwendigegenitaliën worden vrouwelijk. Deze meisjes menstrueren niet op hun 16e (er is geen vagina, maar testes). Ze vallen op mannen.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

<p>Welke aspecten mannelijk brein worden niet door testosteron bepaald?</p>

A

<p>De dikte van de motorcortex is afhankelijk van het Y-chromosoom en niet van testosteron.</p>

<p>Dus testosteron + Y-gebonden factoren (en misschien nog milieufactoren) bepalen de ontwikkeling van het mannelijk brein.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

<p>Wat is gebeurt er bij XX-CAIS t.o.v. XX-CAH?</p>

<p>Wat gebeurt er bij XY en XX homoseksuelen bij de ontwikkeling?</p>

A

<ul>
<li>XX-CAH – gedeeltelijke <strong>masculinisatie</strong> van het brein; overwegend heteroseksueel.</li>
<li>XX-CAIS – volledige <strong>feminisatie</strong> van het brein; vrijwel uitsluitend heteroseksueel. Androgeenreceptor doet het niet.</li>
<li>XY &amp; XX homoseksueel – genetische component, - fraternal birth order (XY), - hormonale invloeden meer...</li>
</ul>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

<p>In de puberteit ontwikkelen secundaire geslachtshormonen zich. Hoe gebeurt dit?</p>

A

<p>Hypothalamus ontwikkeld GnRH die de hypofyse stimuleeert om FSH en LH los te laten, waardoor de gonaden geslachtshormonen produceren: oestrogenen, progestagenen en androgenen uit de ovaria, testosteron uit de testis.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

<p>Wanneer diagnosticeer je iemand met pubertas praecox en pubertas retardata?</p>

A

<p>Pubertas praecox = secundaire geslachtsontwikkeling zoals borsten of scrotum en penis. Bij m < 8 jaar en j < 9 jaar.</p>

<p>Pubertas retardata = late secundaire geslachtsontwikkeling. Bij m >= 13,4 jaar en j >= 14 jaar.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

<p>Wat zijn aspecten van het premenstrueel syndroom?</p>

A

<p>Oedeem, gezwollen en pijnlijke borsten, verandering in eetlust, obstipatie, hoofdpijn, labiliteit, lethargie, etc.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

<p>Beschrijf kort de overgang/menopauze.</p>

A

<p>Ongeveer tussen 45-55 jaar stoppen de ovaria met productie oestrogenen en progesteron, waardoor de hypofyse meer LH en FSH gaat afgeven. Als men een jaar lang geen menstruatie + hoge LH en FSH waarden heeft, is men officieel in de overgang.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

<p>Wat zijn een aantal algemene gevolgen van de overgang?</p>

A

<p>Doordat de ovaria geen oestrogeen en progesteron meer produceren, zal de huid, uterus, labiae, vagina en borsten atrofiëren.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

<p>Wat voor overgang hebben mannen?</p>

A

<p>Late-onset hypogonadism, dus lage testosteronlevels. Dit gaat ook gepaard met gevolgen zoals verminderde libido, slaapproblemen, vergeetachtigheid, etc.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

<p>Welke hormonen verhogen de libido bij vrouwen en mannen?</p>

A

<p>Oestradiol i.c.m. testosteron verhoogdlibido bij vrouwen en testosteron verhoogd libido bij mannen.</p>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

<p>Wat bepaald de geslachtshormoonspiegel van het bloed (behalve FSH en LH)?</p>

A

<p>Geslachtshormonen (testosteron, oestradiol en progesteron) worden in het bloed gebonden met SHBG en albumine, de vrije fractie kan binden aan de receptoren van doelwitcellen en is dus actief. De vrije fractie bepaald de geslachtshormoonspiegel van bloed en zorgt ook voor feedback op GnRH enFSH en LH.</p>

22
Q

<p>Wat is belangrijk om te weten bij geslachtsontwikkelingsstoornissen?</p>

A

<p>Wat de inwendige genitalia zijn en het chromosomaal geslacht.</p>

23
Q

<p>Beschrijf ovariële dysgenesie.</p>

A

<p>Bij chromosoompatroon X0/XY of 45X0. Inwendige genitalia zijn vrouwelijk (ovaria kunnen leydigcellen bevatten), uitwendige genitalia kunnen gedeeltelijk vermannelijkt zijn. Bij Turner syndroom (45X0) zijn ovaria afwezig.</p>

24
Q

<p>Wat is testiculaire dysgenesie?</p>

A

<p>47 XXY (klinefelter):kleine testis, borstvorming, schaarse beharing enonvruchtbaar (geen zaadcellen). Er is een androgeendeficiëntie.</p>

25
Q

<p>Beschrijf asymmetrische dysgenesie en wat hermafrodieten hier mee te maken hebben.</p>

A

<p>Gonade ontbreekt aan 1 kant of beide gonadenhebben ovarieel en testiculair weefsel. Hermafrodieten hebben dit en dan hebben ze uitwendige genitalia die mannelijk, vrouwelijk of er tussen in zijn.</p>

26
Q

<p>Wat is vrouwelijk pseudo-hermafroditisme? Welke aandoening kan hierbij passen?</p>

A

<p>46XX, ovaria en vrouwelijke inwendige genitalia. Uitwendige genitalia zijn mannelijk door overmaat androgenen. Intersex.</p>

<p>Bij CAH/AGS komen deze androgenen van de bijnieren.</p>

27
Q

<p>Wat is mannelijk pseudo-hermafroditisme? Welke aandoeningen passen hierbij?</p>

A

<p>XY, testis in buikholte, inwendige genitalia zijn mannelijk of vrouwelijk en uitwendig zijn vrouwelijk. Door androgeentekort of receptordefect (<strong>androgeen ongevoeligheidssyndroom</strong> of <strong>testiculaire feminisatie</strong>).</p>

<p>Bij volledige vorm ontwikkelen zich vrouwelijke eigenschappen, schaarse beharing, geen menstruatie en onvruchtbaarheid. De GI is vrouwelijk, geaardheid is mannelijk.</p>

<p>Bij onvolledige vorm komen mannelijke als vrouwelijke kenmerken voor. Het is moeilijk te plaatsen welk geslacht iemand heeft.</p>

28
Q

<p>Noem kenmerken van de volgende aangeboren genitale afwijkingen:</p>

<ul>
<li>Micropenis</li>
<li>Cryptorchisme</li>
<li>Hypospadie</li>
<li>Fimose</li>
<li>Hymen imperforatus</li>
<li>Vaginale agenesie</li>
</ul>

A

<ul>
<li>Micropenis = < 2 cm penislengte.</li>
<li>Cryptorchisme = niet goed gedaalde testis.</li>
<li>Hypospadie = opening urethra is laag.</li>
<li>Fimose = voorhoud kan niet goed over glans worden teruggeschoven.</li>
<li>Hymen imperforatus = maagdenvlies dat niet geperforeerd is.</li>
<li>Vaginale agenesie = afwezigheid vagina (als dit i.c.m. uterus agenesie is→ syndroom van Kuster Hauser, door kanalisatie Muller stoornis).</li>
</ul>

29
Q

<p>Wat zijn verschillen in de hypothalamus van mannen en vrouwen?</p>

A

<p>De seksueel dimorfe kern (SDN-POA) en de bed nucleus van stria terminalis (BST) zijn 2x zo groot bij mannen.</p>

30
Q

<p>Welke verschillen in hersenen worden verondersteld gerelateerd te zijn aan gender of seksuele oriëntatie?</p>

A

<p>Geslachtsverschillen in de structuur van hersensystemen worden verondersteld gerelateerd te zijn aan gender.</p>

<p>Andere verschillen worden gerelateerd aan seksuele oriëntatie.</p>

31
Q

<p>Wat is de basis voor verschillen in seksuele opwinding, cognitie en emotie?</p>

A

<p>Geslachtsverschillen in hypothalamus en limbisch systeem.</p>

32
Q

<p>Tijdens de vroege ontwikkeling zijn er 2 pieken van testosteron. Wanneer? Wat is o.a. het gevolg hiervan?</p>

A

<p>Bij mannen halverwege de zwangerschap en bij het pasgeboren kind. Zo ontstaan er structuurverschillen die o.a. de genderidentiteit beïnvloeden.</p>

33
Q

<p>Wat is opmerkelijk bij de centrale kern van BST van transseksuelen?</p>

A

<p>In de centrale kern van BST (BSTc) bij transseksuelen is het omgekeerd. Dus mannelijke transseksueel heeft ook echt een mannelijke BSTc, hetzelfde geldt voor vrouwelijke transseksueel en vrouw.</p>

34
Q

<p>Wat is genderdysforie?</p>

A

<p>Het gevoel van onbehagen dat voortkomt uit de incongruentie tussen toegewezen en ervaren gender.</p>

35
Q

<p>Benoem de criteria voor genderdysforie. Bij 2/6 heb je genderdysforie.</p>

A

<ol>
<li>Incongruentie tussen ervaren gender en geslachtskenmerken</li>
<li>Verlangen eigen geslachtskenmerken niet te hebben</li>
<li>Verlangengeslachtskenmerken te hebben van ander geslacht</li>
<li>Verlangen van andere gender te zijn</li>
<li>Verlangen als iemand van ander gender behandeld te worden</li>
<li>Overtuiging kenmerken vangevoelens en reacties van andere gender te ervaren</li>
</ol>

36
Q

<p>Wat zijn de drie grootste sekseverschillen?</p>

A

<ul>
<li>Genderidentiteit = hoe iemand zich voelt.</li>
<li>Genderrol = observeerbaar gedrag dat volgens maatschappelijke normen mannelijk of vrouwelijk is.</li>
<li>Seksuele oriëntatie = geaardheid.</li>
</ul>

37
Q

<p>Wat is transvestitisme?</p>

A

<p>Mannen die (niet) de hele tijd als vrouw leven zonder geslachtsverandering te willen. Hetzelfde geldt voor vrouwen.</p>

38
Q

<p>Je hebt primaire en secundaire transseksuelen. Wat is het verschil?</p>

A

<p>Primaire transseksuelen zijn early-onset transseksuelen, die vanaf jonge jaren zich anders voelden.</p>

<p>Secundaire transseksuelen zijn late-onset transseksuelen, die vanaf een latere leeftijd zich pas anders voelden.</p>

39
Q

<p>Hoe zou je seksueel geweld beschrijven?</p>

A

<p>Het is een parapluterm. Het begrip omvat seksuele intimidatie en tegen je wil tot seksuele handelingen gedwongen worden tot verkrachting.</p>

40
Q

<p>Beschrijf de stressklachten die je krijgt bij seksueel geweld.</p>

A

<p>Herbelevingen en problemen met concentratie, slecht slapen, nachtmerries, boosheid, etc. Ook gevoelens van schuld, schaamte, depressie en seksuele problemen spelen een rol.</p>

41
Q

<p>Wat zijn een aantal lichamelijk gevolgen van seksueel geweld?</p>

A

<p>Je kan een SOA krijgen, verwondingen. schade aan o.a. vagina/anus en je kan zwanger worden.</p>

42
Q

<p>Wat is het "stappenplan" van de opvang na seksueel geweld ongeveer?</p>

A

<p>Eerste opvang is bij de politie, die kan o.a. forensisch medisch onderzoek aanbieden. Daarna kan worden doorverwezen naar Slachtofferhulp of Crisisopvang.</p>

<p>Naast crisisopvang op emotioneel niveau, is het nodig om aandacht te besteden aan het voorkomen van een SOA of zwangerschap.</p>

<p>De therapie van seksueel geweld is cognitieve gedragstherapie.</p>

43
Q

<p>Beschrijf de crisisinterventie na seksueel geweld.</p>

A

<p>Crisisinterventie duurt zo'n 6-8 weken. Het is ondersteunende therapie die gericht is op relatief normale reacties van iemand na een trauma. Het doel is om chronische problemen te voorkomen door <strong>psycho-educatie</strong> en <strong>emotionele steun</strong>.</p>

44
Q

<p>De preventie van seksueel geweld is vooral gericht op 6-18 jarigen. De preventie wordt onderverdeeld in:</p>

<p>- Primaire preventie</p>

<p>- Secundaire preventie</p>

<p>- Tertiaire preventie</p>

<p>- Universele preventie</p>

<p>- Selectieve preventie</p>

<p>- Geïndiceerde preventie</p>

A

<p>Primaire preventie = voorkomen dat het plaatsvindt door bv. weerbaarheidstrainingen. Selectieve en universele preventie vallen hier ook onder.</p>

<p>Secundaire preventie = vroege signalering en ingrijpen.</p>

<p>Tertiaire preventie = voorkomen dat de klachten verergeren en dat men niet opnieuw slachtoffer/pleger wordt.</p>

<p>Universele preventie = tegen gehele bevolking.</p>

<p>Selectieve preventie = gericht op risicogroepen.</p>

<p>Geïndiceerde preventie = gericht op groepen waar al lichte problematiek is.</p>

45
Q

<p>Hoe moet de seksuoloog/hulpverlener cliënten behandelen?</p>

A

<p>Hulpverlener moet erkenning hebben van en respect voor autonomie van cliënt en binnen de grenzen van zijn proffesionele mogelijkheden en bevoegdheden de cliënt zo goed mogelijk helpen.</p>

46
Q

<p>In de wetgeving is veel vastgelegd over het gedrag van seksuologische hulpverleners. Noem een paar aspecten.</p>

A

<p>Lichamelijke integriteit en grenzen patiënt in zowel lichamelijk als geestelijk opzicht respecteren.</p>

<p>De hulpverlener moet zich onthouden van seksueel gedrag of seksuele toenaderingspogingen.</p>

47
Q

<p>Wat is de hulpvraag bij CGT bij slachtoffers van seksueel geweld?</p>

A

<p>Behalve verlost te worden van specifieke klachten, ook het bestrijden van eigen machteloosheid, dus opheffen van demoralisatie.</p>

48
Q

<p>Wanneer kan grensoverschrijdend gedrag plaatsvinden bij hulpverleners bij seksueel geweld?</p>

A

<p>Bij emotionele overbetrokkenheid, seksueel contact, als therapeut optreedt als grote verzorger die alles regelt voor patiënt,praten over seksualiteit en intimiteit, etc.</p>

49
Q

<p>Wat zijn strategieën om grensoverschrijdend gedrag te beperken bij therapie van seksueel geweld slachtoffers?</p>

A

<ul>
<li>Bewust zijn van eigen innerlijke ervaring - ziet hij/zij cliënt als een cliënt of als mogelijk partner.</li>
<li>Erkennen van seksuele gevoelens, voorstellen en gedragingen patiënt.</li>
<li>Herkennen van bepaalde patronen - als men het type is die regelmatig verliefd wordt op therapeut/docent.</li>
<li>Besef van risicofactoren die kunnen leiden tot grensoverschrijdend gedrag - zoals: geen self-disclosure, aannemen van cadeaus, inbrengen eigen seksuele/relationele problemen.</li>
<li>Kennis van wet en ethische standaarden.</li>
</ul>

50
Q

<p>Hoe kan de arts de seksuele anamnese makkelijker maken?</p>

A

<ul>
<li>Proffesionele houding</li>
<li>Onderwerp introduceren (door bruggetje te vormen/logische aansluiting)</li>
<li>Duidelijke randvoorwaarden/kader schetsen</li>
<li>Erkennen dat het een lastig onderwerp</li>
<li>Erkennen van eigen grenzen</li>
</ul>

51
Q

<p>Wat is belangrijk om te bespreken tijdens seksuele anamnese (in kader van seksuele disfuncties)?</p>

A

<ul>
<li>In kaart brengen wat er nu aan de hand is, hoe het vroeger was en wat gewenst wordt.</li>
<li>Wat gebeurt er fysiologisch</li>
<li>Is er pijn</li>
<li>Wat voelt de patiënt</li>
<li>Wat lukt wel</li>
<li>Wat lukt niet</li>
</ul>