W1 DD vaginale klachten, DD abnormaal bloedverlies en neurale regulatie seks Flashcards

1
Q

Bij welke infectie behoren de volgende kenmerken:

  • Jeuk en witte afscheiding, ontstaat vaak acuut
  • Rode vulva en vaginawand met witte gestremde melkachtige fluor
  • pH < 4,0, veel leuco’s
  • 75% van vrouwen maakt deze infectie eens mee
  • Kan optreden na breedspectrum antibioticagebruik en diabetes mellitus
A

Vaginale candida infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke infectie geeft:

  • Onaangename geur en toename afscheiding
  • Verstoring bacterieel evenwicht in vagina: lactobacillen zijn vervangen door anaerobe bateriën
  • Geen leuco’s
  • Amsel’s criteria
  • Het kan samengaan met SOA: trichomonas, chlamydia of gonorroe
A

Bacteriële vaginose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn Amsel’s criteria?

A
  • Homogene fluor
  • pH > 4,5
  • Positieve amine-test (rotte visgeur na KOH)
  • > 20% clue-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk SOA heeft:

  • Veel stinkende afscheiding en soms jeuk
  • Homogene melkachtige fluor, vaginawand is rood
  • pH > 4,5, aminetest=positief
  • Trichomonas in preparaat met clue-cellen en leuco’s
A

Trichomonas vaginalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn een aantal kenmerken van SOA chlamydia trachomatis?

A
  • In cervix of urethra, atypische klachten
  • Meestal geen klachten
  • Portio kan snel bloeden vanwege ontsteking, preparaat heeft leuco’s
  • Diagnose stellen door PCR
  • Er is verhoogde kans op PID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van SOA gonorroe?

A
  • Cervix of urethra, gonokok infectie.
  • Zelden klachten, anders veel en stinkende afscheiding die gekleurd is, kans op PID is verhoogd.
  • Amsel’s criteria
  • Diagnose stellen door PCR of kweek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is vaak de klacht bij herpes genitalis?

A

Periodiek optredende branderige pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je bij genitale wratten/condylomata acuminata?

A

Bloemkoolvormige genitale wratjes, door HPV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor zorgen objecten zoals vergeten tampon, condoom, etc. voor vaginale klachten?

A

Door lokaal irriterende effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn hormonale oorzaken van abnormaal vaginaal bloedverlies?

A
  • Functioneel vaginaal bloedverlies
  • Bijwerkingen anticonceptie
  • Overige hormonale disregulatie zoals hypothyreoïdie of ernstige afwijkingen hypothalamus of hypofyse zoals tumoren/Sheehan syndroom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf functioneel vaginaal bloedverlies.

A
  • Het is vroeg in de fertiele fase of pre-menopausaal en het komt door anovulatoire cycli, waardoor er verhoogde oestrogeenspiegels zijn. Hierdoor zijn er oestrogene doorbraakbloedingen = metrorragie (des vierges).
  • Subtiele verstoringen van hormonen (20-40 jarigen), waardoor men intermenstrueel bloedt.
  • Ovulatiebloedingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn organische afwijjkingen die kunnen zorgen voor abnormaal vaginaal bloedverlies?

A

Vaginitis, trauma, carcinoom, erosie, cervicitis, poliepen, myomen, endometritis, adenomyose, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem zwangerschapscomplicaties van abnormaal vaginaal bloedverlies.

A

Deciduabloeding, miskraam, EUG en molazwangerschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn medicamenteuze oorzaken van abnormaal vaginaal bloedverlies?

A

Anticoagulantie, aspiriine, oestrogenen/progestagenen en corticosteroïden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benoem een erfelijke en verworven stollingsstoornis die abnormaal vaginaal bloedverlies kunnen veroorzaken.

A

Erfelijk - Von Willebrand ziekte.

Verworven - Idiopathische trombocytopenische purpura.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van hevig menstrueel bloedverlies (veel of langer)?

A

IUD, uterusmyoom, poliep, stollingsstoornis of hypothyreoïdie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn oorzaken van intermenstrueel bloedverlies op een vast en wisselend tijdstip?

A

Vast tijdstip - hormonale oorzaken door bv OAC.

Wisselend tijdstip - infectieuze oorzak of maligniteit cervix, uterus of ovarium.

18
Q

Bij welke aandoeningen passen contactbloedingen?

A

Bij aandoeningen van de cervix zoals cervicitis en cervixcarcinoom.

19
Q

Wanneer treedt irregulair bloedverlies op?

A

Bij anovulatoire cycli,

Bij doorbraakbloedingen door bv prikpil,

Bij zwangerschapscomplicaties,

Bij maligne tumoren.

20
Q

Welke hersenstructuur is het centrum voor de autonome processen voor seksualiteit. Na een laesie in dit centrum kunnen situaties zoals ongeremd seksueel gedrag, parafilieën en verandering seksuele oriëntatie voorkomen.

A

De hypothalamus.

21
Q

Waarom is de ADH-level 2x zo hoog bij jonge mannen t.o.v. vrouwen?

A

Voor de regulatie van bloedvaten van penis.

22
Q

Waar zorgt oxytocine voor bij mannen en vrouwen?

A

Oxytocine projecteert bij mannen op ruggenmerg op neuronen die de penis innerveren en zo zorgt het voor erecties.

Oxytocine komt ook bij de neurohypofyse voor als hormoon in de bloedbaan en zorgt bij mannen en vrouwen voor seksuele opwinding en orgasme.

23
Q

Waar zorgt stimulatie van het septum voor bij mannen en vrouwen?

A

Bij vrouwen zorgt het voor seksuele opwinding en kan zelfs leiden tot orgasme.

Bij mannen zorgt het ook voor seksuele opwinding tot orgasme + erecties.

24
Q

Voor het opwekken van orgasme zijn afferente neuronen van belang, afkomstig van spierspoelen in bekkenbodemspieren. Hoe worden deze neuronen gestimuleerd?

Naast perifere zenuwen zijn hersenen en zintuigen ook van belang bij opwinding.

A

Afferente neuronen zijn van belang, afkomstig van bekkenbodemspieren worden ze gestimuleerd doordat ze opgerekt worden door vasocongestie.

25
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

Voor het autonome deel is een plexus essentieel. Deze plexus ligt retroperitoneaal bilateraal. Welke plexus is dit en waarmee heeft het verbinding?

A

De plexus hypogastricus inferior. Het heeft verbinding met de genitalia en via andere plexi heeft het ook verbinding met rectum, urineblaas en prostaat/vagina.

26
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

De parasympathische pre-ganglionaire neuronen via het autonome deel lopen als bepaalde zenuwen naar de plexus hypogastricus inferior. Welke zenuwen zijn dit?

De post-ganglionaire neuronen bevatten vasoactive polypeptide (VIP). Waar speelt VIP een belangrijke rol bij als neurotransmitter?

A

De zenuwen splanchnici pelvici lopen via de plexus hypogastricus inferior.

De post-ganglionaire neurotransmitter VIP speelt een rol bij erectie en lubricatie.

27
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

Het autonome deel innerveert de penis en clitoris met bepaalde zenuwen. Bij vrouwen gaan ze ook de vaginawand en zwelweefsel vestibuli in. Hoe heten deze zenuwen?

A

De autonome vezels die de penis en clitoris innerveren heten nn. carvernosi.

De nn. vaginalis innerveren de vaginawand en zwelweefsel vestibuli vrouwen.

28
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

De sympathische pre-ganglionaire neuronen bereiken de in- en uitwendige genitalia via de plexus hypogastricus inferior. Hoe doen ze dit?

A

Via grensstrengen en via de nn. splanchnici lumbalis, plexus hypogastricus superior en nn. hypogastrici.

29
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

Er is sympathische innervatie van glad spierweefsel van verschillende structuren. Sympathisch systeem is belangrijk voor emissie. Wat is nog een rol van de sympaticus (in kader van erectie en lubricatie)?

A

Sympaticus gaat erectie en lubricatie tegen.

30
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

Efferente somatische neuronen innerveren de dwarsgestreepte spieren: mm. levator ani, sphincter urethrae externus, ischiocaverosi en bulbospongiosi. Welke neuronen innerveren de mm. ischiocavernosi en de bulbospongiosi?

A

De nn. pudendi.

31
Q

Efferente informatie van het ruggenmerg naar de genitalia verloopt via autonome en somatische deel zenuwstelsel.

De afferente en efferente somatische vezels in de nn. pudendi zijn betrokken bij een bepaald reflex. Welk reflex?

Verder is de somaticus ook betrokken bij een bepaalde seksuele reactie. Welke?

A

De afferente en efferent somatische vezels in de nn. pudendi zijn betrokken bij het bulbocavernosusreflex.

De somaticus is betrokken bij ejaculatie.

32
Q

Op wat voor neurale regulatie berust de activering van de erectie?

A

Op cholinerge transmissie op muscarinereceptoren (parasympathisch) en op remming van de adrenerge transmissie (sympatisch).

33
Q

Welk hormoon is de belangrijkste anti-erectiele transmitter?

A

Noradrenaline.

Het werkingsmechanisme van erectie heeft ook een NANC systeem.

34
Q

Wat voor rol heeft NO bij erectie?

A

NO is een pro-erectiele transmitter, essentieel voor het initiëren van het hele proces dat leidt tot een erectie.

NO leidt indirect tot cGMP productie in glad spierweefsel van de penis. cGMP zorgt voor verhoogde bloedstroom in penis (zwelling).

35
Q

Hoe zit het proces van cGMP en corpora cavernosa zwelling in elkaar?

A

NO zorgt voor productie cGMP.

cGMP zorgt voor daling intracellulair Ca2+ concentratie, wat voor relaxatie van het spierweefsel van de corpora cavernosa zorgt. Dit zorgt voor een verhoogde instroom van bloed → zwelling.

36
Q

Waar zorgen PDE-5-remmers voor?

A

cGMP wordt afgebroken door fosfodiësterase-5 (PDE-5). PDE-5 remmers zorgen er dus voor dat de concentratie van cGMP hoog blijft → langdurige relaxatie glad spierweefsel → langdurige erectie (mits er seksuele opwinding is).

37
Q

Hoe zit het met PDE-5-remmers bij vrouwen?

A

Een combinatie van PDE-5-remmers en testosteron zorgt voor verhoogde sensitiviteit van het seksueel systeem voor seksuele stimuli bij vrouwen met een lager dan normale sensitiviteit.

Bij gebruik SSRI’s worden de negatieve seksuele bijwerkingen tegengegaan door PDE-5-remmers.

38
Q

Welke dopaminereceptoragonist blijkt effectief te zijn bij mannen met een erectiestoornis?

A

Apomorfine, die sublinguaal wordt toegediend grijpt o.a. op de PVN receptoren (die oxytocine projecten naar neuronen in ruggenmerg die penis innerveren voor erecties).

39
Q

Dus welke receptoren zijn van belang voor totstandkoming en instandhouding van erectie? En welke werken dit juist tegen?

A

In CZS zijn dopaminerge en oxytocinerge receptoren van belang voor totstandkoming en instandhouding van erectie.

Serotonerge systemen werken juist remmend.

40
Q

Waarom wordt ejaculatio praecox behandeld door serotonine heropname te remmen met SSRI’s?

A

Bij ejaculatie lijkt, naast perifere sympathische activering, vooral serotonine een belangrijke rol te spelen.