Vragen en dingen om te weten Flashcards
Samenvattingstekst 3.1
3.1 Wereld: water in beweging
Mensen zijn voor hun drinkwater aangewezen op bereikbaar zoet water. Veel water uit de waterkringloop valt dan af omdat het zout water is of vastzit in landijs of gletsjers. Veel regen valt bovendien in onbewoonde gebieden of op het verkeerde moment (winter). Oppervlaktewater is zichtbaar, grondwater niet meer.
Samenvattingstekst 3.2
3.2 Wereld: water in balans
De nuttige neerslag is de neerslag die overblijft na verdamping. Helaas neemt door ontbossing en verstening de infiltratie van water in de bodem af. In de waterbalans kun je zien dat een gebied aan water kan komen door neerslag, aanvoer van water uit andere gebieden en fossiel water uit andere tijdvakken (aquifers). Als je alleen je vernieuwbare voorraad water gebruikt, is er sprake van duurzaam waterbeheer. Helaas zorgt de groeiende wereldbevolking in combinatie met een stijgende welvaart ervoor dat steeds meer niet-vernieuwbaar water ingezet wordt.
Samenvattingstekst 3.3
3.3 Wereld: soms te veel
Gebieden met een groot overstromingsrisico zijn:
rivier- en kustvlakten;
gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond (piekafvoer);
gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer;
gebieden waar tropische orkanen huishouden;
gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt (invloed mens);
gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen (invloed mens);
gebieden met bodemdaling door het oppompen van grondwater (invloed mens).
Belangrijke oorzaken voor het toenemende aantal overstromingen zijn:
minder infiltratie door ontbossing en verstening;
het opsluiten van rivieren tussen dijken (bijvoorbeeld afsnijden bochten);
bodemdaling door het oppompen van grondwater;
zeespiegelstijging door het versterkte broeikaseffect.
Vaak overlijden er meer mensen aan de indirecte gevolgen van overstromingen dan door verdrinking. Je kunt maatregelen tegen overstromingen treffen op korte termijn en op lange termijn. Rijke landen hebben hier meer geld en kennis voor.
Samenvattingstekst 3.4
3.4 Wereld: vaak te weinig
Tegelijkertijd is in toenemende mate sprake van groeiende waterstress door fysieke- en economische watertekorten. Die spanningen – waterstress – zouden in droge dichtbevolkte gebieden kunnen uitmonden in een wateroorlog. Je kunt beter water met kleinschalige projecten in de eigen omgeving vasthouden, slimmer irrigeren en meer water hergebruiken.
Samenvattingstekst 3.5
3.5 Nederland: de zee klopt op de voordeur
Dat alle dijkringen op hetzelfde moment bezwijken is uiterst onwaarschijnlijk.
Een polder is een door dijken omgeven stuk land waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld. We kennen in Laag-Nederland; zeepolders, veenpolders (inklinking), droogmakerijen en IJsselmeerpolders. Door de opwarming van de aarde neemt de kans op overstroming door de zee en kustafslag van de zeereep toe. Bij zwakke duinen beschermt men de kust door dammen en zandsuppletie. Bij een brede veilige duinenrij kiest men voor dynamisch kustbeheer. Eigenlijk heeft de mens maar weinig invloed op de bescherming van het waddengebied als getijdenlandschap.
Als je rekening houdt met het feit dat het klimaat verandert doe je aan klimaatadaptatie.
Samenvattingstekst 3.6
3.6 Nederland: de rivieren kloppen op de achterdeur
Intussen is het rivierengebied dicht bewoond geraakt en zijn door de bebouwing van de uiterwaarden flessenhalzen ontstaan die gevaarlijke overstromingen kunnen veroorzaken. Bovendien kan in een bedijkt gebied de rivier haar slib alleen maar in het buitendijkse land kwijt. De rivier hoogt dan zijn eigen bedding op en het water stijgt natuurlijk mee. Zo is het binnendijkse land van de Betuwe een diepe badkuip geworden. Na een bijna-ramp (1995) vinden we daarom dat de rivieren (weer) meer ruimte moeten krijgen. Rijkswaterstaat denkt dit te doen door een drietrapsstrategie, die bestaat uit 1) vasthouden, 2) bergen (in retentiegebieden) en 3) lozen.
Bij klimaatadaptatie kun je het beste het landschap zo inrichten dat een gebied meerdere functies tegelijk kan vervullen.
Gebieden met een groot overstromingsrisico zijn:
rivier- en kustvlakten;
gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond (piekafvoer);
gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer;
gebieden waar tropische orkanen huishouden;
gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt (invloed mens);
gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen (invloed mens);
gebieden met bodemdaling door het oppompen van grondwater (invloed mens).
Misschien een toetsvraag
Egypte en Uganda kunnen een wateroorlog gaan strijden omdat hun over 1 grote aquafair zitten
Belangrijke oorzaken voor het toenemende aantal overstromingen zijn:
minder infiltratie door ontbossing en verstening;
het opsluiten van rivieren tussen dijken (bijvoorbeeld afsnijden bochten);
bodemdaling door het oppompen van grondwater;
zeespiegelstijging door het versterkte broeikaseffect.