Ak oefen vragen h1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de verschillen tussen een jong gebergte en een oud gebergte

A

Een jong gebergte heeft hoge scherpe toppen, dit gebergte is nog maar weinig aangetast door verwering en erosie. Bij een oud gebergte zijn er ondiepe dalen en een jong gebergte heeft juist diepe dalen. Bij een jong gebergte is het verschil tussen reliëf (hoogteverschillen) dus groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaan bergen uit de oceaanbodem en vulkanisme

A

Doordat de lava afkoelt, wordt het in plaats van vloeibaar weer hard en vast. Deze harde en afgekoelde laag lava vormt een nieuw laagje op de oceaanbodem. Als de grens van deze twee platen in de zee ligt, komt het magma onder water omhoog. Hierdoor ontstaan een soort bergen onder water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je op een foto een fossiel en het stollingsteente graniet herkennen

A

Wat zijn de kenmerken van stollingsgesteente?

Vrijwel alle stollingsgesteenten zijn kristallijne stoffen: ze zijn opgebouwd uit kristallen. In een kristal liggen de atomen gerangschikt in een symmetrische structuur, die een kristalrooster genoemd wordt. Het gesteente vormde door kristallisatie in een magma.

Hoe weet je of iets een fossiel is?

Fossielen zijn versteende resten van dieren of planten. Dit kan een afdruk zijn zoals een soort stempel in een steen. Een tweede manier waarop fossielen kunnen ontstaan is dat het versteent. Bij een bot krijg je dan een fossiel dat precies dezelfde vorm heeft als het bot zoals het ooit was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen mechanische en chemische verwering en hoe loopt die verwering

A

Verwering van gesteente is het natuurlijke proces waarbij dit materiaal verandert als gevolg van invloeden van weer, klimaat, zogeheten exogene krachten, en onder invloed van de bodembiologie. Het gesteente breekt in stukken (mechanische verwering) , lost op in water, of verandert anderszins (chemische verwering).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom heeft het klimaat invloed op de aarde en snelheid van verweringsprocessen

A

Zoals gezegd is voor chemische verwering veel water nodig. Chemische verwering zal dan ook het dominante verweringsproces in natte klimaten zijn, terwijl mechanische verwering in droge klimaten dominant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je kunt aan de hand van een tekening uitleggen hoe grotten ontstaan

A

Er zijn drie soorten grotten: Grotten die ontstaan doordat water langs gesteente loopt, waardoor het gesteente langzaam oplost. Grotten die gevormd worden doordat wind of water gesteente wegslijt. Grotten die gevormd worden in vulkanisch gesteente, die ontstaan als lava uit een vulkaan hard wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is massabeweging en hoe ontstaat het

A

Welke vormen van
massabewegingen zijn er?

Massabeweging
Bodemkruip: Langzame, ‘kruipende’ beweging van de bovenste meter(s) van het bodemoppervlak.
Stromen: het getransporteerde materiaal gedraagt zich als een vloeistof (bijvoorbeeld puinstromen, modderstromen, solifluctie).

Hoe ontstaat een massabeweging?

Massabewegingen kunnen door meerdere oorzaken worden teweeggebracht, namelijk: - een te geringe veiligheid t.a.v. de globale stabiliteit. Als gevolg daarvan kan er zich een afschuiving voordoen langsheen een glijvlak of kan het talud een voortschrijdende verplaatsing ondergaan; - uittrede van grondwater uit het talud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast en grind, zand en klei ontstaan.

A

Verwering

Met reliëf worden hoogteverschillen in een landschap bedoeld. Reliëf kan veroorzaakt worden door afbrokkeling van bergtoppen. Het verbrokkelen van gesteente noemen weverwering.

Op vier manieren kan een bergtop langzaam afbrokkelen:

Na een regenbui komt er water in de scheuren en spleten van het gesteente. Het water bevriest ’s nachts en zet uit, waardoor het gesteente aan beide kanten van de scheur uit elkaar wordt geduwd.
Als een steen overdag heel warm wordt en ’s nacht weer afkoelt zal de steen uitzetten en inkrimpen. Hierdoor breekt de steen uiteindelijk in stukken.
voordat plantenwortels tussen spleten groeien en vervolgens dikker worden kan een steen breken.
Sommige soorten gesteente lossen langzaam op in water. Gesteente kan ook worden aangetast door zuren van plantenwortels en schimmels.
Erosie

Stenen vallen vanaf de bergtoppen naar beneden en komen in de rivier terecht. Beneden in

een dal schuren de stenen langs elkaar en ze raken afgerond. Er ontstaat grind. Het uitschuren

van gesteente gebeurt ook door stromend water, wind of ijs en wordt erosie genoemd. Doordat grind over de bodem van een rivier schuurt ontstaat er een groot dal in de vorm van de letter V (V-dal). Een dal kan ook worden veroorzaakt door het uitschuren van gletsjers. Dat zijn ijsmassa’s in het hooggebergte die langzaam naar beneden beweegt. Zo’n dal heeft de vorm van de letter U (U-dal).

Zand en klei

Het gesteente verbrokkelt tot heel kleine korreltjes. De korrels die je nog net met het blote oog kunt zien zijn zand en grind. Kleikorreltjes zijn alleen met een microscoop te zien.

3 Waar blijft alle zand grind en klei?

De rivier de Po

In Noord-Italië stroomt door de Povlakte de rivier de Po. Je kunt de Povlakte eigenlijk vergelijken met Nederland; laag en plat. Als gevolg van verwering en erosie ontstaan er in het hooggebergte grind, zand en klei. Maar waar blijft al dat materiaal?

De rivieren nemen het mee en leggen dat materiaal neer als het water langzaam stroomt of stilstaat. Dat gebeurt bijv. als er water langs de rivier over de vlakte stroomt. Het neerleggen van die grind, zand en klei noemen we sedimentatie.

De rivier gaat steeds meer slingeren als het water minder snel stroomt. Er ontstaan meanders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je weet wat een rivierdal en gletsjerdal herkennen aan de hand van een foto

A

U-vormige en V-vormige rivierdallen en gletsjerdallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe onstaat een zandbak, duinen
en delta’s

A

Een zandbank kan ontstaan door het storten van zand in zee (bijvoorbeeld van uitgebaggerde havengeulen) maar ontstaat meestal door natuurlijke stromingen. Als een zandbank ontstaat door de branding, wordt het een brandingsrug genoemd.

Langs zandige kusten met een ondiepe zee en meestal wind die uit zee komt ontstaan stranden en duinen. Een klein bultje op een strand kan het begin van een duin zijn. Achter dat bultje is het luwer waardoor daar stuivend zand blijft liggen. Zolang het niet wegspoelt en de wind zand aanvoert wordt het groter.

Delta’s ontstaan veelal doordat een grote rivier uitmondt in een (bijna) getijdenloze zee, zoals de Middellandse Zee of de Zwarte Zee. Dit soort delta’s noemen we riviergedomineerd. Als een rivier in een zee uitmondt waar een sterke getijdenwerking heerst, noemen we dit een getijdengedomineerde delta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.

A

Als er gesedimenteerd wordt op plaatsen voor de kust ontstaan er zandbanken, ondiepe en gebogen plaatsen in zee. Daar komen strandenvoor die elke keer weer opgehoogd worden doordat er bij elke golf net iets meer zand blijft liggen dan dat er mee terug wordt genomen.

Rond stukken hout of plantjes ontstaan er kleine hoopjes zand die ontstaan door opgewaaid zand dat erachter blijft liggen. Na een lange tijd kunnen er metershoge duinen ontstaan.

Sedimentgesteente

De laagvlakten bestaan uit dikke lagen zand en klei. De korreltjes worden samengeperst en veranderen zo in sedimentgesteente:

Zand > Zandsteen

Klei > Schalie

Schlepen > Kalksteen

In stenen worden fossielengevonden, overblijfselen van schelpen of planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

A

Hoe kun je sedimentgesteente herkennen?
Zandsteen: is een sedimentgesteente gemaakt van zand door hoge druk van sedimentatie. Vaak te herkennen aan zandkleurige kleur, korreligheid en eventueel laagjes van sedimenten. Kalksteen: een sedimentgesteente ontstaan uit kalk, vaak te herkennen aan de witte kleur en eventuele fossielen en schelpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Je weet waarom de grond in Hoog-Nederland onvruchtbaar is en hoe het geschikt is gemaakt voor akkerbouw.

A

De grond in Laag-Nederland bestaat grotendeels uit klei en veen. In het hoge deel van Nederland is veel zand te vinden, dat erg onvruchtbaar is.

Het landschap in Hoog-Nederland is erg afwisselend. Akkers, weilanden en bossen wisselen elkaar af. In hoog Nederland is er veel zandgrond dat niet veel voedingsstoffen bevat om het toch vruchtbaar te maken voor akkerbouw gebruiken ze veel kunstmest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je begrijpt hoe het reliëf in Hoog-Nederland is ontstaan en dat daarbij zwerfstenen zijn achtergebleven.

A

Reliëf ontstaan door stuwwallen door de ijstong in de ijstijd.

In Nederland zijn er zijn meerdere ijstijden geweest. In de een na laatste koude tijd schoven er gletsjers uit Scandinavië tot Midden-Nederland. Het ijs van deze gletsjers heeft de grond opgeschoven waardoor heuvels ontstonden, die we stuwwallen noemen. In Scandinavië komen grote keien voor. De keien werden in de koude tijd meegenomen door het ijs en zijn in Nederland terechtgekomen. Zulke keien worden zwerfstenen genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.

A

Om Nederland te beschermen tegen overstromingen, heeft ons land ruim 3.700 km aan waterkeringen. Zonder deze keringen zouden grote gebieden van Nederland onderlopen met water. Naast natuurlijke keringen, zoals duinen, zijn er bijna 1.500 aangelegde keringen: dijken, dammen, stuwen, gemalen en stormvloedkeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.

A

Het westelijk deel van Nederland heeft altijd al laag gelegen. Sinds het einde van de laatste koude tijd, 10.000 jaar geleden, is de zeespiegel heel langzaam met tientallen meters gestegen. Het lijkt vreemd, maar hierdoor zijn juist heel veel grondsoorten ontstaan (bron 32). De stranden en duinen zijn gevormd door de zee en achter de duinen ontstond een waddenzee waar het zeewater bij vloed instroomde en bij eb weer uitstroomde. In deze ‘binnenzee’ stond het water vaak stil en dwarrelden kleideeltjes naar beneden. Dikke lagen zeeklei zijn zo gevormd. Op momenten dat de openingen tussen duinenrijen zich sloten, veranderde de binnenzee in een uitgestrekt moerasgebied. Onder water hoopten zich de dode plantenresten op. Zonder zuurstof konden de plantenresten niet verteren en ontstond de grondsoort veen.