Ak leerdoelen H2.1-2.4 Flashcards

1
Q

Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.

A

een bepaald, per land verschillend, aantal inwoners;

dicht bebouwd in vergelijking met het omringende gebied;

een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector;

een groot aantal voorzieningen (winkels, werk, onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad

A

Wat is het verschil tussen een megastad en een wereldstad? Een megastad telt meer dan tien miljoen inwoners en een wereldstad/global city kan dat ook hebben maar is voor een groot deel van de hele wereld een belangrijk centrum op een gebied. Zoals bijvoorbeeld op het gebied van economie, cultuur en politiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

A

Wat is het verschil tussen een megastad en een wereldstad? Een megastad telt meer dan tien miljoen inwoners en een wereldstad/global city kan dat ook hebben maar is voor een groot deel van de hele wereld een belangrijk centrum op een gebied. Zoals bijvoorbeeld op het gebied van economie, cultuur en politiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden

A

Hoe kun je de spreiding van steden verklaren?
Steden liggen niet zomaar ergens. Drie factoren spelen een rol:

Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt. Het gaat dan om de absolute ligging. Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden; op kruispunten van handelswegen, langs rivieren, aan de kust of bij de vindplaats van grondstoffen. Kijk maar naar Parijs. Die stad ligt aan de rivier de Seine, in een vruchtbaar, vlak gebied.

Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van andere plaatsen. Daar gaat het dus om de relatieve ligging. Parijs ligt gunstig, midden in het land en met prima verbindingen naar andere steden.

Het koloniale verleden. In de (semi)periferie liggen opvallend veel steden aan de kust. Zij vormden in de koloniale tijd het ‘doorgeefluik’ van de kolonie naar het westerse moederland. Een stad als Accra in Ghana is vooral gegroeid als exporthaven van tropisch hardhout en cacao naar Engeland. Later trokken plattelanders vooral naar deze gunstig gelegen steden waardoor sommige uitgroeiden tot megasteden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

A

Wat is het verschil in verstedelijkingstempo tussen arme en rijke landen? Rijke landen zijn al verstedelijkt, maar daardoor neemt de bevolking neemt niet meer toe. Arme landen zijn nog aan het verstedelijken, dus zij kunnen nog een dichtere bevolking krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad,verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

A

Wat is het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijking tempo en welvaart? Verstedelijkingsgraad is % van mensen die in steden wonen, Verstedelijkingstempo is de snelheid waarmee de stadsbevolking toeneemt, in een laag-welvarend land is het verstedelijkingstempo hoger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd.

A

De westerse stad kent een opbouw waarbij urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie zichtbaar zijn. Een niet-westerse stad (bijvoorbeeld steden in Afrika, Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Azië) hebben een vestigingsoverschot. Dat betekent dat er heel veel mensen in de stad komen wonen (hoge urbanisatiegraad).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad.

A

Het is goedkoper, er is meer ruimte en je kunt er voedsel verbouwen/vangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven.

A

De Amerikaanse steden kennen vaak een CBD, dit is een afkorting voor Central Business District . Misschien raadt je het al: dit is waar veel ‘business’ plaatsvindt. Oftewel, we vinden hier heel veel bedrijven en hier zie je dus ook altijd die super hoge wolkenkrabbers waar toch vaak heel veel kantoren te vinden zijn. Er bevinden zich vaak weinig woningen en het is eigenlijk een plek waar met name gewoon super veel gewerkt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon- en werkproblemen in een megastad.

A

Er zijn teveel mensen waardoor te weinig huizen/woningen dus woonproblemen
hoe meer mensen hoe meer concurentie en minder werk te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je begrijpt waarom de informele sector ‘de smeerolie van de stedelijke economie’ wordt genoemd.

A

De meeste proberen werk te vinden in de informele sector. Dit is een scharreleconomie. Het wordt ook wel ‘de smeerolie van de stedelijke economie genoemd’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je kunt met een kaart of foto uitleggen hoe een krottenwijk verandert.

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly