voorbereiding Flashcards
voorbereiding
1
Q
de spullen
A
die sachen
2
Q
het doel
A
das ziel
3
Q
het uitje
A
der ausflug
4
Q
het best
A
am besten
5
Q
iets
A
etwas
6
Q
de trein
A
der zug
7
Q
de vrije tijd
A
die freizeit
8
Q
de jeugd
A
die jugend