Voeding Flashcards

nog afmaken

1
Q

door wie zijn de richtlijnen goede voeding opgesteld

A

gezondheidscentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom zijn de richtlijnen voeding bedacht

A

om de goede voeding voor iedereen in kaart te brengen, en top tien meest voorkomende ziektes in nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarop zijn de richtlijnen goede voeding op gebasseerd

A

ze zijn gebasseerd op grote hoeveelheden wetenschappelijk kennis tussen veel voorkomende chronische ziekte en voedisnmiddelen, voedingsstoffen en voedingspatronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor wie gelden de richtlijnen goede voeding niet

A

zwangere vrouwen en kinderen tot 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is ANBI

A

Algemeen nut beogende instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

op welke ziektes en risicofactoren hebben de richtlijnen invloed op

A

coronaire hartziekten
beroerte
hartfalen
diabetes type 2
chronische obstructieve longziekten (COPD)
borst- darm- en longkanker
dementie en cognitieve achteruitgang
depressieve klachten
systolische bloeddruk
LDL-cholestrol
lichaamsgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de richtlijnen in het kort

A

200 gr. groente en fruit per dag
90 gr. bruin brood of andere volkorenproducten per dag
3 koppen thee per dag
15 gram ongezouten noten per dag
1x per week vette vis
wekelijks peulvruchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke beperkingen van consumptie zijn aanbevolen

A

rood vlees en bewerkt vlees
suikerhoudende dranken
alcohol
keukenzout max 6 gram per dag
suppletie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn additieven

A

hulpstoffen die aan je voeding wordt toegevoegd om de houdbaarheid, geur, kleur of smaak te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de schijf van vijf

A

dit is een manier die wordt gebruikt om mensen te adviseren over goede voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de 2 adviezen voor het eten buiten de schijf van vijf

A
  1. dag- en week keuzes
    3 tot 5x per dag iets kleins buiten de schijf
    3x per week iets groots buiten de schijf
  2. energieprocenten
    85% binnen de schijf, 15% buiten de schijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom staan er sommige producten niet in de schijf van vijf

A

omdat er te veel verzadigde vetzuren, transvetzuren, suikers en zout en te weinig voedingsvezels in zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is ADH en leg uit

A

aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
de ADH staat in verband met de richtlijnen en is gebaseerd op de energiebehoefte van een individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet macronutriënten en waar bestaat het uit

A

ze leveren energie
koolhydraten
vetten
eiwitten
alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet micronutriënten en waar bestaat het uit

A

ze processen in het lichaam en stofwisseling
vitamines
mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is rustmetabolisme (BMR)

A

hoeveelheid energie die nodig is om het lichaam in stand te houden en te laten functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat gebeurt er als je teveel vet, natrium en energie/suiker binnen krijgt

A

te veel vet –> hoog cholesterolgehalte
te veel natrium –> hoge bloeddruk
te veel energie/suiker –> diabetes type 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn essentiële voedingsstoffen en waarom zijn ze belangrijk

A

essentiële voedingsstoffen kunnen niet door het lichaam zelf worden gemaakt en moeten worden opgenomen vanuit de voeding.
ze bestaan uit:
vitamines en mineralen
essentiële vetzuren
voedingsvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn de belangrijkste energiebronnen

A

koolhydraten en vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waar wordt koolhydraten in omgezet

A

koolhydraten worden omgezet tot glucose en via het bloed naar de cellen gevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waar word vetten naar omgezet

A

vetten worden omgezet naar glycerol en 3 vetzuren, die worden vervoerd naar de cellen

22
Q

hoeveel is 1kcal in kJ

23
Q

1 gram koolhydraten is:
1 gram vezels is:
1 gram vet is:
1 gram eiwit is:
1 gram alcohol is:

A

17kJ / 4 kcal
8kJ / 2 kcal
37kJ / 9 kcal
17kJ / 4 kcal
30kJ / 7 kcal

24
Q

hoeveel energiebehoefte heeft een individu nodig

A

30-35 kcal per kilogram lichaamsgewicht

25
hoeveel energie verbruikt de basaalmetabolisme
20-25 kcal
26
wat is voeding geïnduceerde thermogenese
10% van de totale energiebehoefte is bedoeld voor de voedselverwerking
27
voedinsgeïnduceerde thermogenese samen met je basaal metabolisme is?
ruststofwisseling
28
ruststofwisseling X PAL-waarde =
energiebehoefte
29
wat is antropometrische bepalingen
dit gebruiken we om kenmerken van het lichaam te meten
30
wat zijn de BMI cijfers
25 = verhoogde kans op ziektes 25-30 = overgewicht > 30 = obesitas
31
op welke manieren kan je je antropometrische bepalingen opmeten
- lichaamsgewicht, wegen - BMI, je meet hiermee de verhouding in vetvrije en vetmassa - huidplooimeting, meet je hoe dik de vetlaag is tussen de huidlagen - bio-elektrische impedantie meting, hier meet je de weerstand - buikomtrek meting, meten van de buik of dijen
32
waar staat koolhydraat uit
koolstof, waterstof, zuurstof
33
wat is een ander woord voor koolhydraten
sachariden
34
wat zijn verteerbare en onverteerbare koolhydraten
verteerbaar = afbraak darmkanaal door spijvertering onverteerbaar = voedingsvezels, die niet worden afgebroken door de spijsverteringezymen
35
wat zijn monosachariden en noem voorbeelden
dit zijn enkelvoudige suikers glucose fructos galactose
36
wat zijn disacharide en noem voorbeelden
dit zijn 2voudige sachariden sacharose (suiker) = glucose + fructose maltose = 2 glucoses lactose = glucose + galactose
37
wat zijn oligosachariden
een beperkt aantal monosachriden (3-9)
38
wat is dextrines
5 glucoses, die energie leveren
39
wat is polysachariden
dit zijn veel sachariden (9 of meer)
40
wat is zetmeel en wat doet het
amylose + amylopectine zetmeel wordt afgebroken tot glucose
41
wat gebeurt er met teveel glucose
dit wordt omgezet tot glycogeen en dat wordt opgeslagen in de spier en lever
42
als het een overmaat aan glucose is die niet kan omgezet worden in glycogeen wat gebeurt er dan
dan wordt het omgezet in vet
43
welke polysachariden zijn onverteerbaar
cellulose hemicellulose pectines betaglucanen gommen
44
welke oligosachariden zijn onverteerbaar
inuline fructo-oligosachariden galacto-oligosachariden
45
wat voor vormen van alcoholgebruik heb je
sociaal drinken binge drinken alcoholmisbruik
46
wat zijn de nadelen van alcohol gebruik
binge drinken: schade zenuwstelsel, hersenen en kans op beroertes alcoholmisbruik: maag- en darmvlies worden aangetast, bloedarmoede, aangetaste lever
47
wat is triglyceriden
3 moleculen vetzuur + 1 molecuul glycerol
48
wat zijn korte keten vetzuren
deze worden gevormd uit fermenteerbare vezels door de darmbacterien. 6,8,10 koolstofatomen
49
hoeveel koolstofatomen heeft de lange keten vetzuren
12 of meer
50
wat is SFA
verzadigde vetzuren
51
wat is MUFA
enkelvoudig onverzadigde vetzuren 1 dubbele binding
52
wat is PUFA
meervoudig onverzadigde vetzuren 2 of meer dubbele binding