Toets B Flashcards

Week 7 tot 14

1
Q

Welke energiebehoeftes zijn er

A

basaalmetabolisme
voedselverwerking
lichamelijke activiteit
energie verhogende situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een ander woord voor basaalmetabolisme

A

grond stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg uit wat basaalmetabolisme inhoudt

A

dit zijn onwillekeurig activiteiten, deze gebeuren zonder dat je het door hebt.
zoals:
je hart, ademhaling, lichaamstempratuur, activiteiten zenuwstelsel, hormoonproducerende klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel energie verbruikt je basaalmetabolisme op een dag

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

door welke factoren kan het aantal energie verschillen per dag per persoon

A

geslacht
leeftijd
stress
lichaamssamenstelling en oppervlak
genetische factoren
menstruatie
cafeïne
nicotine
voedingstoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg uit wat voedselverwerking is

A

voedselverwerking zorgt ervoor dat je voedsel wordt verteert, het wordt opgenomen van uit je darmen in je bloed en vanuit je bloed word het gebracht naar je lichaamscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel energie verbruikt voedselverwerking op een dag

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

basaalmetabolisme + de voedselverwerking =

A

Ruststofwisseling (60%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is je PAL waarde

A

Physical Activity Level

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ruststofwisseling X Pal waarde =

A

inschatting en energiebehoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoeveel energie verbruikt lichaamsbeweging op een dag

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn voorbeelden van energie verhogende situaties

A

groei, zwangerschap, koorts, borstvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoeveel energie verbruikt energie verhogende situaties

A

10% of meer (dit gebeurt niet elke dag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het energiepercentage (en%)

A

dit is de percentage die de energieleverende voedingsstoffen levert aan de het totaal aantal calorieën ofwel de totale energie-inname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de energieleverende voedingsstoffen

A

eiwitten, vet en koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk energieleverende voedingsstof wordt afgeraden

A

alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoeveel procent koolhydraten heeft een gezonde volwassen

A

40-70 en%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoeveel procent eiwitten heeft een gezonde volwassen

A

10 en%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoeveel procent vet heeft een gezonde volwassen en hoeveel daarvan is verzadigd vet

A

20-40 en%
verzadigd vet max 10 en%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe bereken je energieprocenten?

A

energieleverende voedingstoffen X aantal KCAL = Y
100 X ( Y / totale kcal op een dag) - .. en%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

1 gram koolhydraten =

A

1 gram koolhydraten = 4 kcal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is matig intensief bewegen

A

ademhaling sneller wordt, maar je nog wel kan praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zijn de beweegrichtlijnen voor kinderen en jongeren 4-18 jaar

A

1 uur matig intensief bewegen & 3x per week spier- en botversterkende activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn voorbeelden van spier- en botversterkende activiteiten

A

hardlopen, fietsen, zwemmen, wandelen en trampoline springen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat zijn de beweegrichtlijnen van volwassende
2,5 uur per week matig intensief bewegen & 2x per week spier- en botversterkende activteiten
26
wat zijn de beweegrichtlijnen van ouderen
2,5 uur per week matig intensief bewegen & 2x per week spier- en botversterkende activteiten met afwisseling van balansoefeningen
27
welke chronische ziektes verlaagt door bewegen
diabetes, hart- en vaatziektes & depressieve symptonen
28
wat is MET
MET is de hoeveelheid energie die je gebruikt tijdens bepaalde activteiten
29
hoeveel MET waarde heeft de jeugd
5
30
hoeveel MET waarde hebben volwassenen
4
31
hoeveel MET waarde hebben 55 plussers
3
32
welke MET waarde heb je met matig intensief bewegen
MET waarde van 3.1 t/m 5.9
33
welke MET waarde heb je met licht intensief bewegen
MET waarde van 0 t/m 3
34
welke MET waarde heb je met zwaar intensief bewegen
MET waarde van 6 en hoger
35
1 gram eiwit =
1 gram eiwit = 4 kcal
36
1 gram vet =
1 gram vet = 9 kcal
37
1 gram alcohol =
1 gram alcohol =7 kcal
38
wat zijn ongezonde voedingspatronen
meer energie verbruiken dan dat je hebt veel suiker veel zout alcohol verzadigd vet weinig vezel, eiwitten, onverzadigd vet, vitamines en mineralen
39
hoeveel verschillende soorten mineralen zitten er in je lichaam en noem 3 voorbeelden
20 waaronder calcium, natrium & ijzer
40
waar is je lichaam uit opgebouwd
eiwitten, vetten, koolhydraten & vitamines
41
wat is microbiome
bacteriën, gisten, schimmels
42
waar zitten microbiome
in je huid, slijmvlies, in je longen en in je maag darm kanaal
43
waar bestaat het maag darm kanaal uit
je mond, maag, dikke en dunne darm
44
waarvoor zijn de richtlijnen goede voeding bedacht
voor het voorkomen van hart- en vaakziekte, chronische long ziekte, dementie, diabetes & verschillende vormen van kanker
45
waarvoor is de schijf van vijf ontwikkeld
als hulpmiddel voor mensen zodat ze een makkelijkere en gezondere voedinskeuzes maken
46
waar door wordt de slaap gerugeleerd?
curcadiaan ritme ofwel biologische klok
47
hoelang duurt een slaapcyclus
90-120 minuten
48
hoeveel slaapfases heeft 1 cyclus
4 slaapfases
49
welke fase is fase 1 en wat gebeurt er met je lichaam?
fase 1 is de lichte slaap. zorgt ervoor dat je van wakker naar in slaap vallen gaat. hartslag daalt ademhaling vertraagt lichaamstempratuur daalt speren trekken af en toe samen
50
wat is fase 2 van je slaap
fase 2 is lichte slaap. het begin wanneer je in slaap begint te vallen
51
wat is fase 3 en wat gebeurt er met je lichaam
fase 3 is de delta slaap. in deze fase maakt ons lichaam groeihormonen aan, dit hebben we nodig voor het herstel in de botten en spieren. ook ruimt het de afvalstoffen op die in het lichaam zitten
52
wat is REM
rapid eye movement
53
Wat is fase 4?
de REM fase. in deze fase heb je de meest levendige dromen
54
wat kan slaapgebrek op lange termijn veroorkzaken
dementie kanker hart- en vaat ziekte
55
wat kan slaapgebrek in korte termijn veroorzaken
prikkelbaar weinig puf geheugen verslechterd logisch nadenken wordt lastiger
56
wat is een microslaap
als je max. 15 seconden in slaap bent gevallen
57
wat is ADH
algemene dagelijkse hoeveelheden
58
wat is BOFT
borstvoeding ja bewegen ja ontbijten ja frisdrank en fastfood nee tussendoortjes en televisie kijken nee
59
wat is JOGG
jongeren op gezond gewicht
60
Wat is het verschil tussen bewegen en sporten
bewegen is als er geen prestatie element aanwezig is zoals: activiteiten dagelijks leven (ADL) zoals boodschappen doen. bewegen tijdens werk of vrije tijd sporten is als er een aanwezigheid is van spel-element, competitie-element of prestatie-element. dus de rennen voor de trein is bewegen en GEEN sporten omdat het doel de trein te halen is
61
hoeveel procent van de nederlands bevolking voldoet aan de richtlijnen?
50-60%
62
wat is het verschil tussen NNGB en de beweegrichtlijn
de NNGB richt zich op 30 minuten beweging per dag minstens 5x per week. terwijl de beweegrichtlijnen zich focussen op matig intensief bewegen en spier- en botversterkende activiteiten.
63
wat is het verschil tussen combiform en fitnorm
combi form = dat je je houdt aan de NNGB en aan de fitnorm. dus 3x per week intensieve workouts van 20 minuten en 5x in de week 30 minuten bewegen fitnorm = 3x per week intensieve workouts van 20 minuten doen. dan focut je je alleen daarop
64
wat zijn de meest voorkomende positieve effecten van sporten en bewegen
voorkomen van hart- en vaatziektes, gewichtsbeheersing, spier en bot versterking en verminderen van risico op chronische ziektes
65
wat zijn de richtlijnen goede voeding
250 gram groente 2 poeries fruit eet volkoren producten eet wekelijks peulvruchten en minstens 15 gram ongezouten noten 1x per week vis 1,5 L tot 2L vocht op een dag beperken van suiker inname
66
wat zijn de aanbevolen ADH's
ADH energie: 2.000kcal (vrouw) 2.400kcal (man) ADH eiwit: 1,2-2,0 gram per kilogram ADH Vetten: 24-40% van je energie inname ADH koolhydraten: 45-60% van je energie inname ADH vezels: minimaal 30 gram per dag ADH vocht: 1,5 liter tot 2 liter per dag ADH zout: max 6 gram per dag
67
wat herstellen en groeien we tijdens slaap
de geestelijke en lichamelijke inspanning
68
welk slaaphormoon wordt aangemaakt voordat we gaan slapen
meltonine
69
welk stresshormoon wordt aangemaakt in de loop van de ochtend
corstisol
70
wat doet cortisol
die geeft het lichaam aan dat de dag weer begint
71
wat speelt een rol bij het slapen en wakker worden vanuit de hersenen
de hypothalamus, de basale voorhersenen en de hersenstam
72
welke stoffen krijg je als je wakker wordt
orexine acetylcholine dopamine histamine
73
welke stoffen krijg je als je in slaap valt
gamma-aminoboterzuur serotonine
74
wat is NREM
Non Rapid Eye Movement
75
wat is de interne biologische klok
groepje cellen in de nucleus suprachiasmaticus vlakbij de kruising met de oogzenuw
76
een ritme van 24 uur en 10 minuten heet
circadiane
77
noem de slaapstoornissen
insomniastoornis slaap gerelateerde ademhalingsstoornis hypersomniastoornis circadianeritme-slaap-waakstoornis parasomniastoornis slaap gerelateerde bewegingsstoornis
78
wat is insomniastoornis en welke klachten zijn er
de client is ontevreden over de kwantiteit of kwaliteit van de slaap door slecht in of doorslapen. slaapklachten zijn: vermoeidheid beperkingen in cognitieve prestaties en stemmingsklachten
79
wat zijn de 2 modellen die insomnia kan verklaren
kwetsbaarheid-stressmodel microanalytisch model
80
wat is slaapgerelateerde ademhalingsstoornis en welke klachten heb je
verstoorde ademhaling tijdens het slapen. klachten hiervan zijn: ademstops hard snurken happen naar adem
81
wat is obstructieve apneu
obstructie in de bovenste luchtwegen waardoor er een verminderde of geen ademhaling is
82
wat is centrale apneu
vanuit de hersenen gaat er iets fout met het aansturen van de ademhaling
83
wat is circadianeritme-slaap-waakstoornis en welke 5 types zijn er
mismatch tussen de biologische klok en het externe 24-uur ritme. 5 types hiervan zijn: verlate slaapfase (laat wakker worden en niet wakker kunnen worden op een normaal tijdstip) vervroegde slaapfase (vroeg inslapen, vroeg wakker worden, gepaard met niet wakker kunnen blijven op een normale tijdstip) onregelmatig slaap-waakritme (ongerelgd patroon) niet 24-uurs-slaap-waakritme (niet gesynchroniseerd met de 24-uurs omgeving) ploegendiensten (willen slapen tijdens belangrijke momenten)
84
wat is parasomniastoornis
ongebruikelijke fenomenen tijdens de slaap. NREM of REM parasomnia
85
wat is slaap gerelateerde bewegingsstoornis
eenvoudige vaak stereotype onvrijwillige bewegingen die tot slaapklchten kunnen leiden
86
slaap voor 0-3 Zuigelingenfase tot kleutertijd
16 uur slaap per dag slaapperiodes van 2-3 uur
87
slaap voor 3-12 kleuter en basisschoolleeftijd
10-11 uur per nacht
88
slaap voor 12-18 adolescenten
8.5 tot 9 uur slaap per nacht
89
slaap voor 18-35 vroege volwassenheid
8 uur per nacht
90
slaap voor 35-65 vroeg en middelbare volwassenheid
7.5 tot 7 uur per nacht
91
slaap voor 55-65> late volwassenhei
nog geen 7 uur slaap
92
wat is stress
spanning of druk, belasbaarheid, belasting en veerkracht
93
wat is een stressor
alles wat kan leiden tot stress
94
wat is een stressreactie
een reactie die wordt gezien door een bepaalde stressor, zoals chaotisch denken, prikkelbaarheid en vergeetachtigheid
95
wat is gezonde spanning en stress
wanneer iemand de eisen die aan de persoon gesteld worden aan kan er er geen negatieve gevoelens ontstaan
96
wat is stress managment
het optimaliseren van de stressbalans, waardoor de draagkracht beter word. draagkracht verschilt per leeftijdsfase en per persoon
97
wat is een burn-out
gevolg van langdurige stress
98
wat zijn lichamelijke klachten bij een burn-out
moe en spierpijn
99
wat is adequate copingstijlen
gezond, dragen constructief bij aan verminderen van stressreacties als steun zoeken, over emotioneel en assertief optreden
100
wat is inadequate copingstijlen
ongezond, overmatig alcohol en drugsgebruik, wel assertief optreden en vermijdingsgedrag
101
wat is NUTS
New Unpredictable Threat Sense
102
wat zijn cognitieve klachten bij een burn out
concentratie en geheugenproblemen
103
wat zijn emotionele klachten bij een burn-out
prikkelbaar, snel huilen, depressie en angst
104
wat zijn gedrags klachten bij een burn-out
ongeduldig, overwerken, drinken en snoepen
105
wat is kwetsbaarheid-stress module
hoe acute insomnia kan ontstaan en ontwikkeld tot chronsiche insomnia
106
wat is micro analytisch model
vier bidirectionele factoren die verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van insomnia
107
wat zijn macronutriënten en waar zorgen ze voor?
macronutriënten leveren energie en bestaan uit: koolhydraten vetten eiwitten alcohol
108
wat zijn micronutriënten en wat is hun functie
micronutriënten ondersteunen processen in het lichaam en de stofwisseling ze bestaan uit vitamines en mineralen
109
wat is het rustmetabolisme (BMR)
BMR is de hoeveelheid energie die nodig is om het lichaam in stand te houden en te laten fuctioneren
110
wat kan een teveel aan vet, natrium of suiker veroorzaken
te veel vet --> hoog cholesterolgehalte te veel natrium --> hoge bloeddruk te veel energie/suiker --> diabetes type 2
111
wat zijn essentiële voedingsstoffen en waarom zijn ze belangrijk
essentiële voedingsstoffen kunnen niet door het lichaam zelf worden gemaakt en moeten worden opgenomen. ze bestaan uit: vitamines en mineralen essentiële vetzuren voedingsvezels
112
wat zijn koolhydraten en waaruit bestaan ze
koolhydraten, oftewel sachariden, bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof
113
wat is het verschil tussen verteerbare en onverteerbare koolhydraten
verteerbaar: worden in het dramkanaal afgebroken door de spijsvertering onverteerbaar: zijn voedingsvezels en worden niet afgebroken
114
wat zijn monosachariden? geef voorbeelden
monosachariden zijn enkelvoudige suikers zoals: glucose fructose galactose
115
wat zijn disachariden? geef voorbeelden met samenstelling
disachariden bestaan uit 2 monosachariden: sacharose = glucose + fructose maltose = 2 glucose lactose = glucose + galactose
116
wat zijn oligosacharide en dextrines
oligosachariden beperkt de aantal monosachariden dextrines bestaan uit 4 glucosemoleculen en leveren energie
117
wat zijn polysachariden
polysachariden bestaan uit veel monosachariden.
118
wat is hypersomniastoornis
als je overdag extreemslaperigheid hebt, hierbij hoor narcolepsie. dan kom je snel in je REM slaap en krijg je hallucinaties of slaapparalyse